ECLI:NL:RBAMS:2024:3153

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
3 juni 2024
Zaaknummer
10808848 \ CV EXPL 23-14866
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake overeenkomst van opdracht en geschil over betaling tussen mondhygiënist en Five-25-2 B.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 31 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], een mondhygiënist, en Five-25-2 B.V., een onderneming die diensten verleent op het gebied van mondzorg. De eiseres vorderde betaling van facturen en kosten die verband hielden met een overeenkomst van opdracht die volgens haar tot stand was gekomen met Five-25-2. De procedure begon met een dagvaarding op 17 november 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord op 30 januari 2024 en een mondelinge behandeling op 30 april 2024.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen tussen eiseres en Five-25-2, ondanks dat Five-25-2 betwistte dat zij de contractspartij was. De rechter oordeelde dat eiseres gerechtvaardigd had vertrouwd op de totstandkoming van de overeenkomst, mede door de communicatie tussen partijen. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres gedeeltelijk toegewezen, waarbij de hoofdsom van de facturen over september en oktober 2022 werd erkend, maar de kosten voor een bakfiets werden afgewezen. Daarnaast werd Five-25-2 veroordeeld tot betaling van proceskosten en wettelijke rente.

De uitspraak benadrukt de wilsvertrouwensleer en de noodzaak voor partijen om duidelijkheid te scheppen in hun communicatie over contractuele afspraken. De rechter heeft ook de rol van de contractsvrijheid in het civiele recht onderstreept, waarbij partijen de vrijheid hebben om hun afspraken te maken, zolang deze maar duidelijk zijn vastgelegd.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10808848 \ CV EXPL 23-14866
Vonnis van 31 mei 2024
in de zaak van
[eiseres],
tevens handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonende te ' [woonplaats] ,
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. P. Dijkstra,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FIVE-25-2 B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
hierna te noemen: Five-25-2,
gemachtigde: mr. J.G. Uijttenhove-Kuitert.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 17 november 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord van 30 januari 2024, met productie;
- het tussenvonnis van 13 februari 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 april 2024. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling zijn in het dossier gevoegd. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] oefent een praktijk uit als mondhygiënist.
2.2.
Five-25-2 is een onderneming die zich toelegt op het verlenen van diensten op het gebied van preventieve mondzorg. Haar enig bestuurder en aandeelhouder is World Teeth Care B.V. Van deze vennootschap is [bedrijf] B.V. enig bestuurder en aandeelhouder. Van laatstgenoemde vennootschap is [naam vertegenwoordiger Five-25] enig bestuurder en aandeelhouder.
2.3.
Van 22 maart 2021 tot 15 augustus 2023 heeft Five-25-1 B.V. (hierna: Five-25-1) bestaan. Gedurende het bestaan van deze vennootschap was World Teeth Care B.V. enig bestuurder en aandeelhouder. Inmiddels is de vennootschap ontbonden wegens gebrek aan baten.
2.4.
Op 16 mei 2022 stuurt recruiter [naam recruiter] (hierna: [naam recruiter] ) een mail aan [eiseres] waarin zij onder andere schrijft dat zij een mondhygiënist zoekt die graag wil (gaan) ondernemen en zelfstandig kan en wil werken. In een e-mail van 20 mei 2022 aan [eiseres] schrijft [naam recruiter] onder andere:
“Ik geef je vast een tipje van de sluier in de vorm van een website:www.five25.com.”
2.5.
Op 27 mei 2022 vindt een kennismakingsgesprek plaats tussen [eiseres] en [naam vertegenwoordiger Five-25] . In reactie op een e-mail waarin [eiseres] vraagt naar een voorstel, stuurt [naam recruiter] op 30 mei 2022 een e-mail waarin onder andere staat:
“Zie je jezelf behandelen of juist ook wel een locatie “runnen”(wat ik denk)?
De mogelijkheid bestaat om op ZZP-basis te werken (waarbij je evt. werkzaamheden buiten het daadwerkelijk behandelen uiteraard ook zullen worden vergoed als in een management-fee) of in loondienst. Er zijn varianten mogelijk al naar gelang jouw wens. Voornaam is dat je de door jouw gemaakte uren vergoed krijgt.
[naam vertegenwoordiger Five-25] gaf aan dat wanneer jij weet welke uren jij hier in wilt steken qua behandelen al dan niet icm het “runnen”, zal betekenen dat je hiervoor huidige werkuren en dus salaris zal inleveren. Deze uren en input zijn jou een fee waard.”
2.6.
Op 10 juni 2022 om 06:40 uur stuurt [eiseres] een e-mail aan [naam vertegenwoordiger Five-25] waarin onder andere staat:
“vanaf augustus zou ik de dinsdag en woensdag beschikbaar kunnen zijn. Dit heeft te maken met mijn huidige opdrachten. (…)
In mijn huidige functie als waarnemer heb ik altijd een volle agenda, wat betekent dat ik zeker ben van een bepaald salaris. Kan five25 daarin tegemoetkomen, gezien de huidige fase en de wellicht nog veelal open agenda? Mijn aanname is dat voorlopig een uurtarief dan het meest voor de hand liggend is?
Aan welk uurtarief zat je te denken?”
2.7.
[naam vertegenwoordiger Five-25] antwoordt op 10 juni 2022 om 09:35 uur per e-mail:
“(…) Leuk vanaf augustus dinsdag en woensdag goed
En het beste is inderdaad om met een uurtarief te werken (…)”.
2.8.
[eiseres] antwoordt daarop per e-mail op 10 juni 2022 om 18:37 uur onder andere:
“In overleg met mijn huidige opdrachtgevers zouden zij toch liever zien dat ik de zomer t/m augustus de behandelingen overneem ivm drukte in de agenda. (...) Dat wil zeggen dat ik pas vanaf 1 september de dinsdag en woensdag beschikbaar ben. (…)
Momenteel maak ik dagen van 8.00 uur tot 16.00 uur, met een omzet van ongeveer 1200,- per dag, met een percentage van 55%.
(…)
Aangezien ik zelf in [woonplaats] woon en dus geen gebruik zal maken van kilometervergoeding of parkeerkosten leek het mij een leuk idee dit te verruilen voor een elektrische (lease)bakfiets met het praktijklogo.”
2.9.
Op 23 juni 2022 hebben [eiseres] en [naam vertegenwoordiger Five-25] contact via Whatsapp. Daarbij sturen zij elkaar onder andere de volgende berichten:
09:02:37 – [eiseres] :
“Goedemorgen, Is het misschien al gelukt iets op papier te zetten in de vorm van een samenwerkingsovereenkomst aangezien ik eind deze maand toch de andere partijen ‘officieel’ moet laten weten te stoppen. Groeten [eiseres]
10:50:09 – [naam vertegenwoordiger Five-25] :
“(…)
- het beste lijkt mij als je kijkt wat je normaal gemiddeld per maand draait en dat terugrekenen naar een uurtarief (dit ivm zzp)en dan kijken hoeveel dagen /uren per maand werkt en daar stuurt jij dan weer een nota voor
- dagen zijn akkoord (…)
- bakfiets akkoord (…)”
21:01:02 – [eiseres] :
“Goed te horen en leuk dat we aan de slag gaan.
Als ik mijn gemiddelde maandomzet zou omrekenen naar uurloon zou je uitkomen op 82,50 per uur.
Nu ben ik me er heel erg van bewust dat de voorwaarden voor mij als waarnemer altijd zeer gunstig zijn geweest. Dus zou je dan misschien akkoord gaan met 75?
2.10.
[naam vertegenwoordiger Five-25] antwoordt op 27 juni 2022 via Whatsapp:
“Ha [eiseres] zullen morgen of woensdag nog even bellen laat maar weten wat schikt gr [naam vertegenwoordiger Five-25] ”.
2.11.
Op 13 juli 2022 stuurt [eiseres] [naam vertegenwoordiger Five-25] een Whatsapp waarin onder andere staat:
“Kan ik alvast wat dingen oppakken of overnemen van je, voor de praktijk in het algemeen of voor mijn start in september?”
2.12.
Op 5 augustus 2022 stuurt [eiseres] [naam vertegenwoordiger Five-25] een Whatsapp waarin onder andere staat:
“Goedemorgen, ik heb je gisteren gebeld omdat ik hoop toch even een ‘date’ met je te kunnen plannen. Om misschien nog wat dingen door te nemen en ik wil graag nog eea leren over/voor de praktijk (de werkwijze en de mondscan oa). (…)”
2.13.
[naam vertegenwoordiger Five-25] antwoordt diezelfde dag, 5 augustus 2022 via Whatsapp:
“Ha ik ben as maandag weer in Nederland zullen in principe woensdag einde dag afspreken in [woonplaats] gr [naam vertegenwoordiger Five-25] ”.
2.14.
Op 18 augustus 2022 stuurt [eiseres] aan [naam vertegenwoordiger Five-25] een Whatsapp waarin onder andere staat:
“Vorige week hebben we het gehad over een ‘instructiedag’ op de praktijk aan de [locatie] en de elektrische bakfiets. Weet je daar wellicht al meer over?”
2.15.
Op 5 september 2022 hebben [eiseres] en [naam vertegenwoordiger Five-25] contact via Whatsapp. Daarbij sturen zij elkaar onder andere de volgende berichten:
09:46:11 – [eiseres] :
“Hoi [naam vertegenwoordiger Five-25] , morgen eindelijk beginnen, zin in!
Is er al een behandelprogramma morgen of zijn er andere dingen gepland?
En moet ik daarvoor wellicht eigen (witte) kleiding voor meenemen?”
20:11:06 – [naam vertegenwoordiger Five-25] :
“Ik zit voorlopig nog ergens te eten morgen sowieso nog niet beginnen ! (…)”
20:31:22 – [eiseres] :
“Hoi [naam vertegenwoordiger Five-25] , ik vind dit wel erg vervelend en vooral jammer te horen want we weten natuurlijk al sinds juni dat ik september zou gaan starten aan dit project en dat ik daar andere opdrachten voor moest opgeven. (…)”
2.16.
Op 6 september 2022 schrijft [naam vertegenwoordiger Five-25] in een Whatsapp aan [eiseres] :
“Ha heel vervelend ik had begrepen laatste keer dat t geen punt was als je wat later kon beginnen wellicht heb ik dat verkeerd begrepen”.
2.17.
Op 23 september 2022 vindt een gesprek plaats tussen [eiseres] en [naam vertegenwoordiger Five-25] . [eiseres] stuurt na dat gesprek, eveneens op 23 september 2022, een e-mail aan [naam vertegenwoordiger Five-25] met onder andere de volgende inhoud:
“(…) En fijn dat we eindelijk een en ander concreet hebben kunnen maken. (…)”
2.18.
Op 26 september 2022 stuurt [eiseres] aan [naam] (hierna: [naam] ), een compagnon van [naam vertegenwoordiger Five-25] , een Whatsapp waarin staat:
“Goedemorgen [naam] , mijn naam is [eiseres] . Ik heb je nummer gekregen van [naam vertegenwoordiger Five-25] . Als het goed is heeft hij mij soort van geïntroduceerd. Ik begrijp dat wij samen het plan voort mogen zetten om een 2e vestiging in [woonplaats] te verwezenlijken voor Five25. (…)”[naam] antwoordt daarop onder andere dat zij inderdaad is geïntroduceerd.
2.19.
Op 27 september 2022 wordt [eiseres] toegevoegd aan een groepsapp van Five-25. Degene die haar introduceert schrijft:
“(…) Toch even ‘voorstellen’. [eiseres] is mondhygiënist en gaat in [woonplaats] aan de slag met vooral de zichtbaarheid en groei van de praktijk! Daarnaast zal ze ook behandelen met het oog op de derde vestiging, maar dat staat nu wat meer op de achtergrond. (…)”
2.20.
