ECLI:NL:RBAMS:2024:2740

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 mei 2024
Publicatiedatum
15 mei 2024
Zaaknummer
C/13/741232 / HA ZA 23-966
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en uitleg van de samenwerkingsovereenkomst tussen WLPayments B.V. en Compaynet LTD

In deze zaak vordert WLPayments B.V. betaling van openstaande facturen van Compaynet LTD, die zijn ontstaan uit een samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen. De samenwerking, die in 2021 werd aangegaan, hield in dat Compaynet het betalingsplatform van WLPayments zou gebruiken en WLPayments een koppeling met Trevipay zou ontwikkelen. Compaynet heeft echter vanaf oktober 2022 de facturen niet meer betaald, wat WLPayments noopte tot juridische stappen. Compaynet stelt dat WLPayments een geheimhoudingsafspraak heeft geschonden door de integratie met Trevipay openbaar te maken, wat volgens hen een toerekenbare tekortkoming oplevert. De rechtbank oordeelt echter dat er geen sprake is van een schending van de geheimhoudingsafspraak en dat de samenwerkingsovereenkomst nog steeds van kracht is. De rechtbank wijst de vorderingen van WLPayments grotendeels toe, inclusief de betaling van openstaande facturen en wettelijke rente. Compaynet wordt veroordeeld tot betaling van € 68.252,00 aan openstaande facturen, € 2.170,16 aan wettelijke handelsrente en € 1.457,52 aan buitengerechtelijke incassokosten. In reconventie wordt de vordering van Compaynet afgewezen, omdat de rechtbank oordeelt dat er geen rechtsgeldige opzegging van de samenwerkingsovereenkomst heeft plaatsgevonden. De rechtbank concludeert dat Compaynet de facturen tot het einde van de overeenkomst moet betalen, die loopt tot 13 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/741232 / HA ZA 23-966
Vonnis van 22 mei 2024
in de zaak van
WLPAYMENTS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: WLPayments,
advocaat: mr. R.J. van de Leur,
tegen
COMPAYNET LTD.,
gevestigd te Londen (Verenigd Koninkrijk),
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Compaynet,
advocaat: mr. S.M. Pieroelie.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 juli 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 21 februari 2024, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 april 2024 en de daarin vermelde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
WLPayments en Compaynet zijn in 2021 een samenwerking voor drie jaar aangegaan. Deze samenwerking houdt onder meer in dat Compaynet voor haar klanten het betalingsplatform van WLPayments kan gebruiken en dat WLPayments een koppeling met het platform van Trevipay, een zakelijke betalingsaanbieder, zal ontwikkelen. Compaynet had daartoe een overeenkomst met Trevipay gesloten, die onder meer inhield dat Compaynet de handelskredietdiensten van Trevipay aan Italiaanse bedrijven kan aanbieden. WLPayments is geen partij bij deze overeenkomst met Trevipay. Na een jaar samenwerking is Compaynet gestopt met de betaling van de facturen aan WLPayments. WLPayments vordert in conventie betaling van de openstaande facturen en een verklaring voor recht dat de overeenkomst niet is geëindigd. Compaynet meent dat WLPayments de geheimhoudingsafspraak over de koppeling met Trevipay heeft geschonden, omdat zij een LinkedIn-post heeft geplaatst waarin zij de integratie met Trevipay heeft bekendgemaakt. Dit levert volgens Compaynet een toerekenbare tekortkoming op. Daarom vordert Compaynet in reconventie ontbinding van de overeenkomst, voor zover dat niet reeds is gebeurd, en de door Compaynet geleden schade.
2.2.
De rechtbank komt tot de conclusie dat van een schending van een geheimhoudingsafspraak en van een toerekenbare tekortkoming geen sprake is, dat de samenwerkingsovereenkomst tussen WLPayments en Compaynet nog steeds voortduurt en dat Compaynet de openstaande facturen aan WLPayments moet betalen. Hoe zij tot dit oordeel komt, wordt onder de beoordeling uitgelegd.

3.De feiten

3.1.
WLPayments exploiteert een generiek betaalplatform waarop verschillende betaaldiensten kunnen worden aangesloten (zoals Visa en Mastercard). Klanten kunnen het platform van WLPayments gebruiken met hun eigen naam en logo.
3.2.
Compaynet is een bedrijf dat diensten verleent op het gebied van het verwerken van (online) betalingen, zoals handelskredieten, factoring en debiteurenfinanciering.
3.3.
Trevipay is een Amerikaanse aanbieder van zakelijke betalingsoplossingen, waaronder het verstrekken van handelskredietfinanciering. Trevipay had interesse om haar handelskredietdiensten op de Italiaanse markt te introduceren. Compaynet en Trevipay zijn overeengekomen dat Compaynet door middel van een digitaal platform een koppeling zou maken met het online platform van Trevipay. Via die koppeling zou Compaynet de handelskredietdiensten van Trevipay aanbieden aan Italiaanse bedrijven. Compaynet heeft vervolgens WLPayments benaderd voor het gebruik van haar platform en voor het ontwikkelen van de koppeling met het platform van Trevipay.
3.4.
Op 15 juli 2021 hebben Compaynet en WLPayments een geheimhoudingsovereenkomst gesloten (hierna: de geheimhoudingsovereenkomst). Hierin is onder meer – in algemene bewoordingen – opgenomen dat informatie die tussen partijen wordt gedeeld geheim moet blijven.
3.5.
Op 13 oktober 2021 hebben Compaynet en WLPayments een samenwerkingsovereenkomst gesloten, genaamd Technical Solution Agreement (hierna: de samenwerkingsovereenkomst). Artikel 14.4 van deze overeenkomst bepaalt kort gezegd dat deze overeenkomst alle eerdere overeenkomsten tussen partijen vervangt.
3.6.
Op 25 januari 2022 heeft WLPayments via een LinkedIn-post het volgende gepubliceerd:
“We are happy to announce that WLPayments is now integrated with TreviPay. With this integration, WLPayments’ customers can offer the Buy Now Pay Later feature for B2B Commerce. (…)”
3.7.
WLPayments heeft Compaynet toegang verleend tot het platform en een koppeling via haar platform met het platform van Trevipay ontwikkeld. Compaynet heeft vanaf aanvang van de samenwerking tot en met september 2022 de facturen van WLPayments betaald. Vanaf oktober 2022 heeft Compaynet de facturen niet meer betaald.
3.8.
Bij e-mailbericht van 31 januari 2023 heeft Compaynet aan WLPayments bericht dat Compaynet geen belang meer heeft bij de samenwerkingsovereenkomst met WLPayments, omdat Trevipay heeft besloten (toch) geen activiteiten in Italië te ontplooien. Compaynet heeft in dit bericht WLPayments gevraagd om mee te denken aan een oplossing.
3.9.
Op 6 februari 2023 heeft WLPayments voorgesteld om de koppeling met Trevipay in andere landen dan Italië aan te bieden. Daarnaast heeft WLPayments Compaynet verzocht om de openstaande facturen betalen.
3.10.
Op 16 februari 2023 heeft Compaynet WLPayments bericht dat zij in onderhandeling is met andere partijen die de positie van Trevipay in Italië zouden kunnen overnemen, zodat Compaynet het platform van WLPayments weer zou kunnen gebruiken.
3.11.
Vervolgens hebben de gemachtigden van partijen met elkaar gecorrespondeerd. Bij brief van 28 april 2023 heeft de gemachtigde van WLPayments Compaynet gesommeerd om de openstaande en toekomstige facturen te betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.12.
Hierop heeft de gemachtigde van Compaynet bij brief van 2 juni 2023 gereageerd en de samenwerkingsovereenkomst ontbonden althans opgezegd per 15 juni 2023.

4.Het geschil

In conventie
4.1.
WLPayments vordert - samengevat – dat de rechtbank:
a. Compaynet veroordeelt om aan WLPayments te betalen een bedrag van:
- € 68.252,00 aan openstaande facturen,
- € 2.170,16 aan wettelijke handelsrente berekend tot en met 22 juni 2023,
- € 1.457,52 aan buitengerechtelijke incassokosten,
dit alles te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 23 juni 2023;
b. voor recht verklaart dat de overeenkomst tussen partijen, behoudens een door WLPayments geaccepteerde opzegging, op grond van de overeengekomen looptijd voortduurt tot 13 oktober 2024;
c. voor recht verklaart dat Compayment verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de betaling van de belasting over/voor de onderhavige facturen op het moment dat de belastingdienst in Nederland of in het Verenigd Koninkrijk (of een andere instantie in een land) aanspraak maakt op betaling;
d. Compaynet veroordeelt in de proces- en nakosten, daaronder begrepen de vertaalkosten voor de dagvaarding;
e. Compaynet veroordeelt in de wettelijke rente over de proces- en nakosten;
f. het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaart.
4.2.
WLPayments legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Partijen zijn in de samenwerkingsovereenkomst een termijn van drie jaar overeengekomen. Compaynet kan deze niet beëindigen, anders dan op de in de overeenkomst bepaalde gronden, welke niet van toepassing zijn. Compaynet is vanaf oktober 2022 in verzuim met de betaling van de facturen. Daarom moet zij de openstaande en de toekomstige facturen tot het eind van de samenwerkingsovereenkomst betalen.
4.3.
Compaynet voert het volgende verweer. Onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst is de geheimhoudingsafspraak van de koppeling met Trevipay, welke WLPayments op 25 januari 2022 heeft geschonden door dit bekend te maken. WLPayments is toerekenbaar tekortgeschoten dan wel heeft onrechtmatig gehandeld jegens Compaynet, waardoor zij schade heeft geleden en winst is misgelopen. Compaynet heeft bij brief van 2 juni 2023 de samenwerkingsovereenkomst ontbonden. Daarom hoeft zij de openstaande facturen niet te betalen en is WLPayments verplicht de door Compaynet reeds betaalde facturen terug te betalen. Daarnaast kan de samenwerkingsovereenkomst wel tussentijds worden opgezegd, omdat partijen artikel 7:408 BW niet expliciet hebben uitgesloten. Compaynet heeft de overeenkomst bij de eerder genoemde brief van 2 juni 2023 opgezegd. Tot slot hoeft Compaynet de openstaande en toekomstige termijnen niet te betalen, gelet op de dringende reden voor opzegging en omdat Compaynet geen gebruik meer maakt van het platform van WLPayments.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
In reconventie
4.5.
Onder verwijzing naar hetgeen Compaynet in conventie als verweer heeft aangevoerd, vordert Compaynet – samengevat en na wijziging van eis – dat de rechtbank:
onder de voorwaarde dat de overeenkomst nog bestaat: de overeenkomst gerechtelijk ontbindt en in het kader van de ongedaanmakingsverplichtingen of schade een bedrag van € 72.157,00 aan Compaynet toewijst, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
WLPayments veroordeelt om aan Compaynet te betalen € 150.000,00 aan schade bestaande uit gemaakte kosten en misgelopen winst, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
WLPayments veroordeelt in de proceskosten;
het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaart.
4.6.
WLPayments voert verweer. WLPayments voert aan dat van toerekenbare tekortkoming geen sprake is, omdat zij geen exclusiviteit of geheimhouding heeft afgesproken met Compaynet. Daarnaast heeft Compaynet ook geen exclusiviteit met Trevipay afgesproken. Trevipay heeft zelf ook een persbericht over de koppeling uitgestuurd. Bovendien is het Trevipay die heeft besloten om niet de Italiaanse markt op te gaan zoals aanvankelijk beoogd. WLPayments staat hier geheel buiten. De beëindiging van de samenwerking met Trevipay heeft geen invloed op de samenwerkingsovereenkomst. Deze is voor een bepaalde tijd aangegaan en van een geldige opzegging is geen sprake. Mocht er al sprake zijn van een toerekenbare tekortkoming, dan heeft Compaynet WLPayments nooit in gebreke gesteld en is er dus geen sprake van verzuim. Tot slot betwist WLPayments dat Compaynet schade heeft geleden.
4.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

In conventie en in reconventie
Wat hebben partijen afgesproken?
5.1.
Partijen zijn het erover eens dat de samenwerkingsovereenkomst ziet op het gebruik van het platform van WLPayments en de ontwikkeling van de koppeling met Trevipay. Compaynet betoogt dat de overeenkomst ook inhield dat zij het exclusieve recht had op de koppeling met Trevipay en dat WLPayments hierover een geheimhoudingsplicht had. WLPayments betwist dit. WLPayments voert aan dat in de samenwerkingsovereenkomst geen verbod tot openbaar maken van de integratie met Trevipay is opgenomen. Compaynet heeft dit ook nooit als voorwaarde voor het aangaan van de overeenkomst gesteld. WLPayments had het recht om over de koppeling met Trevipay, waarvan zij het intellectuele eigendomsrecht bezit, te communiceren. Bovendien is het publiceren via zakelijke kanalen als LinkedIn gebruikelijk in de branche waarin Compaynet ook actief is, aldus WLPayments.
5.2.
Partijen verschillen dus van mening over wat zij precies zijn overeengekomen. De rechtbank dient daarom de inhoud van de overeenkomst uit te leggen. Daarbij is van belang hoe WLPayments en Compaynet in de gegeven omstandigheden elkaars verklaringen en gedragingen moesten begrijpen en wat zij daarbij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De bewoording, de aard en de strekking van de overeenkomst worden hierbij in aanmerking genomen (de Haviltex-maatstaf).
5.3.
Compaynet erkent dat in de samenwerkingsovereenkomst niet is opgenomen dat zij het exclusieve recht had op gebruik van de koppeling met Trevipay en dat WLPayments een geheimhoudingsplicht had, maar voert aan dat dit wel de bedoeling van partijen was. Daarvoor verwijst Compaynet allereerst naar de geheimhoudingsovereenkomst. De rechtbank leest ook in deze overeenkomst geen specifieke geheimhoudingsplicht voor WLPayments wat betreft het openbaar maken of publiceren van de koppeling met Trevipay. Bovendien is in de samenwerkingsovereenkomst bepaald dat alle voorgaande overeenkomsten, dus ook de geheimhoudingsovereenkomst, worden vervangen. Een beroep op de geheimhoudingsovereenkomst kan Compaynet dus niet baten.
5.4.
Daarnaast betoogt Compaynet dat de geheimhouding voor Compaynet essentieel was. Zoals besproken tijdens de mondelinge behandeling, betekent dit nog niet dat WLPayments daarvan ook moest uitgaan. Dat WLPayments uit het feit dat Compaynet betaalde voor de ontwikkeling van de koppeling had moeten begrijpen dat geheimhouding essentieel was voor Compaynet, volgt de rechtbank niet. Het enkele feit dat Compaynet betaalt voor een dienst van WLPayments schept immers geen geheimhoudingsplicht voor WLPayments. Compaynet heeft dan ook onvoldoende feiten gesteld waaruit volgt dat WLPayments ook moest uitgaan van de gestelde geheimhouding. Compaynet heeft verklaard dat partijen de afspraken mondeling hebben gemaakt en dat zij de geheimhoudingsafspraak kan bewijzen door middel van getuigen. Omdat Compaynet te weinig heeft gesteld en WLPayments de geheimhoudingsafspraak gemotiveerd heeft betwist, wordt niet toegekomen aan een bewijsopdracht. Dat Compaynet daarnaast het exclusieve recht op het gebruik van de Trevipaykoppeling zou hebben volgt ook niet uit de overeenkomst. Bovendien is in de samenwerkingsovereenkomst (artikel 9.4) opgenomen dat alle intellectuele eigendomsrechten bij WLPayments blijven. Waarom deze regel niet onverkort van toepassing is zoals Compaynet betoogt, heeft zij niet toegelicht.
5.5.
Dit betekent dat WLPayments de koppeling met Trevipay op grond van de samenwerkingsovereenkomst niet geheim hoefde te houden. WLPayments mocht de integratie van deze koppeling op haar platform dus openbaar maken. Compaynet voert nog aan dat WLPayments daarmee klanten heeft geworven en dat concurrenten van Compaynet de markt zijn opgegaan waardoor zij schade heeft geleden, maar dit heeft WLPayments gemotiveerd betwist en Compaynet heeft deze stelling verder niet onderbouwd. Dat lag wel op haar weg. Gelet op het vorenstaande is daarom geen sprake van onrechtmatig handelen of een toerekenbare tekortkoming van WLPayments richting Compaynet. De door Compaynet bij brief van 2 juni 2023 beoogde buitengerechtelijke ontbinding is dus zonder rechtsgevolg gebleven. Compaynet heeft bij deze stand van zaken ook geen grond om de samenwerkingsovereenkomst in rechte te laten ontbinden, zodat de door haar in reconventie gevorderde ontbinding wordt afgewezen (4.5 sub a). Gelet op dit oordeel behoeft de door Compaynet in reconventie ingestelde schadevordering, die op de toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen is gestoeld, ook geen bespreking (4.5 sub b).
Tussentijds opzeggen mogelijk?
5.6.
