Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Bewijs en bewijsmotivering
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen
8.Ten aanzien van de benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolgingterzake daarvan.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
200 (tweehonderd) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 100 (honderd) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
2 (twee) maanden.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
[slachtoffer 1]toe tot een bedrag van € 500,00 (vijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (9 augustus 2023) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[slachtoffer 2]toe tot een bedrag van € 1.027,50 (duizend zevenentwintig euro en vijftig cent) aan vergoeding van materiële schade en € 1.500,00 (vijftienhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (19 april 2021) tot aan de dag van de algehele voldoening.