Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- de incidentele conclusie van antwoord, met producties.
2.De feiten voor zover van belang in het incident
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
10 juli 2024voor conclusie van antwoord.
Rechtbank Amsterdam
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 mei 2024 een tussenuitspraak gedaan in een incident. De eiseres, eigenaar van twee woningen, heeft de besloten vennootschap Reykswacht B.V. opdracht gegeven voor verbouwingswerkzaamheden aan een van haar woningen. Na betaling van € 125.779,50 en het constateren van gebrekkige uitvoering door een constructeur, heeft eiseres Reykswacht gesommeerd om de gebreken voor 29 september 2023 te verhelpen. Aangezien de werkzaamheden niet tijdig zijn voltooid, heeft eiseres de overeenkomst ontbonden en vordert zij terugbetaling van het betaalde bedrag, schadevergoeding en betaling van buitengerechtelijke kosten.
In het incident heeft eiseres een voorlopige voorziening gevorderd, waarbij zij een voorschot van € 125.779,50 wenst te ontvangen. De rechtbank heeft beoordeeld of aan de vereisten voor een voorlopige voorziening is voldaan en of er sprake is van een spoedeisend belang. De rechtbank oordeelt dat eiseres een belang heeft bij de gevraagde voorziening, maar dat de vordering van eiseres niet voldoende vaststaat en een inhoudelijke beoordeling vereist is. De rechtbank heeft daarom de vordering van eiseres afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat de vorderingen van eiseres worden afgewezen en dat zij de kosten van het incident moet betalen. De zaak zal op 10 juli 2024 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak.