ECLI:NL:RBAMS:2024:2874

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
10687724 \ CV EXPL 23-12161
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing vernietiging oneerlijk beding in algemene voorwaarden bij overeenkomst tot repatriëring

In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een groep consumenten en EMS Ambulance B.V. De eisers, bestaande uit vier personen wonende in de Verenigde Staten, hadden een overeenkomst gesloten met EMS voor medisch vervoer na een ongeval tijdens een bruiloft in Italië. Na het ontvangen van een offerte van EMS voor een bedrag van USD 18.900,- hebben zij de overeenkomst opgezegd voordat EMS de opdracht uitvoerde. De eisers vorderden terugbetaling van het betaalde bedrag, omdat zij van mening waren dat het bedrag onverschuldigd was betaald. EMS weigerde echter het bedrag terug te betalen en voerde verweer aan dat de overeenkomst niet rechtsgeldig was opgezegd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers de overeenkomst op een geldige manier hebben opgezegd en dat EMS niet heeft voldaan aan haar verplichtingen. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of een beding in de algemene voorwaarden van EMS, dat betrekking had op annuleringskosten, oneerlijk was. De rechtbank oordeelde dat dit beding in strijd was met de consumentenbescherming en daarom buiten toepassing moest worden gelaten. De kantonrechter heeft vervolgens geoordeeld dat EMS het bedrag van € 17.395,- aan de eisers moest terugbetalen, evenals buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De uitspraak benadrukt de bescherming van consumentenrechten in overeenkomsten en de noodzaak voor transparantie in algemene voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10687724 \ CV EXPL 23-12161
Vonnis van 3 mei 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats 1] (Verenigde Staten van Amerika),
2. [eiser 2] ,
wonende te [woonplaats 2] (Verenigde Staten van Amerika),
3. [eiser 3] ,
wonende te [woonplaats 3] (Verenigde Staten van Amerika),
4. [eiseres] ,
wonende te [woonplaats 4] (Verenigde Staten van Amerika),
eisers,
gemachtigde: mr. M. van Veen,
tegen
EMS AMBULANCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. S.V.M. Stevens.
De rechtbank noemt eisers hierna afzonderlijk [eiser 1] , [eiser 2] , [eiser 3] en [eiseres] , gezamenlijk: [eisers] en gedaagde: EMS.

1.De procedure

1.1.
In het dossier van de rechtbank zitten de volgende stukken:
- de dagvaarding van 29 augustus 2023 met producties 1 tot en met 7,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 6,
- het tussenvonnis van 14 december 2023, waarbij de mondelinge behandeling is bepaald,
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 14 maart 2024 en de spreekaantekeningen van [eisers] ,
- akte uitlating [eisers] van 28 maart 2024,
- akte uitlating EMS van 28 maart 2024.
1.2.
De kantonrechter heeft bepaald dat hij vandaag vonnis wijst.

2.De feiten

2.1.
[eisers] waren in Italië voor een bruiloft. [eiseres] is op de dag van de bruiloft gevallen en heeft haar bekken gebroken. Voor de medische behandeling wilde zij direct naar huis terug. [eiser 1] heeft op 13 september 2022 een offerte gekregen van EMS voor het medische vervoer tegen een betaling van USD 18.900,-. Op 16 september 2022 heeft [eiser 1] aan EMS een e-mail gestuurd waarin staat dat hij akkoord is met de offerte. Daarmee is de overeenkomst tot repatriëring van [eiseres] gesloten (hierna:
de overeenkomst).
2.2.
Voor de betaling aan EMS zijn op 16 september twee afzonderlijke betaalopdrachten verricht: USD 8.900,- van een rekening van Mann en USD 10.000,- van een rekening van [eiser 2] .
2.3.
EMS weigerde de opdracht uit te voeren totdat zij het geld hadden ontvangen. Volgens haar had zij op 19 september 2022 (nog) niets ontvangen.
2.4.
Op 20 september 2022 heeft [eiser 1] telefonisch meegedeeld aan EMS de opdracht te annuleren. Dit heeft hij per e-mail van dezelfde dag bevestigd. Daarbij heeft hij verzocht om het volledige bedrag terug te betalen.
2.5.
[eiseres] heeft daarna zelf een vlucht geboekt en op 21 september 2022 is zij naar Kansas City gevlogen.
2.6.
[eisers] heeft op 13 januari 2023 EMS gesommeerd het volledige bedrag terug te betalen, uiterlijk op 28 januari 2023. EMS heeft niets betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert dat de kantonrechter EMS veroordeelt € 17.395,- te betalen met € 1.048,95 aan buitengerechtelijke kosten, proceskosten en rente.
3.2.
[eisers] stelt dat hij een overeenkomst van opdracht heeft gesloten met EMS.
Zij hebben afgesproken dat EMS tegen betaling zorgt voor repatriëring van [eiseres] . [eisers] heeft de overeenkomst opgezegd voordat EMS de opdracht heeft uitgevoerd.
Het geld dat [eisers] heeft betaald is daarom onverschuldigd betaald. EMS dient dit dus terug te betalen. Ondanks dat [eisers] herhaaldelijk heeft gevraagd om terugbetaling van het bedrag, heeft EMS dat nog niet gedaan. Zij moet dat alsnog doen.
3.3.
EMS voert verweer. De conclusie van EMS is dat de vordering van [eisers] moet worden afgewezen met veroordeling van [eisers] in de kosten van de procedure.

