ECLI:NL:RBAMS:2024:3318
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verwijdering van persoonsgegevens uit het Incidentenregister en Extern Verwijzingsregister afgewezen na verdenking van fraude
In deze zaak heeft [verzoeker], een zorgaanbieder die oedeemtherapie aanbiedt, verzocht om verwijdering van haar persoonsgegevens uit het Incidentenregister (IR) en het Extern Verwijzingsregister (EVR) van Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. Zilveren Kruis had haar gegevens geregistreerd na een fraudeonderzoek, waarbij werd vermoed dat [verzoeker] onterecht declaraties had ingediend voor zorg die niet was geleverd. De rechtbank heeft op 30 mei 2024 geoordeeld dat de registratie van [verzoeker] op goede gronden is gebeurd. De belangen van Zilveren Kruis bij handhaving van de registratie wegen zwaarder dan de belangen van [verzoeker] bij verwijdering van haar gegevens.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] in totaal 59 declaraties heeft ingediend voor behandelingen die niet hebben plaatsgevonden, waaronder 16 behandelingen van een cliënte die in het ziekenhuis was opgenomen. [verzoeker] heeft betoogd dat dit een administratieve omissie was, maar de rechtbank oordeelde dat de gedragingen van [verzoeker] een zwaardere verdenking opleveren dan een redelijk vermoeden van schuld aan verzekeringsfraude. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de registratie in het IR en EVR voldoet aan de eisen van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI).
De rechtbank heeft het verzoek van [verzoeker] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.094,00. De rechtbank heeft geoordeeld dat de termijn van acht jaar voor de registratie gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de gedragingen van [verzoeker].