Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 24 mei 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
de korpschef van politie,
Inleiding
Totstandkoming en inhoud van het bestreden besluit
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 24 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de korpschef van politie beoordeeld. Eiser had op 2 januari 2023 verzocht om afschriften van zijn totale dossier en alle persoonsgegevens die door de nationale politie zijn verwerkt in de periode van 1 januari 2022 tot 31 december 2022, op basis van artikel 5.5 van de Wet open overheid (Woo). De korpschef heeft het verzoek niet in behandeling genomen, omdat het niet specifiek genoeg was en heeft het verzoek met toepassing van de Wet politiegegevens (Wpg) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) afgehandeld. De rechtbank oordeelt dat de korpschef terecht heeft geoordeeld dat artikel 5.5 van de Woo geen toepassing vindt, omdat de Wpg en AVG uitputtend regelen hoe om te gaan met de openbaarmaking en verstrekking van persoonsgegevens. De rechtbank wijst ook het verzoek van eiser om getuigen onder ede te horen af, omdat dit niet bijdraagt aan de beoordeling van het juridische geschil. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond.