In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 22 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vennootschap onder firma [naam V.O.F.] en de ANSVAR VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V. De zaak betreft een verkeersongeval dat plaatsvond in de nacht van 21 op 22 oktober 2021, waarbij de heer [naam], vennoot van [naam V.O.F.], met zijn auto tegen een lantaarnpaal botste. Na het ongeval heeft hij de plaats van het ongeval verlaten zonder de politie te bellen, wat in strijd is met artikel 7 van de Wegenverkeerswet. De verzekeraar, Ansvar, weigerde de schadevergoeding te betalen, omdat zij van mening was dat de heer [naam] zijn medewerkingsplicht had geschonden en dat zij in een redelijk belang was geschaad.
De rechtbank oordeelde dat het schadevoorval in beginsel een gedekte gebeurtenis was, maar dat de heer [naam] door het niet bellen van de politie de belangen van Ansvar had geschaad. De rechtbank benadrukte dat de medewerkingsplicht van de verzekeringnemer inhoudt dat hij alle relevante informatie moet verstrekken en dat het nalaten om de politie te bellen in dit geval een schending van die plicht was. De rechtbank wees de vorderingen van [naam V.O.F.] af en veroordeelde hen in de proceskosten van Ansvar, die op € 4.587,00 werden begroot.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van wettelijke verplichtingen na een verkeersongeval en de gevolgen van het niet voldoen aan de medewerkingsplicht voor de dekking van schade door de verzekeraar.