Compaynet heeft verder aangevoerd dat zij de samenwerkingsovereenkomst bij brief van 2 juni 2023 heeft opgezegd per 15 juni 2023 en dat zij daarom niet gehouden is de facturen van na die datum te betalen. De rechtbank oordeelt dat van een rechtsgeldige opzegging geen sprake is en dat Compaynet de facturen tot het einde van de samenwerkingsovereenkomst (13 oktober 2024) moet betalen.
5.7.
Partijen hebben in de samenwerkingsovereenkomst de mogelijkheid tot tussentijdse beëindiging als volgt opgenomen:

4. Term and Termination
4.1.
This Agreement is effective as of the Effective Date and shall continue in full force for thirty-six (36) months (“Initial Term”) thereafter, unless terminated earlier in accordance with this Agreement.
4.2.
After the Initial Term, this Agreement shall automatically renew for successive periods each of one (1) year (Renewal Term) unless either Party gives the other Party notice in writing at least six (6) months prior to the expiry of the Initial Term or the relevant Renewal Term.
4.3
The Provider may terminate this Agreement with immediate effect, in whole or in part, in the event that: (i) there is a change in Applicable Laws and/or Rules that directly and materially affect the ability of the Provider to provide the Platform or Services in which case the Agreement shall be terminated only in respect of the affected Services.
4.4
Each Party shall be entitled to terminate this Agreement with immediate effect in the event the other Party is placed into bankruptcy, commences composition negotiations, is placed into liquidation, fails to honor an undisputed promissory note, or may otherwise be deemed insolvent.
(…)”
5.8.
Uit 4.3 en 4.4 blijkt dat de samenwerkingsovereenkomst alleen in specifieke gevallen en onder voorwaarden kan worden opgezegd. Tussen partijen is niet in geschil dat die gevallen zich hier niet voordoen. Voor zover Compaynet heeft willen betogen dat de gestelde tekortkoming of onrechtmatige daad van WLPayments haar het recht geeft om de samenwerkingsovereenkomst op een van deze gronden op te zeggen, dan kan dit gelet op hetgeen eerder is overwogen ook niet slagen.
5.9.
Ook het beroep van Compaynet op artikel 7:408 lid 1 BW (dat de overeenkomst te allen tijde kan worden opgezegd) kan haar niet baten. Dit artikellid is van regelend recht (artikel 7:413 lid 2 BW). Partijen zijn een overeenkomst voor een bepaalde tijd overeengekomen en hebben met de bepaling zoals hiervoor weergegeven afgeweken van de wet. Zij hebben immers uitdrukkelijk bepaald onder welke voorwaarden de overeenkomst kan worden opgezegd. Compaynet heeft nog aangevoerd dat partijen niet expliciet hebben opgenomen dat artikel 7:408 lid 1 BW toepassing mist, zodat dit artikel wel van toepassing is, maar een redelijke uitleg van 4.3 en 4.4 van de samenwerkingsovereenkomst brengt mee dat de afwijking van die bepaling het buiten toepassing laten daarvan impliceert.
5.10.
Tot slot kan Compaynet ook geen beroep doen op onvoorziene omstandigheden die de opzegging volgens haar zouden rechtvaardigen. Het besluit van Trevipay om zich terug te trekken uit de samenwerking met Compaynet is geen onvoorziene omstandigheid als bedoeld in artikel 6:258 BW. Bovendien komt het beëindigen van de samenwerking met Compaynet door Trevipay in de relatie tussen Compaynet en WLPayments voor risico van Compaynet. WLPayments staat daar immers buiten.
5.11.
Dit betekent dat van een geldige opzegging geen sprake is en dat de samenwerkingsovereenkomst nog steeds voortduurt.
In conventie
Conclusie
5.12.
Compaynet wordt veroordeeld om aan WLPayments te betalen € 68.252,00 aan openstaande facturen. Compaynet heeft met een beroep op de redelijkheid en billijkheid betoogd dat dit bedrag moet worden gematigd, maar daarvoor bestaat geen aanleiding. Compaynet is een overeenkomst voor drie jaar aangegaan, WLPayments is haar verplichtingen nagekomen en ook Compaynet zal haar verplichtingen moeten nakomen. Compaynet kan de gevolgen van het terugtrekken van Trevipay en haar eigen keuze om de koppeling niet op andere wijze in te zetten niet op WLPayments afwentelen. De rechtbank wijst ook toe de gevorderde verklaring voor recht dat de samenwerkingsovereenkomst tot
13 oktober 2024 voortduurt.
