ECLI:NL:RBAMS:2024:3478

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
13-329196-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid officier van justitie in Europees aanhoudingsbevel wegens overlijden opgeëiste persoon

Op 28 mei 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Poznań, Polen, op 20 november 2023. De officier van justitie had op 14 februari 2024 verzocht om het EAB in behandeling te nemen. De opgeëiste persoon, geboren in 1976 in Polen, was niet verschenen op de zittingen van 9 en 30 april 2024, waar de rechtbank de termijn voor uitspraak had verlengd. Op 27 mei 2024 werd de rechtbank per e-mail geïnformeerd dat de opgeëiste persoon was overleden, wat werd bevestigd door forensisch arts S. Mensink. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Poolse nationaliteit bezat. Gezien het overlijden van de opgeëiste persoon heeft de rechtbank geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in haar vordering tot behandeling van het EAB. De uitspraak is gedaan door mr. E.G.M.M. van Gessel, voorzitter, en mrs. G.M. Beunk en M. Westerman, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. E.A. Harland. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-329196-23
Datum uitspraak: 28 mei 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 14 februari 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 20 november 2023 door
the Regional Court in Poznań,Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] (Polen),
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[adres],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft – na eerdere behandelingen op de zittingen van 9 en 30 april 2024 – nu plaatsgevonden op de zitting van 28 mei 2024 in aanwezigheid van mr. A.L. Wagenaar, officier van justitie. De opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. M.D.A. Stam, advocaat in Gouda zijn niet verschenen.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering op de zitting van 9 april 2024 met 30 dagen verlengd. Op de zitting van 30 april 2024 heeft de rechtbank deze termijn nogmaals met dertig dagen verlengd [2] .

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid officier van justitie

De rechtbank is per e-mail van 27 mei 2024 geïnformeerd dat de opgeëiste persoon is overleden. Het overlijden van de opgeëiste persoon is bevestigd door forensisch arts S. Mensink in een verklaring van de GGD.
De rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie niet meer kan worden ontvangen in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, omdat de opgeëiste persoon inmiddels is overleden.

4.Beslissing

Verklaartde officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. E.G.M.M. van Gessel, voorzitter,
mrs. G.M. Beunk en M. Westerman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. Harland, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 28 mei 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste, derde en vijfde lid, OLW.