Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
feit 1heeft de raadsvrouw zich voor wat de diefstal betreft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Wel vindt zij dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde medeplegen, omdat de zaken van alle medeverdachten met betrekking tot dit feitencomplex zijn geseponeerd.
feit 2vrijspraak bepleit. Er kan slechts sprake zijn van oplichting als het slachtoffer onder invloed van de oplichtingsmiddelen is bewogen tot afgifte van het goed. Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich zou hebben voorgedaan als bonafide koper en dat de politie daardoor is bewogen tot afgifte van de horloges. De politie is er echter van begin af aan vanuit gegaan dat verdachte geen bonafide koper was. Zij is dus ook niet door het handelen van verdachte tot afgifte bewogen. Dit betekent dat van oplichting geen sprake is.
feit 3heeft de raadsvrouw ook vrijspraak bepleit, omdat het dossier geen gerechtvaardigd vermoeden oplevert dat het horloge uit misdrijf afkomstig is.
5.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
vier maanden.
bewaringten behoeve van
de rechthebbende:
- telefoon met goednummer G5981467
- telefoon met goednummer G5981436
teruggaveaan
[verdachte]:
- horloge met goednummer G5981437
- geldbedrag van € 450,00 met goednummer G5981474