ECLI:NL:RBAMS:2024:320
Rechtbank Amsterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade door bijtincident tussen honden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 januari 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser] en [gedaagde] naar aanleiding van een bijtincident dat plaatsvond op 2 mei 2022. [Eiser] stelt dat haar hond, [naam hond 1], is gebeten door de hond van [gedaagde], [naam hond 2], wat heeft geleid tot de dood van [naam hond 1] na een aantal dagen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade op basis van artikel 6:179 van het Burgerlijk Wetboek, dat de bezitter van een dier aansprakelijk stelt voor schade die door dat dier wordt veroorzaakt, tenzij er sprake is van een uitzondering die hier niet van toepassing is. De kantonrechter oordeelt dat er geen eigen schuld van [eiser] is, ondanks de discussie over de omstandigheden van het bijtincident.
De schade die [eiser] heeft geleden, waaronder medische kosten en crematiekosten, is door de kantonrechter toegewezen, met uitzondering van de kosten voor de aanschaf van de hond, die naar beneden zijn bijgesteld omdat [naam hond 1] op het moment van overlijden vier jaar oud was. In totaal is een bedrag van € 7.276,53 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 3 juni 2022. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van [eiser], die zijn vastgesteld op € 1.166,48. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.