Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Gütersloh, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit), en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Güterslohvan 14 december 2011 (rechtsgeldig sinds 12 oktober 2012), met kenmerk 8 Ls-36 Js 1402/11-149/11.
Staatsanwaltvan het
Staatsanwaltschaft Bielefeld(naar de rechtbank begrijpt namens de uitvaardigende justitiële autoriteit) vermeld dat hoger beroep is ingesteld tegen het vonnis van de
Gütersloh Local Court(ofwel het
Amtsgericht Güterslohzoals in het EAB wordt genoemd) van 14 december 2011. Dit hoger beroep is ‘
dismissed’ door
the Bielefeld Regional Court.Vervolgens is ook hier een rechtsmiddel tegen ingesteld, dat ‘
rejected’ is door
the Hamm Higher Regional Court.
ten grondedefinitief is afgedaan. De rechtbank zal daarom zekerheidshalve de procedures bij
the Bielefeld Regional Courten
the Hamm Higher Regional Courttoetsen.
the Hamm Higher Regional Courtop zijn verzoek door zijn advocaat is gevoerd. Dit betrof volgens de opgeëiste persoon een schriftelijke procedure, een revisie, waarbij hij werd vertegenwoordigd door zijn advocaat en geen zitting heeft plaatsgevonden.
4.Strafbaarheid
5.Verjaring naar Duits recht
Strafgesetzbuch(StGB; het Duitse Wetboek van Strafrecht) en dus op 12 oktober 2022 zou zijn verstreken. De verdediging heeft een onvertaalde, Duitstalige brief overgelegd waaruit zou blijken dat de verjaringstermijn is gestuit doordat de opgeëiste persoon in 2012 in Tsjechië is aangehouden. De verdediging verzoekt de rechtbank om het Duitse arrest aan het dossier toe te laten voegen, zodat de mogelijke verjaring kan worden beoordeeld als bedoeld in artikel 9, eerste lid, sub f, OLW.
Staatsanwaltvan het
Staatsanwaltschaft Bielefeldheeft bij e-mail van 29 februari 2024 (naar de rechtbank begrijpt namens de uitvaardigende justitiële autoriteit) immers laten weten dat de tenuitvoerleggingstermijn van het vonnis zal verstrijken op 26 juni 2030, en dat dit vonnis dus nog voor tenuitvoerlegging vatbaar is. Op basis van het vertrouwensbeginsel dient uitgegaan te worden van de juistheid van deze informatie. Hetgeen door de raadsman is aangevoerd geeft geen aanleiding om tot het oordeel te komen dat aan de verstrekte informatie moet worden getwijfeld. De rechtbank zal het onderzoek daarom niet heropenen om nadere informatie op te vragen.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Gütersloh, Duitsland, voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.