In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de ouders van een 11-jarige jongen die op een elektrische fiets reed en in juni 2022 in Amsterdam tegen een bestelwagen botste. De ouders zijn aansprakelijk gesteld voor 50% van de schade van de automobilist, die ruim 1700 euro bedraagt. De aanrijding vond plaats op 9 juni 2022 op de Gerda Brautigamstraat, waar de minderjarige geen voorrang verleende aan de bestuurder van de bestelauto. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de fiets van de minderjarige, een Ouxi V5, niet als motorrijtuig kan worden gekwalificeerd volgens de Wegenverkeerswet, omdat deze niet boven de maximumsnelheid van 25 km/h kan worden gebracht. De kantonrechter oordeelde dat de minderjarige een ernstige verkeersfout heeft gemaakt, maar dat zijn gedrag niet als onrechtmatige daad kan worden aangemerkt, omdat hij nog geen 14 jaar oud is. De ouders zijn aansprakelijk op grond van artikel 6:169 BW, omdat zij het ouderlijk gezag hebben. De schadevergoeding is vastgesteld op 1.706,59 euro, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De ouders worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding en de proceskosten.