In deze zaak heeft eiseres, een Amsterdamse partij, beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam om een schoolcomplex niet als gemeentelijk monument aan te wijzen. De rechtbank heeft op 21 mei 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat het college een kenbare afweging heeft gemaakt tussen de belangen van gebiedsontwikkeling en de monumentale waarden van het pand. Eiseres had verzocht om de school aan te wijzen als monument, maar het college heeft besloten om de aanvraag af te wijzen om ruimte te bieden voor woningbouw en gebiedsontwikkeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college in redelijkheid tot deze beslissing heeft kunnen komen, ondanks de monumentale waarde van het schoolcomplex. Eiseres heeft aangevoerd dat de afwijzing onduidelijk is en onvoldoende gemotiveerd, maar de rechtbank oordeelt dat het college de belangen op een evenwichtige manier heeft afgewogen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de monumentenstatus blijft staan. Eiseres krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.