Op 27 september 2022 stuurt [eiseres] twee e-mails aan [naam vertegenwoordiger Five-25] , over bakfietsmodellen en prijzen.
2.21.
Op 4 oktober 2022 mailt [eiseres] aan [naam vertegenwoordiger Five-25] een deels door haar ingevulde modelovereenkomst. In deze modelovereenkomst staat als opdrachtgever vermeld:
“Five25, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. [naam vertegenwoordiger Five-25] , van beroep tandarts, praktijk houdend te Amsterdam, aan de [adres] ”. [naam vertegenwoordiger Five-25] en [eiseres] hebben de overeenkomst niet ondertekend.
2.22.
Op 14 oktober 2022 mailt [eiseres] een factuur met betrekking tot de maand februari 2022 aan [naam vertegenwoordiger Five-25] .
2.23.
Op 23 oktober 2022 appt [naam vertegenwoordiger Five-25] aan [eiseres] :
“Ik begin morgen weer ik ben morgen in [woonplaats] dan kunnen we contract etc en rest bespreken laat maar weten hoe laat je kan gr [naam vertegenwoordiger Five-25]”. [eiseres] antwoordt een aantal uur daarna dat zij er maandagen niet is, maar dinsdag en woensdag de hele dag. [naam vertegenwoordiger Five-25] antwoordt op 24 oktober 2022:
“Morgen en overmorgen lukt niet anders vrijdag
En wat mij betreft hoef je morgen en overmorgen niet naar de locatie [locatie] tot dat wij elkaar gesproken hebben”.
2.24.
Op 1 november 2022 mailt [eiseres] [naam vertegenwoordiger Five-25] een factuur met betrekking tot de maand oktober 2022.
2.25.
Op 8 november 2022 appt [naam vertegenwoordiger Five-25] aan [eiseres] onder andere:
“Jij gaat uit van zzp basis €600 per dag
dat zou betekenen bij dat 50% van gefingeerde omzet (want die is er nog niet) dat je op een omzet van rond de € 1200 of zo zou uitkomen dat lijkt mij aan de hoge kan en in mijn beleving was dit nog een van dingen die we zouden bespreken”.
2.26.
Op 9 november 2022 mailt [eiseres] aan [naam vertegenwoordiger Five-25] dat haar vertrouwen in [naam vertegenwoordiger Five-25] als opdrachtgever verdwenen is en haar voorstel is “
tot en met december werkzaamheden in opdracht van jou of Five25 te blijven uitvoeren en dan per 1 januari onze samenwerking te beëindigen”.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert - samengevat – dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Five-25-2 veroordeelt om aan [eiseres] te betalen:
  • de hoofdsom bestaande uit de bedragen van de facturen over de maanden september 2022 (ter hoogte van €3.200,-), oktober 2022 (ter hoogte van € 4.800,-), november 2022 (ter hoogte van € 6.000,-) en december 2022 (ter hoogte van € 4.800);
  • te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de facturen en buitengerechtelijke incassokosten over de facturen ten bedrage van € 963,-;
  • de kosten van de bakfiets van € 6.020,90, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke incassokosten over de kosten van de bakfiets ten bedrage van € 676,05;
  • de proceskosten;
  • de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • met dien verstande dat de som van alle posten gemaximeerd wordt tot een bedrag van € 25.000,-.
3.2.
[eiseres] legt aan de gevorderde hoofdsom – samengevat – het volgende ten grondslag. Tussen haar en Five-25-2 is een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen. Zij heeft op basis daarvan op 27 en 28 september 2022, alsmede op 4, 5, 11, 12, 18 en 19 oktober 2022 minimaal acht uur per dag gewerkt tegen het afgesproken uurtarief van € 75,-. Daarnaast brengt zij dagen in rekening waarop zij niet heeft gewerkt, omdat zij zich op die dagen wel beschikbaar heeft gehouden. Five-25-2 heeft ook de indruk gewekt haar te compenseren voor tijd waarin zij zich in september 2022 beschikbaar hield. [eiseres] heeft andere opdrachtgevers heeft afgezegd en geen andere opdrachten heeft aangenomen tot de opzegging.
3.3.
Five-25-2 betwist dat er met [eiseres] een overeenkomst tot stand is gekomen. [eiseres] heeft de verkeerde partij gedagvaard. De praktijk in [woonplaats] waarover [naam vertegenwoordiger Five-25] gesprekken heeft gevoerd met [eiseres] was ondergebracht bij Five-25-1. Five-25-2 exploiteert een vestiging in Amsterdam en het is nooit de bedoeling geweest dat [eiseres] daarvoor werkzaamheden zou verrichten. Volgens Five-25-2 is het ook tussen [eiseres] en Five-25-1 nooit tot definitieve afspraken gekomen omdat er geen overeenstemming is bereikt over essentialia, namelijk het uurtarief en de invulling van de werkzaamheden. Als het tot een overeenkomst zou komen, zou Five-25-1 een bakfiets aanschaffen en voorzien van het praktijklogo. Five-25-1 heeft geen akkoord gegeven op de aanschaf van de bakfiets door [eiseres] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter zal eerst, zonder daarbij in te gaan op de vraag wie de contractspartij van [eiseres] was, beoordelen of er een overeenkomst tot stand is gekomen en, zo ja, wat de inhoud van de overeenkomst is. Vervolgens zal de kantonrechter de vraag beantwoorden wie de contractspartij was van [eiseres] . Tot slot zal de kantonrechter beoordelen of en in hoeverre de vorderingen van [eiseres] moeten worden toegewezen.
Is er een overeenkomst tot stand gekomen en, zo ja, wat is de inhoud daarvan?
4.2.
Een overeenkomst komt tot stand komt door aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 BW). Het antwoord op de vraag of een aanbod is aanvaard, moet worden gegeven aan de hand van de wilsvertrouwensleer (artikel 3:33-35 BW). Hierbij is van belang wat partijen over en weer hebben verklaard en hebben afgeleid uit elkaars verklaringen en gedragingen. Daarvoor zijn alle omstandigheden van het geval van belang. De verbintenissen die partijen op zich nemen moeten bepaalbaar zijn (artikel 6:227 BW). Zij moeten de punten bevatten die degene die het aanbod doet geregeld wenst te zien en die bij aanvaarding tot een overeenkomst leiden. Vereist is echter niet dat het aanbod alle punten die partijen normaal gesproken in de tot stand te brengen overeenkomst zouden willen regelen, ook daadwerkelijk dekt.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. In de e-mailcorrespondentie van juni 2022 is tussen [eiseres] en [naam vertegenwoordiger Five-25] overeenstemming bereikt over de werkdagen (dinsdag en woensdag) en dat er tegen een uurtarief wordt gewerkt, waarvoor [eiseres] een voorstel moet doen op basis van haar salaris op dat moment. [eiseres] doet vervolgens een concreet voorstel van € 75 per uur met verwijzing naar haar gemiddelde inkomen per maand. Op 23 juni 2022 laat [eiseres] via Whatsapp ook aan [naam vertegenwoordiger Five-25] weten dat zij de andere partijen ‘officieel’ moet laten weten dat zij stopt.
4.4.