4.De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1.
[eisers] wonen in de Verenigde Staten en EMS is gevestigd in Nederland, daarom heeft deze zaak een internationaal karakter. De rechtbank moet daarom ambtshalve toetsen of de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt en welk recht van toepassing is.
4.2.
[eisers] zijn consumenten en EMS is een bedrijf. [eisers] hebben de vordering tegen EMS ingesteld bij deze rechtbank, zodat de Nederlandse rechter op grond van de Brussel I-bis-Verordening bevoegd is. [1] De consument-beschermende bepalingen van deze verordening brengen mee dat het forumkeuzebeding in (de algemene voorwaarden bij) de overeenkomst niet geldig is.
4.3.
Nederlands recht is van toepassing op de zaak omdat partijen daarvoor hebben gekozen. [2]
De overeenkomst
4.4.
Om te kunnen beoordelen of [eisers] recht heeft op terugbetaling van het aan EMS betaalde bedrag, moet de kantonrechter eerst vaststellen om wat voor overeenkomst het in deze zaak gaat. Partijen verschillen van mening of sprake is van een gemengde overeenkomst of een overeenkomst van personenvervoer door de lucht. Vaststaat dat EMS een vlucht zou regelen voor [eiseres] en dat tijdens die vlucht door EMS ingeschakeld medisch personeel aanwezig zou zijn om de gezondheidssituatie in de gaten te houden en zo nodig medische hulp te verlenen. Gelet hierop is de kantonrechter met [eisers] van oordeel dat sprake is van een gemengde overeenkomst, [3] te weten een overeenkomst van opdracht [4] en een overeenkomst van personenvervoer door de lucht. [5] Dit betekent dat de bepalingen van de overeenkomst van opdracht en de overeenkomst van personenvervoer door de lucht naast elkaar op de overeenkomst van toepassing zijn, tenzij de bepalingen niet verenigbaar zijn of de strekking in verband met de aard van de overeenkomst zich tegen toepassing verzet.
Opzegging
4.5.
[eisers] stellen dat zij de overeenkomst hebben opgezegd. Voor de overeenkomst van opdracht en de overeenkomst van personenvervoer door de lucht geldt dat de opdrachtgever de overeenkomst op ieder moment kan opzeggen. [6] Deze opzegbepalingen zijn in zoverre dan ook verenigbaar en zijn dus beide van toepassing.
4.6.
EMS betwist echter dat de overeenkomst is opgezegd. Volgens haar hebben [eisers] de overeenkomst ontbonden op grond van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, maar kwam hen geen beroep op ontbinding toe.
4.7.
De vraag of [eisers] de overeenkomst hebben opgezegd moet worden beantwoord aan de hand van de algemene maatstaf van artikel 3:35 BW. Daarbij gelden geen eisen voor de manier waarop wordt opgezegd. [7] Het gaat erom dat de opdrachtnemer uit de gedragingen van de opdrachtgever moet kunnen opmaken dat opzegging van de overeenkomst is bedoeld.
4.8.
Op 20 september 2022 heeft [eiser 1] telefonisch meegedeeld aan EMS de opdracht te annuleren. Dit heeft hij op dezelfde dag schriftelijk bevestigd in een e-mail. Daarin schrijft hij:
“Per Conversation, we need to officially cancel the pending contract for [eiseres] due the duration of time it has taken EMS to expedite [eiseres] emergency travel back tot the States. (…) We are asking for a complete refund. Please confirm receipt of this email as soon as possible.”De kantonrechter volgt [eisers] in hun stelling dat EMS hieruit moest begrijpen dat zij niet meer wilden dat EMS de overeenkomst zou uitvoeren. Dat EMS dit ook zo heeft begrepen blijkt uit haar reactie op dezelfde dag. Zij schrijft:
“(…) You have e-mailed us stating that you want to cancel the repatriate for [eiseres] , because you think the preparations are taking too long and you have therefore now booked tickets yourself (…)”.
4.9.
[eisers] waren gerechtigd op elk moment de overeenkomst op te zeggen. Uit bovenstaande e-mail volgt dat zij dat hebben gedaan en dat EMS de opzegging heeft bevestigd. EMS heeft hierna haar verplichtingen ook niet meer uitgevoerd, zodat partijen ook feitelijk geen uitvoering meer hebben gegeven aan de overeenkomst. Daarmee staat vast dat de overeenkomst is opgezegd. Het verweer dat [eisers] de overeenkomst niet rechtsgeldig heeft ontbonden en dat de vorderingen hierop afstuiten, volgt de kantonrechter dan ook niet.
