ECLI:NL:RBAMS:2024:3512

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
C/13/746352 / HA ZA 24-134
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidenten en vrijwaring in civiele procedure tussen Tata Steel en Boomkwekerij Ebben

In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Amsterdam, zijn drie partijen betrokken: Tata Steel IJmuiden B.V. (eiseres in de hoofdzaak), Boomkwekerij Ebben B.V. (gedaagde in de hoofdzaak en verweerster in de incidenten) en Ebben Tuinaanleg B.V. (eiseres in de voorwaardelijke incidenten). De zaak betreft een geschil over een opdracht die Boomkwekerij Ebben heeft uitgevoerd voor Tata Steel, waarbij asbest in het gebruikte grind is aangetroffen. Tata Steel vordert schadevergoeding van Boomkwekerij Ebben, die op haar beurt verweer voert en een vrijwaringsincident aanhangig maakt tegen Ebben Tuinaanleg, die het grind heeft geleverd. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat de vordering tot voeging van Ebben Tuinaanleg niet kan worden toegewezen, omdat een gevoegde partij geen andere partij in vrijwaring kan oproepen. Wel is Boomkwekerij Ebben toegestaan om Ebben Tuinaanleg in vrijwaring te dagvaarden. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd in het vrijwaringsincident, maar Ebben Tuinaanleg is veroordeeld in de proceskosten van Tata Steel in het voegingsincident. De zaak zal op 19 juni 2024 opnieuw op de rol komen voor beraad over een mondelinge behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/746352 / HA ZA 24-134
Vonnis in incident van 12 juni 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TATA STEEL IJMUIDEN B.V.,
gevestigd te IJmuiden,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in de (voorwaardelijke) incidenten,
advocaat mr. M.A.J.G. Janssen te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOOMKWEKERIJ EBBEN B.V.,
gevestigd te Cuijk,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster en eiseres in de (voorwaardelijke) incidenten,
advocaat mr. M.A.C. Geurts te 's-Hertogenbosch,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EBBEN TUINAANLEG B.V.,
gevestigd te Malden (gemeente Heumen),
eiseres in de (voorwaardelijke) incidenten,
advocaat mr. M.A.C. Geurts te 's-Hertogenbosch.
Partijen zullen hierna Tata Steel, Boomkwekerij Ebben en Ebben Tuinaanleg genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 30 januari 2024, met producties,
  • de conclusie van antwoord, tevens houdende incidentele conclusie tot voeging ex artikel 217 Rv, tevens houdende voorwaardelijke incidentele vorderingen tot oproeping in vrijwaring ex artikel 210 Rv, met producties,
  • de conclusie van antwoord in het incident houdende tot voeging ex artikel 217 Rv alsmede in de beide voorwaardelijke incidenten tot oproeping in vrijwaring ex artikel 210 Rv,
  • de akte houdende wijziging van eis ex artikel 130 Rv in het (voorwaardelijk) voegingsincident ex artikel 217 Rv en tevens in het voorwaardelijke incident tot oproeping in vrijwaring ex artikel 210 Rv,
  • de brief van 16 april 2024 van mr. Bakker, de behandelend advocaat van Tata Steel,
  • de antwoordakte houdende bezwaar tegen wijziging van eis tevens houdende verweer tegen de gewijzigde eis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
Tata Steel vordert – samengevat – bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad dat de rechtbank Boomkwekerij Ebben veroordeelt
tot betaling van € 62.227,70, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 januari 2024,
tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten tot een beloop van € 1.497,28, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 januari 2024,
tot betaling van de proces- en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis.
2.2.
Tata Steel legt aan deze vorderingen het volgende ten grondslag. Boomkwekerij Ebben heeft na een opdracht op 11 januari 2023 van Tata Steel werkzaamheden uitgevoerd aan het aanwezige groen rondom het hoofdkantoor van Tata Steel in Velsen-Noord. Onderdeel van de werkzaamheden was de aanleg van meerdere grindpaden. Boomkwekerij Ebben heeft hiervoor gebruik gemaakt van het gesteente olivijn. Na onderzoek door Tata Steel in juli 2023 is aan het licht gekomen dat er witte asbest in het gebruikte grind (het gesteente olivijn) aanwezig is. Tata Steel heeft als gevolg van het door Boomkwekerij Ebben gebruikte grind (hierna: de partij grind) schade geleden. Er is sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst door Boomkwekerij Ebben. Op grond van artikel 6:74 BW is Boomkwekerij Ebben aansprakelijk voor de schade, die na verrekening met een factuur van € 11.000,- nog € 62.227,70 bedraagt.
2.3.
Boomkwekerij Ebben voert verweer.

3.Het geschil in de incidenten

in het voegingsincident

3.1.
Ebben Tuinaanleg verzoekt de rechtbank om toegelaten te worden als voegende partij aan de zijde van Boomkwekerij Ebben.
3.2.
Ebben Tuinaanleg legt aan deze vordering het volgende ten grondslag. Boomkwekerij Ebben heeft de partij grind betrokken van haar zustervennootschap Ebben Tuinaanleg. Boomkwekerij Ebben en Ebben Tuinaanleg hebben een vrijwaringsovereenkomst gesloten op grond waarvan Ebben Tuinaanleg verplicht is om Boomkwekerij Ebben te vrijwaren voor de schade en gevolgen die eventueel voortvloeien uit een in de hoofdzaak te wijzen vonnis ten gunste van Tata Steel. Beide zustervennootschappen hebben er een gelijk belang bij dat de vorderingen van Tata Steel niet worden toegewezen en op grond daarvan heeft Ebben Tuinaanleg er een direct belang bij dat zij zich in een procedure mag voegen aan de zijde van haar zustervennootschap Boomkwekerij Ebben. Zij sluit zich aan bij Boomkwekerij Ebben en hoeft niet afzonderlijk een conclusie in te nemen.
3.3.
Tata Steel refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
in de (voorwaardelijke) vrijwaringsincidenten
3.4.
Ebben Tuinaanleg vordert, onder de voorwaarde dat het onder 3.1 in het voegingsincident verzochte wordt toegewezen, samengevat, dat de rechtbank het haar toestaat om in vrijwaring op te roepen Gardenlux Stones & Paving B.V. (hierna: Gardenlux), statutair gevestigd te Montfoort.
3.5.
Ebben Tuinaanleg legt aan deze vordering het volgende ten grondslag. Ebben Tuinaanleg heeft de partij grind gekocht en geleverd gekregen van Gardenlux. Als blijkt dat de partij grind vervuild is met asbest, dan is Gardenlux jegens Ebben Tuinaanleg tekortgeschoten in haar verplichtingen door een partij grind te verkopen en te leveren die non-conform is. Gardenlux is dan gehouden om Ebben Tuinaanleg schadeloos te stellen. Ebben Tuinaanleg heeft er belang bij dat zij haar vordering op Gardenlux ook direct middels een te verkrijgen executoriale titel op Gardenlux kan verhalen, in het geval de vorderingen van Tata Steel in de hoofdzaak worden toegewezen.
3.6.
Tata Steel voert verweer.
3.7.
Boomkwekerij Ebben vordert, onder de voorwaarde dat het onder 3.1 in het voegingsincident verzochte wordt afgewezen, samengevat, dat de rechtbank het haar toestaat om in vrijwaring op te roepen Ebben Tuinaanleg.
3.8.
Boomkwekerij Ebben legt aan deze vordering het volgende ten grondslag. Als de vordering tot voeging wordt afgewezen, dan heeft Boomkwekerij Ebben er niettemin belang bij dat zij een gerechtelijke titel verkrijgt tegen Ebben Tuinaanleg ter verhaal van haar vrijwaringsvorderingen voor het geval de vorderingen van Tata Steel worden toegewezen.
3.9.
Tata Steel wijst erop dat de voeging wat haar betreft kan worden toegewezen, en dat daarmee niet aan de voorwaarde voor vrijwaring wordt voldaan.
de eiswijziging in de (voorwaardelijke) incidenten
3.10.
De vorderingen luiden, na eiswijziging, als volgt:
in het voegingsincident
1. onder de voorwaarde dat het onder sub 2) gevorderde in het vrijwaringsincident wordt toegewezen, verzoekt Ebben Tuinaanleg de rechtbank om toegelaten te worden als voegende partij aan de zijde van Boomkwekerij Ebben;
in de vrijwaringsincidenten
2. onder de voorwaarde dat het onder sub 1) in het voegingsincident verzochte wordt toegewezen, vordert Ebben Tuinaanleg dat de rechtbank haar toestaat om Gardenlux in vrijwaring op te roepen;
3. onder de voorwaarde dat het onder sub 1) in het voegingsincident verzochte wordt afgewezen, vordert Boomkwekerij Ebben dat de rechtbank haar toestaat om Ebben Tuinaanleg in vrijwaring op te roepen.
3.11.
Tata Steel heeft bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging en verweer gevoerd.