Hoewel partijen vervolgens veelvuldig met elkaar communiceren via Whatsapp, staat in geen enkel bericht tot 8 november 2022 dat [naam vertegenwoordiger Five-25] het niet eens is met het uurtarief dat [eiseres] heeft voorgesteld. [naam vertegenwoordiger Five-25] tempert niet de verwachtingen van [eiseres] . Dat had wel van hem mogen worden verwacht aangezien [eiseres] duidelijk in de startblokken stond. [eiseres] vraagt immers op 13 juli 2022 via Whatsapp of zij alvast wat dingen kan oppakken of overnemen voor de praktijk in het algemeen of
voor haar start in september. [naam vertegenwoordiger Five-25] antwoordt niet afwijzend op dat bericht. Vervolgens vraagt [eiseres] op 5 augustus 2022 via Whatsapp om een ‘date’ om nog wat dingen door te nemen en een ander te leren over/door de praktijk. [naam vertegenwoordiger Five-25] antwoordt daarop via Whatsapp dat hij kan afspreken in ’ [woonplaats] . Op 18 augustus 2022 heeft [eiseres] het over een ‘instructiedag’ op de praktijk. Uit niets blijkt dat [naam vertegenwoordiger Five-25] aan [eiseres] duidelijk heeft gemaakt dat ze wat hem betreft nog in een ‘verkennende fase’ zaten en dat een start in september 2022 er niet in zou zitten.
4.5.
Op 5 september 2022 laat [eiseres] via Whatsapp aan [naam vertegenwoordiger Five-25] weten dat zij zin heeft om de dag erna eindelijk te beginnen. [naam vertegenwoordiger Five-25] antwoordt dat zij de dag erna sowieso nog niet gaat beginnen. Die boodschap komt, gelet op de overige communicatie tussen hen beiden, volledig uit de lucht vallen.
4.6.
Vaststaat dat [eiseres] en [naam vertegenwoordiger Five-25] elkaar vervolgens op 23 september 2022 gesproken hebben over de werkzaamheden, dat [eiseres] [naam vertegenwoordiger Five-25] daarna heeft geappt dat het fijn is dat zij eindelijk een en ander concreet hebben kunnen maken en dat [naam vertegenwoordiger Five-25] [eiseres] heeft geïntroduceerd om het plan voort te zetten om een tweede vestiging te verwezenlijken in ‘ [woonplaats] . Ook staat vast dat [eiseres] vervolgens werkzaamheden heeft verricht en dat [naam vertegenwoordiger Five-25] van een deel van die werkzaamheden weet heeft gehad. Dat [eiseres] dat gratis zou doen blijkt nergens uit en [naam vertegenwoordiger Five-25] mocht daar ook niet van uitgaan, mede gelet op de maandenlange contacten tussen partijen over betaald werk en het feit dat [naam vertegenwoordiger Five-25] wist dat [eiseres] andere opdrachten heeft opgegeven. Niet is gesteld of gebleken dat door [naam vertegenwoordiger Five-25] een tegenvoorstel is gedaan voor het uurtarief, daarom had het door [eiseres] voorgestelde tarief te gelden.
4.7.
Het voorgaande brengt naar het oordeel van de kantonrechter mee dat [eiseres] er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen en dat zij op basis daarvan tegen een uurtarief van € 75,- werkzaamheden zou verrichten. Zelfs als de inhoud van de werkzaamheden nog niet exact duidelijk zouden zijn, zou dat niet leiden tot een ander oordeel. Al in de e-mail van 30 mei 2022 gaat het over behandelen al dan niet in combinatie met het ‘runnen’ van een locatie. Het contact met [naam] en de introductie in de groepsapp van Five-25 van 27 september 2022 met de begeleidende tekst dat [eiseres] vooral aan de slag gaat met de zichtbaarheid en groei van de praktijk en daarnaast zal gaan behandelen met het oog op de derde vestiging, sluiten daarbij aan.
Wie was de contractspartij van [eiseres] ?
4.8.
[eiseres] stelt dat Five-25-2 haar contractspartij was. Ter onderbouwing voert zij het volgende aan. Bij de onderhandelingen werd geen onderscheid gemaakt tussen de twee BV’s van Five-25. Er werd altijd gesproken over “Five-25” en [naam vertegenwoordiger Five-25] was de vertegenwoordiger. Zij correspondeerde altijd met [naam vertegenwoordiger Five-25] van Five-25. De werkzaamheden vonden plaats in de vestiging ’ [woonplaats] , maar het was haar niet duidelijk dat dit onder een andere BV viel dan de BV in Amsterdam. Bovendien heeft [eiseres] ook werkzaamheden verricht voor de vestiging in Amsterdam. Zij bediende de telefoonlijn van Amsterdam, die was doorverbonden naar de vestiging in ‘ [woonplaats] . Daarnaast gingen de plannen waar zij mee bezig was ook over Amsterdam. In de overeenkomst van opdracht stond het adres van de vestiging in Amsterdam.
