ECLI:NL:RBAMS:2024:2783
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige naheffingsaanslag parkeerbelasting en proceskostenvergoeding
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 17 mei 2024, betreft het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 31 juli 2023. Eiseres had geparkeerd op een bezoekersvergunning van haar vader, maar had geen eindtijd ingevuld bij het aanmelden van de parkeersessie. Hierdoor werd de parkeersessie na vijftien minuten automatisch beëindigd. De heffingsambtenaar legde een naheffingsaanslag op, maar verklaarde later het bezwaar van eiseres gegrond en vernietigde de aanslag, terwijl het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. Eiseres ging in beroep tegen deze afwijzing.
De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk had gemaakt dat de voorwaarde van het invullen van een eindtijd aan de vergunning was verbonden. De rechtbank stelde vast dat de aanslag onrechtmatig was, omdat er geen wettelijke grondslag was voor de automatische beëindiging van de parkeersessie. De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar en kende eiseres een proceskostenvergoeding toe, omdat de heffingsambtenaar de kosten in bezwaar had moeten vergoeden. De totale vergoeding werd vastgesteld op € 1.185,-, inclusief het griffierecht van € 50,-.