ECLI:NL:RBAMS:2024:2873

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
10898398 \ CV EXPL 24-895
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur en proceskosten in het kader van een betalingsregeling

In deze civiele procedure heeft WMD Drinkwater N.V. een vordering ingesteld tegen Bom Brasil Events, vertegenwoordigd door de gedaagde, die in persoon procedeert. De zaak betreft een onbetaalde eindafrekening van een waterleveringsovereenkomst die op 11 februari 2020 is gesloten en op 7 juni 2022 is beëindigd. De eindafrekening van 17 juni 2022 bedroeg € 13.961,26, welke door de gedaagde niet is voldaan. Na een sommatie-exploot op 13 december 2022 hebben partijen een betalingsregeling getroffen, waarbij de gedaagde in termijnen van € 500,- per maand zou betalen. Echter, de gedaagde heeft in december 2023 niet betaald, maar heeft daarna wel weer aan zijn betalingsverplichtingen voldaan.

Tijdens de mondelinge behandeling op 5 april 2024 heeft WMD Drinkwater haar vordering verminderd en vordert nu een bedrag van € 7.601,44, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de overeenkomst heeft gesloten voor zijn eenmanszaak en dat de consumentbeschermende bepalingen niet van toepassing zijn. De gedaagde heeft de vordering niet betwist, maar verzocht om voortzetting van de betalingsregeling.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van WMD Drinkwater niet ongegrond of onrechtmatig is en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. De proceskosten zijn vastgesteld op € 1.463,39. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 3 mei 2024 door mr. Q.R.M. Falger, rechter, bijgestaan door mr. D.K.W. Collins, griffier.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10898398 \ CV EXPL 24-895
Vonnis van 3 mei 2024
in de zaak van
WMD DRINKWATER N.V.,
gevestigd te Assen,
eisende partij,
gemachtigde: H.G. Zeiger,
tegen
[gedaagde] , handelend onder de naam Bom Brasil Events,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
De kantonrechter noemt partijen hierna: WMD Drinkwater en [gedaagde] .

1.De procedure

1.1.
In het dossier van de kantonrechter zitten:
- de dagvaarding van 16 januari 2024, met producties,
- de brief van [gedaagde] van 24 januari 2024,
- de e-mail van 2 april 2024 van WMD Drinkwater met als bijlage de Algemene Voorwaarden drinkwater,
- het tussenvonnis van 20 februari 2024, waarbij de mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 5 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
De kantonrechter heeft bepaald dat zij het vonnis vandaag wijst.

2.De feiten

2.1.
Op 11 februari 2020 is namens Bom Brasil Events een overeenkomst voor de levering van water gesloten met WMD Drinkwater. De overeenkomst is beëindigd per 7 juni 2022.
2.2.
De eindafrekening van 17 juni 2022 bedroeg € 13.961,26. [gedaagde] heeft de factuur van de eindafrekening niet betaald. WMD Drinkwater heeft daarom op 13 december 2022 een sommatie-exploot betekend aan [gedaagde] . Naar aanleiding daarvan hebben partijen een betalingsregeling afgesproken. Deze regeling hield in dat [gedaagde] een totaal bedrag van € 14.996,92 (de hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten) moet betalen in termijnen van € 500,- per maand. [gedaagde] heeft in de betalingstermijn van december 2023 niet betaald. Daarna heeft hij weer elke maand betaald.

3.Het geschil

3.1.
Na vermindering van de vordering tijdens de mondelinge behandeling, vordert WMD Drinkwater dat de rechtbank [gedaagde] veroordeelt om te betalen € 7.601,44 plus de wettelijke rente.
WMD Drinkwater vordert dat de kantonrechter daarbij bepaalt dat het vonnis ook moet worden uitgevoerd als hoger beroep wordt ingesteld (uitvoerbaar bij voorraad).
3.2.
WMD Drinkwater berekent de vordering zo:
Hoofdsom € 13.961,26
Buitengerechtelijke incassokosten € 914,61
Rente tot 16 januari 2024 € 725,57 +
€ 15.601,44
In mindering voldaan € 8.000,00 -
Totaal € 7.601,44
WMD Drinkwater stelt dat zij op basis van de tussen partijen gesloten overeenkomst water heeft geleverd. Inmiddels is de overeenkomst beëindigd en heeft WMD Drinkwater een eindafrekening gestuurd. [gedaagde] heeft de factuur van de eindafrekening niet betaald. De betalingsregeling die daarna met hem is getroffen, komt hij niet na. [gedaagde] moet daarom het restant betalen.
3.3.
[gedaagde] betwist de vordering op zichzelf niet. Hij wil alleen dat de betalingsregeling wordt voortgezet, omdat hij niet het hele bedrag ineens kan betalen.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] de overeenkomst met WMD Drinkwater heeft gesloten voor zijn eenmanszaak Bom Brasil Events. De consument- beschermende bepalingen zijn daarom niet van toepassing.
4.2.
[gedaagde] voert geen verweer tegen de vordering. De vordering komt de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor. Zij wijst daarom de vordering toe. WMD Drinkwater heeft tijdens de mondelinge behandeling toegezegd dat de betalingsregeling met een betalingstermijn van € 500,- per maand voortgezet wordt. Daarbij gaat de kantonrechter ervan uit dat de betalingstermijn(en) die [gedaagde] heeft voldaan in de periode tussen de mondelinge behandeling en het vonnis in mindering worden gebracht op het bedrag dat in de beslissing staat.
Proceskosten
4.3.
[gedaagde] krijgt dus ongelijk. Hij moet daarom de proceskosten van WMD Drinkwater betalen. De kantonrechter stelt de kosten van de rechtszaak die WMD Drinkwater heeft gemaakt vast op:
- dagvaarding € 126,39
- griffierecht € 524,-
- salaris gemachtigde € 678,- (2 punten × tarief € 339,-)
- nakosten € 135,-
Totaal € 1.463,39

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan WMD Drinkwater te betalen een bedrag van € 7.601,44, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 16 januari 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.463,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet op tijd aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de wettelijke/Btag [1] kosten van betekening betalen,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Q.R.M. Falger, rechter, bijgestaan door mr. D.K.W. Collins, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2024.

Voetnoten

1.Btag is het tarief van het Besluit Tarieven Ambtshandelingen Gerechtsdeurwaarders