4.9.
Five-25-2 voert aan dat (bij het bestaan van een overeenkomst) niet zij, maar Five-25-1 de contractspartij van [eiseres] was. De praktijk in ’ [woonplaats] waarover gesprekken zijn gevoerd met [eiseres] was ondergebracht in Five-25-1. Five-25-1 en Five-25-2 zijn op zichzelf staande rechtspersonen met hun eigen praktijkvoering. Er is nooit besproken en het is nooit de intentie geweest dat [eiseres] werkzaamheden zou verrichten voor Five-25-2 in de praktijk in Amsterdam.
4.10.
De kantonrechter oordeelt dat Five-25-2 kan worden aangesproken en overweegt daartoe als volgt. [eiseres] heeft altijd gecorrespondeerd met [naam vertegenwoordiger Five-25] (die werkzaam is in Amsterdam) over werken bij ‘Five-25’. [eiseres] ging er in de door haar opgestelde conceptovereenkomst ook van uit dat zij contracteerde met
“Five25, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger Five-25] , van beroep tandarts, praktijk houdend te Amsterdam, aan de [adres] ”. [naam vertegenwoordiger Five-25] heeft [eiseres] er op geen enkel moment op gewezen dat (uitsluitend) Five-25-1 in ’ [woonplaats] de partij was waarmee een overeenkomst zou worden gesloten. Het feit dat [eiseres] achteraf facturen aan Five-25-1 heeft gestuurd, leidt niet tot een ander oordeel. Uit wat [eiseres] aanvoert blijkt immers dat zij die facturen niet naar Five-25-1 stuurde omdat zij ervan uitging dat zij met deze BV had gecontracteerd, maar dat zij had gezien dat een collega de facturen aan deze BV stuurde.
4.11.
Op grond van het voorgaande moet het ervoor worden gehouden dat (ook) Five-25-2 de contractspartij van [eiseres] is.
Wat moet Five-25-2 op grond van de overeenkomst aan [eiseres] betalen?
4.12.
De kantonrechter heeft hiervoor al overwogen dat er geen aanwijzingen in het dossier zijn dat met [eiseres] is afgesproken dat zij de door haar aangeschafte bakfiets in rekening mocht brengen. Dit betekent dat de gevorderde kosten voor de bakfiets en de nevenvorderingen daarover moeten worden afgewezen.
4.13.
Voor de gevorderde hoofdsom, te weten de facturen over de maanden september 2022 tot en met december 2022, geldt het volgende. Het gaat in dit geval om een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 e.v. BW. Daarbij komt aan partijen een grote mate van contractsvrijheid toe. Bij een uurtarief geldt als uitgangspunt dat de opdrachtnemer betaald krijgt voor de daadwerkelijk gewerkte uren. Een opdrachtnemer maakt alleen aanspraak op betaling van niet-gewerkte uren als dat expliciet is afgesproken. De kantonrechter stelt vast dat uit het dossier geen toezegging valt af te leiden dat er op de dagen waarop [eiseres] beschikbaar was ook altijd (voldoende) werk voor haar zou zijn. Dit was, gelet op de opstartfase waarin de vestiging zich bevond, ook niet zonder meer te verwachten. In het contact met [naam recruiter] gaat het ook om vergoed krijgen van gemaakte uren.
4.14.
[eiseres] stelt dat [naam vertegenwoordiger Five-25] op 6 september 2022 telefonisch heeft toegezegd de uren die zij (in september 2022) niet heeft gewerkt te compenseren, maar [naam vertegenwoordiger Five-25] betwist dit en uit geen van de in het dossier aanwezige stukken blijkt dat [naam vertegenwoordiger Five-25] deze toezegging heeft gedaan. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat een dergelijke afspraak ontbreekt. Ook voor de periode daarna is een concrete afspraak tot vergoeding van niet gewerkte uren niet gesteld of gebleken.
