Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court of Lublin, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgment of the Provincial Court of Rykivan 12 september 2006, met kenmerk II K 266/06.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
6.De weigeringsgrond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder f, OLW
Overlevering van de opgeëiste persoon kan worden geweigerd voor een feit ter zake waarvan naar Nederlands recht rechtsmacht kon worden uitgeoefend, maar wegens verjaring geen vervolging, of, zo de overlevering is gevraagd ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel, geen bestraffing meer kan plaatshebben.”
the Provincial Court of Rykivan 12 september 2006 (met kenmerk II K 266/06) is onherroepelijk vanaf 22 februari 2007 en de tenuitvoerleggingstermijn is daarom in februari 2023 verstreken. Dit betekent dat de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder f, OLW van toepassing is. Hetzelfde geldt voor de in artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder a, OLW jo. artikel 2:13, eerste lid, aanhef en onder g, WETS bedoelde facultatieve grond.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court of Lublin, Polen, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.