In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Amsterdam, zijn drie partijen betrokken: Tata Steel IJmuiden B.V. (eiseres in de hoofdzaak), Boomkwekerij Ebben B.V. (gedaagde in de hoofdzaak en verweerster in de incidenten) en Ebben Tuinaanleg B.V. (eiseres in de voorwaardelijke incidenten). De zaak betreft een geschil over een opdracht die Boomkwekerij Ebben heeft uitgevoerd voor Tata Steel, waarbij asbest in het gebruikte grind is aangetroffen. Tata Steel vordert schadevergoeding van Boomkwekerij Ebben, die op haar beurt verweer voert en een vrijwaringsincident aanhangig maakt tegen Ebben Tuinaanleg, die het grind heeft geleverd. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat de vordering tot voeging van Ebben Tuinaanleg niet kan worden toegewezen, omdat een gevoegde partij geen andere partij in vrijwaring kan oproepen. Wel is Boomkwekerij Ebben toegestaan om Ebben Tuinaanleg in vrijwaring te dagvaarden. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd in het vrijwaringsincident, maar Ebben Tuinaanleg is veroordeeld in de proceskosten van Tata Steel in het voegingsincident. De zaak zal op 19 juni 2024 opnieuw op de rol komen voor beraad over een mondelinge behandeling.