4.15.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat [eiseres] alleen aanspraak maakt op betaling over de dagen (en uren) waarop zij daadwerkelijk heeft gewerkt. [eiseres] stelt dat zij op 27 en 28 september 2022, alsmede op 4, 5, 11, 12, 18 en 19 oktober 2022 minimaal acht uur per dag op de praktijk op de [locatie] in ’ [woonplaats] heeft gewerkt of buiten de locatie om folders uit te delen. Zij onderbouwt deze stelling uitvoerig, waarbij zij voorbeelden geeft van haar acties om meer naamsbekendheid te krijgen en werk voor de inrichting van de praktijk. Ook wijst zij op berichten waaruit haar aanwezigheid blijkt. Five-25-2 trekt de gestelde dagen en uren in twijfel, maar geeft dit onvoldoende handen en voeten. Daarom moet het ervoor gehouden worden dat [eiseres] acht uur per dag werkzaamheden heeft verricht op de door haar genoemde dagen.
4.16.
De kantonrechter zal daarom van de gevorderde hoofdsom over de maand september 2022 (2 x 8 x 75 =) € 1.200,- toewijzen en over de maand oktober 2022 (6 x 8 x 75 =) € 3.600,-. De daarover gevorderde handelsrente zal worden toegewezen vanaf 30 dagen na de verzending van de betreffende facturen per e-mail.
Bakfiets
4.17.
Tussen [eiseres] en [naam vertegenwoordiger Five-25] is contact geweest over de aanschaf van een bakfiets. [eiseres] heeft echter onvoldoende duidelijk gemaakt dat op dit punt ook overeenstemming bestond. De kantonrechter ziet geen aanwijzingen in het dossier dat met [eiseres] is afgesproken dat zij de door haar aangeschafte bakfiets in rekening mocht brengen. Uit de correspondentie volgt dat [naam vertegenwoordiger Five-25] akkoord was met een (lease)bakfiets met praktijklogo en [eiseres] heeft een aantal modellen aan hem voorgesteld. Daarna is geen duidelijk akkoord gekomen op een van die voorgestelde modellen. De stelling dat het zou gaan om aanschaf door het bedrijf, waarna [eiseres] de bakfiets zou leasen, heeft [eiseres] niet weersproken. [eiseres] heeft op 25 oktober 2022 zelf een bakfiets aangeschaft, een aanmerkelijk duurder model dan de opties die zij aan [naam vertegenwoordiger Five-25] heeft voorgelegd. Tot het aanbrengen van een praktijklogo is het niet gekomen. [eiseres] kan de kosten van de door haar gekochte bakfiets dan ook niet afwentelen op haar opdrachtgever.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.18.
[eiseres] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering wordt getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 963,00 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 605,00 bij een hoofdsom van € 4.800,00. De kantonrechter wijst daarom € 605,00 toe.
Toegewezen bedrag in totaal
4.19.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen (te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de facturen):
- factuur september 2022
- factuur oktober 2022

1.600,00
3.200,00
- buitengerechtelijke incassokosten
605,00
+
Totaal
5.405,00
Proceskosten
4.20.
Five-25-2 B.V. is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
131,85
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2,00 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.045,85
4.21.
De gevorderde wettelijke rente over de nakosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Five-25-2 om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 5.405,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over:
  • het bedrag van € 1.600,00 (aan factuur september 2022), met ingang van 13 november 2022 tot de dag van volledige betaling,
  • het bedrag van € 3.200,00 (aan factuur oktober 2022), met ingang van 1 december 2022 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Five-25-2 B.V. in de proceskosten van € 2.045,85, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Five-25-2 B.V. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt Five-25-2 B.V. tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Rodriguez Galvis en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2024.