4.De beoordeling in de incidenten

de eiswijziging
4.1.
Na de conclusie van antwoord in het incident van Tata Steel hebben Boomkwekerij Ebben en Ebben Tuinaanleg een akte houdende wijziging van eis in het (voorwaardelijk) voegingsincident en tevens in het voorwaardelijk incident tot oproeping in vrijwaring ingediend.
4.2.
Tata Steel heeft bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging en ook inhoudelijk verweer gevoerd tegen de eiswijziging.
4.3.
Tata Steel heeft gewezen op artikel 208 Rv waarin het artikel over wijziging van eis (artikel 130 Rv) niet is genoemd. Hieruit leidt Tata Steel af dat een incidentele eis na indiening niet kan worden gewijzigd. Ook volgt dit volgens Tata Steel uit 210 lid 1 Rv, op grond waarvan je een vrijwaringsincident uiterlijk tegelijk met de conclusie van antwoord moet indienen. Wijziging daarna is dus niet meer mogelijk. Tot slot is de wijziging van eis volgens Tata Steel in strijd met de eisen van een goede procesorde, omdat het leidt tot onredelijke vertraging van het geding.
4.4.
De rechtbank oordeelt als volgt. De eiswijziging wordt toegestaan. Anders dan Tata Steel heeft aangevoerd, is het wijzigen van een tijdig ingediende incidentele vrijwaringsvordering wel degelijk mogelijk, zolang dit niet in strijd is met de goede procesorde. Daarvan is hier geen sprake, omdat Tata Steel de mogelijkheid heeft gekregen om te reageren op de gewijzigde eis en de vertraging van het proces minimaal is, namelijk twee weken.
de incidenten
4.5.
De rechtbank begrijpt de eiswijziging onder 3.10 zo dat Ebben Tuinaanleg zich alleen wil voegen aan de zijde van Boomkwekerij Ebben als zij Gardenlux in vrijwaring mag oproepen. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan wil Boomkwekerij Ebben toestemming om Ebben Tuinaanleg in vrijwaring op te roepen.
4.6.
Een derde die zich voegt aan de kant van één van de partijen, kan niet een ander in vrijwaring oproepen. Alleen de eiser en de gedaagde in de hoofdzaak (hier Tata Steel en Boomkwekerij Ebben) mogen een derde in vrijwaring oproepen. De voorgestelde constructie van voeging en vrijwaring is dus niet mogelijk, en kan niet worden toegewezen.
4.7.
De rechtbank is van oordeel dat aan de maatstaf voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring van Ebben Tuinaanleg wel is voldaan. Boomkwekerij Ebben heeft voldoende onderbouwd gesteld dat zij de partij grind heeft betrokken van haar zustervennootschap Ebben Tuinaanleg en dat Ebben Tuinaanleg verplicht is de eventuele nadelige gevolgen hiervan te dragen. Tata Steel heeft hiertegen ook geen inhoudelijk verweer gevoerd, zodat deze incidentele vordering kan worden toegewezen.
de conclusie
4.8.
De conclusie is dat de constructie van voegen en vrijwaren niet lukt, omdat een gevoegde partij niet een partij in vrijwaring kan oproepen. Wel zal Boomkwekerij Ebben worden toegestaan om Ebben Tuinaanleg in vrijwaring op te roepen.
4.9.
Met betrekking tot het voegingsincident en de daaraan gekoppelde vrijwaring van Gardenlux heeft Ebben Tuinaanleg ongelijk gekregen. Zij zal in de proceskosten van Tata Steel worden veroordeeld. Deze worden tot op heden begroot op € 614,- aan salaris advocaat en € 178 aan nakosten.
In het vrijwaringsincident compenseert de rechtbank de proceskosten tussen partijen, omdat Tata Steel zich niet inhoudelijk heeft verzet tegen toewijzing.

5.De beslissing

De rechtbank
in de incidenten
5.1.
wijst af het voorwaardelijke verzoek tot voeging van Ebben Tuinaanleg en het daaraan gekoppelde voorwaardelijke vrijwaringsverzoek om Gardenlux op te roepen,
5.2.
veroordeelt Ebben Tuinaanleg in de proceskosten in het voorwaardelijke voegings- en vrijwaringsincident aan de zijde van Tata Steel tot op heden begroot op € 792,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92 plus de kosten van betekening als Ebben Tuinaanleg niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling onder 5.2 uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
staat Boomkwekerij Ebben toe om Ebben Tuinaanleg in vrijwaring te dagvaarden tegen de roldatum van 10 juli 2024,
5.5.
compenseert de proceskosten tussen partijen in het vrijwaringsincident,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in de hoofdzaak
5.7.
bepaalt dat de zaak op de rol zal komen van 19 juni 2024 voor beraad omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.R. Jöbsis, rechter, bijgestaan door mr. P. Palanciyan, griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2024..