ECLI:NL:RBAMS:2024:2732
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiseres had op 15 maart 2023 een beroepschrift ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 14 februari 2023. De rechtbank heeft het onderzoek in de zaak gesloten, omdat voortzetting niet nodig was en het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. Dit was het gevolg van het niet tijdig betalen van het griffierecht, dat was vastgesteld op € 365,-. De griffier had eiseres meerdere keren in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiseres had hier niet op gereageerd of had geen bewijs van betalingsonmacht overlegd.
De rechtbank overwoog dat de gemachtigde van eiseres, mr. Bartels, een ervaren rechtshulpverlener is en dat van hem verwacht mag worden dat hij een goede administratie bijhoudt. De rechtbank concludeerde dat de ontkenning van ontvangst van de notabrieven door Bartels niet geloofwaardig was, gezien zijn frequente betrokkenheid bij procedures en het ontbreken van bewijs van postproblemen. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, zonder dat er een inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken.