Op 16 mei 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen in een zaak betreffende een verzoek om aanvullende toestemming voor de tenuitvoerlegging van een straf die is opgelegd aan een overgeleverde persoon. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 19 februari 2024, en betreft een straf die is opgelegd voor feiten die vóór het tijdstip van de overlevering zijn begaan. De overgeleverde persoon, geboren in 1969 in Polen, is momenteel gedetineerd in Polen. Het verzoek om toestemming is ingediend door de Poolse autoriteiten op 1 maart 2024.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorhanden zijnde stukken niet toereikend zijn om een beslissing te nemen, met volledige eerbiediging van de rechten van de verdediging van de overgeleverde persoon. De rechtbank heeft op 16 februari 2024 de Poolse autoriteiten verzocht om de overgeleverde persoon de mogelijkheid te bieden om zijn opmerkingen en bezwaren met betrekking tot het verzoek tot aanvullende toestemming kenbaar te maken. Dit verzoek is echter niet ingewilligd.
Daarom heeft de rechtbank besloten om de uitvaardigende justitiële autoriteit opnieuw te verzoeken om de overgeleverde persoon in de gelegenheid te stellen om zijn opmerkingen en bezwaren naar voren te brengen. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de uitvaardigende justitiële autoriteit te verzoeken om het verslag van deze gelegenheid aan de rechtbank toe te zenden. Deze beslissing is genomen door de voorzitter en de rechters in aanwezigheid van de griffiers.