Verklaring omtrent btw
5.13.
De rechtbank wijst af de door WLPayments gevorderde verklaring voor recht dat Compaynet verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de betaling van de belasting over/voor de facturen op het moment dat de belastingdienst aanspraak maakt op betaling. WLPayments heeft toegelicht dat zij hier belang bij heeft omdat de btw is verlegd en dat als Compaynet de btw niet afdraagt, WLPayments mogelijk door de belastingdienst kan worden aangesproken voor de betaling van de btw. De rechtbank heeft hiervoor reeds geoordeeld dat wordt toegewezen de verklaring voor recht dat de samenwerkingsovereenkomst tot het eind voortduurt. Omdat WLPayments heeft verklaard dat de afspraak over het verleggen van de btw in deze overeenkomst is opgenomen, heeft WLPayments geen afzonderlijk belang bij de gevorderde verklaring voor recht.
Wettelijke handelsrente
5.14.
WLPayments vordert een bedrag van € 2.170,16 aan wettelijke handelsrente tot en met 22 juni 2023. Daarnaast vordert WLPayments wettelijke handelsrente over de hoofdsom en verschenen rente vanaf 23 juni 2023. De rente over verschenen rente wordt afgewezen, de verschenen rente wordt immers pas rentedragend nadat een jaar is verstreken. Compaynet heeft de verschuldigdheid van wettelijke rente overigens niet betwist. Aan de vereisten voor de verschuldigdheid van rente is voldaan, omdat Compaynet in verzuim is met de betaling van de openstaande facturen. De rechtbank wijst daarom beide vorderingen voor het overige toe.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.15.
WLPayments vordert een bedrag van 1.457,52 aan buitengerechtelijke incassokosten. WLPayments heeft voldoende onderbouwd dat zij incassowerkzaamheden heeft verricht. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is gelijk aan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wijst de rechtbank € 1.457,52 toe.
Proceskosten
5.16.
Compaynet is de partij die grotendeels ongelijk krijgt. Zij moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van WLPayments worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
119,38
- vertaalkosten van de dagvaarding
605,00
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
2.428,00
(2,00 punten × € 1.214,00)
Totaal
5.989,38
5.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
In reconventie
Proceskosten
5.18.
Compaynet is de partij die ongelijk krijgt. Zij moet daarom de proceskosten in reconventie betalen. De proceskosten van WLPayments worden als volgt vastgesteld. Er wordt één punt toegekend aan de conclusie van antwoord in reconventie. In de kostenvergoeding in conventie is al een punt toegekend voor de mondelinge behandeling, zodat in reconventie niet nogmaals een punt voor de mondelinge behandeling wordt toegekend. Tot slot berekent de rechtbank de hoogte van het salaris van de advocaat op basis van de gewijzigde eis in reconventie van € 150.000,00, zodat het totaal gevorderde in reconventie uitkomt op € 222.157,-. De proceskosten bedragen in totaal € 2.714,00 (1 punt x tarief VI € 2.714,00).
In conventie en reconventie
5.19.
Zowel in conventie als reconventie krijgt WLPayments (grotendeels) gelijk. Dat betekent dat Compaynet ook de nakosten van in totaal € 278,00 moet betalen aan WLPayments.
5.20.
De gevorderde wettelijke rente over de nakosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
veroordeelt Compaynet om aan WLPayments te betalen een bedrag van € 68.252,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 23 juni 2023, tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt Compaynet om aan WLPayments te betalen een bedrag van € 2.170,16 aan wettelijke handelsrente berekend tot en met 22 juni 2023;
6.3.
veroordeelt Compaynet om aan WLPayments te betalen een bedrag van € 1.457,52 aan buitengerechtelijk incassokosten;
6.4.
veroordeelt Compaynet in de proceskosten van € 5.989,38, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe;
6.5.
veroordeelt Compaynet tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving is betaald;
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
6.7.
wijst het gevorderde af;
6.8.
veroordeelt Compaynet in de proceskosten van € 2.714,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe;
in conventie en reconventie
6.9.
veroordeelt Compaynet in de nakosten, aan de zijde van WLPayments tot dit vonnis vastgesteld op € 278,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, en te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening indien Compaynet hier niet tijdig aan voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.10.
veroordeelt Compaynet tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving is betaald;
6.11.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Singeling, rechter, bijgestaan door mr. M. Sahin, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2024.