ECLI:NL:RBAMS:2024:2705

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2024
Publicatiedatum
13 mei 2024
Zaaknummer
13/338926-23 (zaak A) en 13/154312-23 (zaak B)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van diefstal in vereniging, witwassen en poging tot inbraak met vrijspraak voor poging tot diefstal uit een auto

Op 8 april 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1996 en momenteel gedetineerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor diefstal in vereniging uit een auto, witwassen van luxe goederen en poging tot inbraak. De zaak omvat twee afzonderlijke parketnummers: 13/338926-23 (zaak A) en 13/154312-23 (zaak B). In zaak A is de verdachte op 25 oktober 2023 samen met anderen beschuldigd van diefstal uit een auto, waarbij gebruik is gemaakt van een valse sleutel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de goederen heeft gestolen, maar heeft hem vrijgesproken van de poging tot diefstal uit een auto op 5 november 2023, omdat er onvoldoende bewijs was om zijn verklaring dat hij niet de enige gebruiker was van de telefoon die door de dader in de auto is achtergelaten, te weerleggen. In zaak B heeft de verdachte op 23 juni 2023 geprobeerd in te breken in een coffeeshop, wat door getuigen is waargenomen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft hem verplicht om een schadevergoeding van € 16.702,43 te betalen aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook verschillende goederen verbeurd verklaard en onttrokken aan het verkeer, waaronder luxe kleding en wapens.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Team Strafrecht
Parketnummers: 13/338926-23 (zaak A) en 13/154312-23 (zaak B) (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 8 april 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
ingeschreven in het BRP op het adres [BRP-adres] ,
nu gedetineerd in het [penitentiaire inrichting] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 19 en 25 maart 2024.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, ter terechtzitting van 19 maart 2024 gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A (13/338926-23) en zaak B (13/154312-23) aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. G.W. van der Burg, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. W.P.A. Vos, naar voren hebben gebracht.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van wat door de benadeelde partij, [benadeelde partij] (hierna: [benadeelde partij] ), naar voren is gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt er – kort gezegd – van beschuldigd dat hij in Amsterdam:
Zaak A, feit 1
op 25 oktober 2023 samen met anderen uit een auto goederen van [benadeelde partij] heeft gestolen waarbij verdachte en zijn mededaders gebruik hebben gemaakt van een valse sleutel;
Zaak A, feit 2
op 5 november 2023 heeft gepoogd goederen uit een tas in een auto, toebehorende aan [persoon] en/of [bedrijf] weg te nemen;
Zaak A, feit 3
op 20 december 2023 merkkledingstukken en/of merkschoenen en/of sieraden en/of luxe goederen heeft witgewassen;
Zaak A, feit 4
op 20 december 2023 een busje traangas voorhanden heeft gehad;
Zaak B
op 23 juni 2023 een koevoet en een krik onder het rolluik van Coffeeshop [coffeeshop] heeft geplaatst, het rolluik omhoog heeft gedraaid en een plantenbak onder het rolluik heeft gezet. Dit is primair ten laste gelegd als een poging tot diefstal door middel van braak of verbreking en subsidiair als vernieling.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten kunnen worden bewezen, behalve het in zaak A, onder 3 ten laste gelegde witwassen van negentien munten (goednummer: 6438724) en één van de tweemaal ten laste gelegde Emporio Armani broeken (goednummer: 6438631). Van het witwassen van die negentien munten en één van die Emporio Armani broeken dient verdachte te worden vrijgesproken.
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor de poging tot diefstal uit een auto op 5 november 2023 (zaak A, feit 2), het witwassen van de verschillende goederen (zaak A, feit 3), de poging tot diefstal door middel van braak (zaak B, primair) en de vernieling (zaak B, subsidiair). De onder zaak A, feit 1 ten laste gelegde diefstal uit de auto op 25 oktober 2023 kan wel worden bewezen, maar verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde onderdeel dat dit met een valse sleutel zou zijn gepleegd. Voor het voorhanden hebben van het busje traangas (zaak A, feit 4) heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak zaak A, feit 2
De rechtbank acht de poging tot diefstal uit een auto op 5 november 2023 niet bewezen, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken. Bij de poging tot diefstal heeft de aangever de telefoon van de dader afgepakt. Hoewel uit het dossier volgt dat er aanwijzingen zijn dat verdachte de gebruiker is van deze telefoon, is nader onderzoek naar de telefoon uitgebleven en bevat het dossier onvoldoende bewijs om buiten redelijke twijfel de verklaring van verdachte dat hij niet de enige gebruiker van de telefoon is, uit te sluiten. Dit betekent dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die de telefoon heeft achtergelaten bij de poging diefstal.
Bewezenverklaring zaak A, feit 1
De rechtbank is van oordeel dat de diefstal in vereniging uit de auto van [benadeelde partij] op 25 oktober 2023 kan worden bewezen. Verdachte heeft op de zitting bekend dat hij samen met een ander de goederen van [benadeelde partij] uit haar auto heeft gestolen. Hij heeft echter ontkend dat hij daarbij gebruik heeft gemaakt van een valse sleutel. Volgens verdachte stond de auto niet op slot en ging het om een auto met ouderwetse deurvergrendeling waarbij de knopjes omhoog stonden, zodat hij vanaf de buitenkant kon zien dat de auto niet was afgesloten. De rechtbank acht dit ongeloofwaardig en verwerpt dit verweer gelet op de verklaring van aangeefster. Zij heeft verklaard dat zij door de alarmlichten die aan en uit gingen heeft gezien dat zij haar auto op slot deed. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de auto op slot stond en dat het vanwege het ontbreken van braakschade niet anders kan zijn dan dat verdachte de autodeur met een blanco sleutel of een daarop gelijkend voorwerp heeft geopend. De rechtbank acht daarmee ook het ten laste gelegde onderdeel door middel van een valse sleutel bewezen.
Bewezenverklaring en partiële vrijspraak zaak A, feit 3
Bij de doorzoeking van de woning aan [adres] in Amsterdam heeft de politie in de slaapkamer van verdachte een grote hoeveelheid aan (luxe) goederen – onder andere merkkleding, merkschoenen en sieraden – aangetroffen.
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte de negentien munten en een van de Emporio Armani broeken (die twee keer op de tenlastelegging staan) heeft witgewassen en zal verdachte daarvan vrijspreken. De overige goederen heeft verdachte wel witgewassen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
i. AirPods
Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat de aangetroffen AirPods van misdrijf afkomstig zijn. Er is aangifte gedaan van diefstal van AirPods. Deze AirPods hebben hetzelfde serienummer als de in de slaapkamer van verdachte aangetroffen AirPods en zijn dus van misdrijf afkomstig. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte dit ook wist. Dat leidt de rechtbank af uit de omstandigheden waaronder de AirPods bij verdachte zijn aangetroffen, te weten samen met een grote hoeveelheid, uit misdrijf afkomstige, luxe goederen, en uit het feit dat verdachte twee maanden voor het aantreffen van deze AirPods in zijn slaapkamer vergelijkbare goederen en merkkleding uit een auto heeft gestolen. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte deze AirPods heeft witgewassen door deze voorhanden te hebben gehad.
