Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[verdachte],
onbepaalde tijd.
oproepingvan
verdachtetegen het nader te bepalen tijdstip, met
kennisgevingdaarvan aan de
raadsmanvan verdachte.
Rechtbank Amsterdam
Op 7 maart 2024 vond een regiezitting plaats in de Rechtbank Amsterdam, waar de rechtbank de zaak behandelde met parketnummer 13/031611-23. De verdachte, geboren in 1992, was aanwezig met zijn raadsman, mr. C.C. Polat. Tijdens de zitting werd het verzoek van de raadsman om getuigen te horen, specifiek de Sky/ECC tegengebruikers, afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek onvoldoende onderbouwd was en dat niet duidelijk was welke feiten en omstandigheden de getuigen zouden kunnen verduidelijken. De voorzitter benadrukte dat de identificatie van de verdachte als gebruiker van het Sky/ECC-id was gebaseerd op politiebevindingen en niet op getuigenverklaringen. De verdediging had niet concreet betwist welke bevindingen in het proces-verbaal van identificatie onjuist zouden zijn, en de rechtbank zag geen noodzaak om de getuigen te horen. De zitting had het karakter van een regiezitting, waarbij de rechtbank de onderzoekswensen van de verdediging besprak. De officier van justitie, mr. R. Leuven, gaf aan dat de zaak klaar was voor inhoudelijke behandeling, maar dat er nog geen duidelijkheid was over de ontsleuteling van een PGP-telefoon die relevant kon zijn voor de zaak. De rechtbank besloot het verzoek tot het horen van de getuigen af te wijzen, omdat de verdediging onvoldoende had onderbouwd waarom deze getuigen gehoord moesten worden. De zitting werd geschorst voor een nader te bepalen tijdstip.