Uitspraak
1.Verloop van de procedure
- de dagvaarding van 14 november 2023, met producties;
- het proces-verbaal van mondeling antwoord van 5 december 2023;
- het e-mailbericht van 5 februari 2024 van [gedaagde] , waarin zij haar mondeling antwoord aanvult;
- het tussenvonnis van 20 februari 2024, waarin een mondelinge behandeling is
- de mondelinge behandeling van 22 maart 2024, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt en in het dossier zijn gevoegd.
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
4.Het geschil
- € 11.641,00 aan achterstallige aflostermijnen uit hoofde van de leningsovereenkomst, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2023;
- € 662,10 aan verschenen wettelijke rente;
- € 1.078,61 inclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, vermeerderd met btw;
2020 tot en met 18 november 2028 aan [eiser] terugbetaalt, in maandelijkse termijnen van € 540,00. [gedaagde] heeft tot nu toe in totaal € 4.019,00 afgelost. Op basis van de tussen partijen gemaakte afspraken had [gedaagde] in de periode van november 2020 tot en met maart 2023 in totaal een bedrag van € 15.660,00 aan [eiser] moeten betalen. Dit betekent dat [gedaagde] aan achterstallige termijnen tot en met maart 2023 nog een bedrag van
€ 11.641,00 verschuldigd is aan [eiser] .
5.De beoordeling
6.De beslissing
€ 1.364,49, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen in dit vonnis voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening (conform het Btag [1] ) betalen,