ECLI:NL:RBAMS:2024:3286

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 april 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
C/13/743574 / HA RK 23-401
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een deskundige in een civiele procedure inzake letselschade na aanrijding

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 4 april 2024, is de rechtbank gevraagd om een voorlopig deskundigenbericht te gelasten in een letselschadezaak. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.H. Copini, heeft een verzoek ingediend na een aanrijding op 19 oktober 2022, waarbij hij nekklachten heeft opgelopen. De andere partij, N.V. Univé Schade, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. Loman, heeft twijfels geuit over het causaal verband tussen het ongeval en de klachten van de verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de benoeming van de deskundige, neuroloog prof. dr. P. Portegies, en de aan hem voor te leggen vragen. De rechtbank heeft Univé opgedragen een voorschot van € 7.105,73 te betalen voor de kosten van de deskundige, aangezien Univé aansprakelijkheid heeft erkend. De rechtbank benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat zij de deskundige toegang moeten geven tot noodzakelijke informatie en plaatsen. De deskundige moet binnen drie maanden na het onderzoek een schriftelijk rapport indienen, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken op het concept-rapport te reageren.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/743574 / HA RK 23-401
Beschikking van 4 april 2024
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
advocaat mr. E.H. Copini te Laag-Keppel,
tegen
de naamloze vennootschap
N.V. UNIVÉ SCHADE,
gevestigd te Assen,
verweerster,
advocaat mr. G. Loman te Assen.
Partijen worden hierna [verzoeker] en Univé genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, binnengekomen bij de griffie op 13 december 2023, met bijlagen,
  • het verweerschrift, met bijlagen,
  • de brief van mr. Copini van 15 februari 2024, waarin zij aan de rechtbank meedeelt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de te benoemen deskundige en de vraagstelling. Verzocht wordt op basis daarvan op het verzoek te beslissen, zonder mondelinge behandeling;
  • de e-mail van mr. Loman van 19 februari 2024, waarin hij het bericht van mr. Copini bevestigt,
- de e-mail namens de heer Portegies, neuroloog, van 4 maart 2024 waarin hij aan de rechtbank meedeelt als deskundige te kunnen optreden.

2.De feiten2.1. Op 19 oktober 2022 reed [verzoeker] in een auto. De auto stond stil voor een rotonde toen deze door een andere auto van achteren werd aangereden. De bestuurder van die andere auto was verzekerd bij Univé.

2.2.
[verzoeker] klaagt sinds het ongeluk over nekklachten. Univé heeft vraagtekens gezet bij het causaal verband tussen het ongeval en de nekklachten. Om die reden heeft [verzoeker] een verzoek ingediend tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen. Partijen zijn het eens over de te benoemen deskundige en de aan de deskundige voor te leggen vragen. De rechtbank zal het verzoek dan ook op die wijze toewijzen.
de deskundige
3.2.
De rechtbank zal neuroloog prof. dr. P. Portegies benoemen. Partijen hebben deze deskundige gezamenlijk voorgesteld. De deskundige heeft desgevraagd te kennen gegeven bereid te zijn benoeming te aanvaarden en vrij te staan in deze zaak.
vragen
3.3.
Partijen hebben eveneens overstemming bereikt over de aan de deskundige voor te leggen vragen. Aan deze deskundige zal de standaard IWMD-vraagstelling worden voorgelegd. De vragen zullen onder de beslissing worden opgenomen.
voorschot
3.4.
De rechtbank ziet in de omstandigheden van het geding, te weten dat Univé aansprakelijkheid heeft erkend, aanleiding om te bepalen dat het voorschot op de kosten van de deskundige door Univé moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door Univé moeten worden betaald. De deskundige heeft een uitgebreide urenspecificatie verstrekt aan de rechtbank met daarin een uurtarief van € 245,- per uur (exclusief btw). Het totale voorschot is begroot op € 7.105,73. Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld zich uit te laten over de hoogte van dit voorschot op de wijze zoals hierna in de beslissing staat vermeld.
slotopmerkingen
3.5.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
3.6.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:

1.DE SITUATIE MET ONGEVAL

Anamnese(aanbeveling 2.2.4 RMSR)
a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen? Welke overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd gemeld?
Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL), loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby’s, bezigheden in recreatieve sfeer en zelfwerkzaamheid?
Medische gegevens(aanbeveling 2.2.6 RMSR)
b. Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven van:
- de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;
- de medische behandeling van het letsel van de onderzochte en het resultaat daarvan.
Medisch onderzoek(aanbeveling 2.2.5 en 2.2.7 RMSR)
c. Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel hulponderzoek?
Consistentie(aanbeveling 2.2.8 RMSR)
d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?
Diagnose(aanbeveling 2.2.15 RMSR)
f. Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische overweging geven?
Beperkingen(aanbeveling 2.2.17 en 2.2.18 RMSR)
g. Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze weergeven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?
Medische eindsituatie(aanbeveling 2.2.14 RMSR)
h. Acht u de huidige toestand van de onderzochte zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van het ongeval mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?
i. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
j. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
k. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 1g)?

2.DE SITUATIE ZONDER ONGEVAL

Meestal zal het niet mogelijk zijn om onderstaande vragen (met name de vragen 2c - 2e) met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft wat u op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt antwoorden (aanbeveling 2.2.14 en aanbeveling 2.2.16 RMSR).
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor ongeval
a. Bestonden voor het ongeval bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?
b. Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen (aanbeveling 2.2.17 en aanbeveling 2.2.18 RMSR) voor het ongeval uit deze klachten en afwijkingen voortvloeiden en thans nog steeds uit deze klachten en afwijkingen voortvloeien?
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval
c. Zijn er daarnaast op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was overkomen?
d. Zo ja (dus zonder ongeval ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
e. Kunt u aangeven welke beperkingen (aanbeveling 2.2.17 en aanbeveling 2.2.18 RMSR) uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn voortgevloeid?
f. Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied geconstateerde niet-ongevalsgerelateerde klachten en afwijkingen?
g. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
h. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
i. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 2e)?

3.OVERIG(aanbeveling2.2.11RMSR)

a. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze zaak?
4.2.
benoemt tot deskundige:
Prof. Dr. P. Portegies
correspondentie- en bezoekadres: [adres] ,
telefoon: [telefoonnummer]
e-mail adres: [e-mailadres]
het voorschot
4.3.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot op de kosten van de deskundige het volgende:
  • de griffie zal de opgave van de deskundige toezenden aan partijen
  • partijen kunnen desgewenst
  • indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
  • indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
4.4.
bepaalt dat Univé het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
4.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
4.6.
bepaalt dat [verzoeker] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
4.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
4.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
4.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
4.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het uitvoeren van het onderzoek een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
4.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • dat de deskundige [verzoeker] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [verzoeker] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [verzoeker] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en [verzoeker] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of [verzoeker] gebruik wil maken van zijn blokkeringsrecht (waarbij [verzoeker] zich van commentaar op het concept moet onthouden),
  • dat, indien [verzoeker] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen,
  • dat, indien [verzoeker] geen gebruik maakt van zijn inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden
4.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.C. van Harmelen, rechter, bijgestaan door
mr. Z.S. Lintvelt, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2024.