Op 12 april 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen. De rechtbank heeft de zaken, aangeduid als zaak A en zaak B, gevoegd behandeld. In zaak A werd de verdachte beschuldigd van het stelen van een zonnebril, levensmiddelen en kledingstukken op 19 januari 2024 in Amsterdam. In zaak B werd de verdachte beschuldigd van het stelen van levensmiddelen op 26 oktober 2023. De verdachte heeft tijdens de zitting een bekennende verklaring afgelegd. De rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring en proces-verbaal van aangifte, vastgesteld dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd.
De officier van justitie heeft gevorderd om de verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) op te leggen voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft deze vordering gevolgd, waarbij zij heeft gelet op de ernst van de feiten, de recidivekans van de verdachte en het advies van de reclassering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in het verleden al meerdere keren in aanraking is gekomen met justitie en dat hij zich niet heeft gehouden aan eerdere voorwaarden. De ISD-maatregel is opgelegd om de verdachte te helpen bij zijn problematiek en om de maatschappij te beschermen tegen zijn delictgedrag. De rechtbank heeft bepaald dat er na twaalf maanden een tussentijdse toetsing zal plaatsvinden om de voortzetting van de maatregel te beoordelen.