Voor de opzegging gelden de artikelen van de overeenkomst van opdracht
4.10.
Bij de opzegging van een overeenkomst van opdracht door een particulier, heeft de opdrachtnemer uitsluitend recht op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon en een vergoeding van de onkosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de opdracht, voor zover deze niet in het loon zijn begrepen. [8] Voor de opzegging van personenvervoer door de lucht geldt dat de wederpartij van de vervoerder verplicht is de schade te vergoeden die de vervoerder door de opzegging lijdt. [9] Dit betekent dat deze bepalingen niet verenigbaar zijn omdat de niet-professionele opdrachtgever bij opzegging van een vervoersovereenkomst verplicht is tot betaling van een ruimere vergoeding dan bij een overeenkomst van opdracht. De kantonrechter moet bij de gemengde overeenkomst die in deze zaak voorligt daarom eerst beslissen welke bepaling voorgaat. Daarvoor is nodig dat de kantonrechter ingaat op het beschermingsdoel van de bepalingen.
4.11.
Met artikel 7:408 lid 3 BW wordt beoogd te voorkomen dat wettelijke of contractuele schadevergoedingsplichten de opzeggingsbevoegdheid van een particuliere opdrachtgever zouden verijdelen. [10] Hiervan kan contractueel niet worden afgeweken. De wettelijke regeling voor de opzegging van personenvervoer is met name geschreven voor regulier personenvervoer. De kantonrechter stelt vast dat daar in deze zaak geen sprake van is: het gaat om persoonsgebonden dienstverlening, waarbij de medische begeleiding een belangrijk aspect is. Gelet op dit alles, geeft de kantonrechter voorrang aan het beschermingsdoel van artikel 7:408 lid 3 BW voor een particuliere opdrachtgever en zal hij dit artikel toepassen op de opzegging door [eisers]
Oneerlijk beding
4.12.
[eisers] hebben de overeenkomst opgezegd nadat zij hebben voldaan aan hun betalingsverplichting. EMS heeft van haar kant niet voldaan aan haar verplichting om [eiseres] te vervoeren. Zij weigert echter het bedrag dat [eisers] hebben voldaan terug te betalen en doen daarbij een beroep op artikel 7 van de algemene voorwaarden van de overeenkomst.
4.13.
In artikel 7 van de ‘Terms & Conditions’ behorend bij de overeenkomst (hierna: AV) staat:
Cancellation fees
7.1.
If the order is terminated prematurely after acceptance of the offer on the initiative of Other Party, the extent of the remaining payment obligation of Other Party depends on the phase in which the assignment is in, as to be determined in accordance with the following:
a. phase 1: 15% of the contract sum: immediately after acceptance of the offer. (…)
b. phase 2: 50% of the order sum: (…)
c. phase 3: 100% of the contract sum: (…)”
4.14.
Omdat [eisers] consumenten zijn en EMS handelt in de uitvoering van haar bedrijf, is de kantonrechter verplicht om ambtshalve na te gaan of dit beding valt onder Richtlijn 93/13 en, zo ja, te onderzoeken of dit beding oneerlijk is. [11] Voornoemd artikel over opzegging en annulering dat in de algemene voorwaarden bij de overeenkomst staat, is een beding dat door een professionele partij (EMS) wordt gebruikt in overeenkomsten met consumenten ( [eisers] ), terwijl het geen kernbeding is. [eisers] en EMS hebben over dit artikel niet afzonderlijk onderhandeld. Het beding valt daarom onder de werking van Richtlijn 93/13.
4.15.
Het beding is oneerlijk als dat het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. [12] De kantonrechter is van oordeel dat hiervan sprake is en licht dat hierna toe.
4.16.
Richtlijn 93/13 is geïmplementeerd in artikel 6:233 BW. In dit wetsartikel is opgenomen dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is als het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij.
4.17.
Artikel 7:408 en 7:411 BW zijn ten aanzien van de minimaal vereiste bescherming van de consument van dwingend recht en omvatten een door de wetgever gemaakte belangenafweging. Het beding in de algemene voorwaarden van [eisers] is strijdig met deze wettelijke bepalingen: de gefixeerde vergoeding die een opdrachtnemer ingeval van opzegging aan EMS moet betalen op grond van dit beding stemt niet overeen met de onder 4.10 weergegeven vergoedingsplicht van een particuliere opdrachtgever. Het beding bepaalt immers dat de consument een gefixeerde schadevergoeding moet betalen bij opzegging van de overeenkomst. Het kan dus zijn dat de ‘
cancellation fees’veel hoger zijn dan een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon en vergoeding van de onkosten op grond van de wet. Hiermee is ten nadele van de consument het evenwicht van de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk verstoord. Bij die vaststelling past de conclusie dat dit beding onredelijk bezwarend is in de zin van art. 6:233 BW en daarmee ook oneerlijk is in de zin van Richtlijn 93/13. Dat beding moet dan dus buiten toepassing worden gelaten.
4.18.
[eisers] hebben daarom terecht artikel 7 AV vernietigt. De rechtbank laat dit beding dus buiten toepassing.
4.19.
De kantonrechter is niet bevoegd om een overeenkomst waarin een oneerlijk beding buiten toepassing is gelaten, aan te vullen door een bepaling van nationaal recht in de plaats te stellen van het oneerlijke beding. [13] EMS heeft dus ook geen recht op een wettelijke vergoeding door de opzegging van de overeenkomst.
4.20.
De conclusie is dat het bedrag dat [eisers] hebben betaald onverschuldigd is betaald. EMS heeft de hoogte van het gevorderde bedrag op zichzelf niet betwist. Zij moet dus € 17.395,- terugbetalen.
4.21.
De verschuldigdheid van de wettelijke rente over dit bedrag is niet weersproken en vanaf de gevorderde datum toewijsbaar. De kantonrechter wijst ook de buitengerechtelijke proceskosten toe, omdat deze niet worden betwist en niet gebleken is dat het niet om redelijke kosten gaat die in redelijkheid zijn gemaakt.
Proceskosten
4.22.
EMS krijgt ongelijk. Zij moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [eisers] worden begroot op:
- dagvaarding € 132,42
- griffierecht € 693,00
- salaris gemachtigde € 1.015,00 (2,5 punten × tarief € 406,00)
- nakosten € 135,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.975,42
4.23.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt EMS om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 17.395,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 13 januari 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt EMS om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 1.048,95 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 29 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt EMS in de proceskosten van € 1.975,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als zij niet op tijd aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet EMS ook de wettelijke/Btag [14] kosten van betekening betalen,
5.4.
veroordeelt EMS in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.F. de Groot, rechter, bijgestaan door mr. D.K.W. Collins, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2024.

Voetnoten

1.Zie artikel 18 lid 1 Verordening Brussel I-bis
2.Zie artikel 6 lid 2 van de Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I)
3.artikel 6:215 BW
4.artikel 7:400 BW
5.artikel 8:1390 BW
6.artikel 7:408 lid 1 BW respectievelijk artikel 8:1410 lid 1 BW
7.artikel 3:37 lid 1 BW
8.artikel 7:408 lid 3, 7:406 lid 1 en 7:411 BW
9.artikel 8:1410 BW
10.zie Parl. Gesch. Inv., p. 367-368
11.HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, rov. 3.5.3.
12.artikel 3 lid 1 Richtlijn 93/13
13.artikel 6 lid 1 Richtlijn 93/13. Zie ook ECLI:EU:C:2021:68 en ECLI:EU:C:2023:14.
14.Btag is het tarief van het Besluit Tarieven Ambtshandelingen Gerechtsdeurwaarders