Overige voorwerpen op de tenlastelegging
Vermoeden voorwerpen afkomstig uit misdrijf
Ten aanzien van de overige voorwerpen die bij verdachte in zijn slaapkamer zijn aangetroffen, kan niet op basis van het dossier worden vastgesteld dat deze afkomstig zijn van een nauwkeurig (eigen) aangeduid misdrijf. Echter, ook als niet duidelijk is uit welk specifiek misdrijf de voorwerpen afkomstig zijn, kan witwassen worden bewezen. Daarvoor is allereerst vereist dat wordt vastgesteld dat de door het Openbaar Ministerie aangedragen feiten en omstandigheden van zodanige aard zijn dat sprake is van een vermoeden van witwassen. De rechtbank vindt dat daarvan sprake is. Het gaat om merkgoederen uit het hogere segment die samen een grote waarde vertegenwoordigen. Uit het inkomen van verdachte, te weten zijn Wajong-uitkering, kan de aanschaf van deze goederen niet worden verklaard. De raadsvrouw heeft bepleit dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat het om echte of namaakproducten gaat. De rechtbank verwerpt dit verweer. Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij van dure merkgoederen houdt en verdachte heeft gebruik gemaakt van een telefoon met foto’s van gestolen merkgoederen waarvan aangifte is gedaan. Bovendien vindt de rechtbank bewezen dat verdachte twee maanden voor het aantreffen van deze luxegoederen in zijn slaapkamer ook vergelijkbare luxe goederen en merkkleding uit een auto heeft gestolen (zaak A, feit 1). De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de bij verdachte aangetroffen goederen echt zijn.
Dit alles bij elkaar maakt dat voor de goederen geldt dat er een gerechtvaardigd vermoeden bestaat dat deze uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Verklaring verdachte
Het voorgaande betekent dat er van verdachte een verklaring mag worden verlangd over de legale herkomst van de goederen en dat deze concreet, verifieerbaar en niet op voorhand zeer onwaarschijnlijk moet zijn.
Verdachte heeft kort gezegd verklaard dat hij deze goederen met geld van zijn familie of van hemzelf al dan niet via Marktplaats heeft gekocht. Verdachte heeft een dag voor de zitting een verklaring van zijn zus overgelegd waarin zij verklaart dat zij af en toe geld aan verdachte geeft. De door haar genoemde bedragen zijn niet nader geconcretiseerd en komen niet overeen met de waarde van de goederen die bij verdachte zijn aangetroffen. Ook heeft verdachte verklaard dat hij twee kledingstukken van zijn moeder cadeau heeft gekregen. Daarbij is verdachte in algemene termen gebleven en heeft hij op (door)vragen van de rechtbank zijn verklaring niet verder geconcretiseerd. Zijn verklaring is daarom onvoldoende concreet en niet verifieerbaar. Verdachte heeft daarmee het witwasvermoeden niet weerlegd. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat de luxe goederen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dit wist. De rechtbank acht daarmee bewezen dat verdachte de aangetroffen goederen heeft witgewassen door deze voorhanden te hebben gehad.
Bewezenverklaring zaak A, feit 4
Op grond van de bekennende verklaring van verdachte en het proces-verbaal van bevindingen over het busje traangas vindt de rechtbank bewezen dat verdachte een busje traangas voorhanden heeft gehad.
Bewezenverklaring zaak B, primair
De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen van verdachte gelet op de omstandigheden van het geval naar hun uiterlijke verschijningsvorm niet anders kunnen worden begrepen dan als een poging tot inbraak in Coffeeshop [coffeeshop] , met het oogmerk daar goederen weg te nemen. Verdachte is immers rond 04.00 uur in de morgen met een krik en een koevoet naar Coffeeshop [coffeeshop] gegaan en door een getuige is gezien dat hij probeerde in te breken door de krik onder het rolluik van de coffeeshop te plaatsen en een grote plantenbak onder het luik te zetten. Een verbalisant heeft daarnaast op camerabeelden gezien dat verdachte ook een koevoet onder het rolluik plaatste, voordat hij de plantenbak onder het luik zette. De inbraak heeft verdachte door de ontdekking op heterdaad door omstanders vervolgens niet kunnen voltooien. Dat uitsluitend sprake zou zijn geweest van opzet op vernieling, zoals is gesteld door verdachte, acht de rechtbank niet geloofwaardig. De rechtbank verwerpt dit verweer dan ook en acht bewezen dat verdachte heeft geprobeerd in te breken bij de coffeeshop.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Zaak A, feit 1
op 25 oktober 2023 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een personenauto
- koffers en een trolley (merk: Suitsuit) en
- sieraden en
- ( merk)horloges en
- ( merk)kledingstukken en
- ( merk)schoenen en
- ( merk)tassen en
- ( merk)brillen en
- parfums en
- een (merk)riem en
- een laptop (merk: HP)
die aan [benadeelde partij] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel door de deur van voornoemde personenauto te openen door middel van een blanco sleutel, althans een op een blanco sleutel gelijkend voorwerp en zich vervolgens de toegang tot de auto te verschaffen;
Zaak A, feit 3
op 20 december 2023 te Amsterdammerkkledingstukken en merkschoenen en sieraden en luxe goederen, te weten:
- een Dolce & Gabana shirt (goednummer: 6438563) en
- twee Versace shirts (goednummers: 6438567 en 6438572) en
- een Palm Angel shirt (goednummer: 6438586) en
- een Dior shirt (goednummer: 6438593) en
- een Moncler shirt (goednummer: 6438598) en
- een Givenchy shirt (goednummer: 6438605) en
- twee Ralph Lauren shirts (goednummers: 6438609 en 6438611) en
- een D-squared shirt (goednummer: 6438615) en
- twee Kenzo shirts (goednummers: 6438616 en 6438621) en
- een Lacoste shirt (goednummer: 6438618) en
- twee D-squared broeken (goednummer: 6438623 en 6438632) en
- een Emporio Armani broek (goednummer: 6438631) en
- een Pierre Balmain broek (goednummer: 6438633) en
- een Stone Island broek (goednummer: 6438634) en
- een Burberry broek (goednummer: 6438639) en
- twee paar Balenciaga schoenen (goednummers: 6438737 en 6438746) en
- één paar Valentino schoenen (goednummer: 6438749) en
- twee Woolrich jassen (goednummers: 6438607 en 6438665) en
- een Louis Vuitton portemonnee (goednummer: 6446733) en
- een Moncler jas (goednummer: 6446721) en
- een Stone Island jas (goednummer: 6446662) en
- een Canada Goose jas (goednummer: 6446664) en
- drie stuks oorbellen (goednummer: 6438739) en
- een Louis Vuitton riem (goednummer: 6446647) en
- twee Louis Vuitton tassen (goednummers: 6446639 en 6446609) en
- een Hermes riem (goednummer: 6446636) en
- een Ralph Lauren tas (goednummer: 6446604) en
- een Gucci tas (goednummer: 6446612) en
- een Prada tas (goednummer: 6446615) en
- een Christian Dior tas (goednummer: 6446620) en
- een Replay shirt (goednummer: 6446557) en
- een Burberry shirt (goednummer: 6446559) en
- drie Dolce & Gabbana shirts (goednummers: 6446560 en 6446562 en 6446565) en
- een Christian Dior shirt (goednummer: 6446563) en
- een Off-White shirt (goednummer: 6446564) en
- een Moschino shirt (goednummer: 6446567) en
- twee Nudie Jeans Co broeken (goednummer: 6446514 en 6446516) en
- een 7 For All Mankind broek (goednummer: 6446517) en
- een Hugo Boss broek (goednummer: 6446519) en
- een Diesel broek (goednummer: 6446521) en
- twee kettingen (goednummer: 6438745) en
- een (zilverkleurig) siervoorwerp (goednummer: 6438742) en
- twee ringen (goednummer: 6438744) en
- Apple Airpods (goednummer: 6438734)
voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Zaak A, feit 4
op 20 december 2023 te Amsterdam een wapen van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten een busje traangas voorhanden heeft gehad.
Zaak B, primair
op 23 juni 2023 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meer goed(eren) dat/die aan Coffeeshop [coffeeshop] toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, naar voornoemde Coffeeshop is gegaan en vervolgens een krik heeft geplaatst onder het rolluik van voornoemde Coffeeshop en vervolgens het rolluik omhoog heeft gedraaid met voornoemde krik en vervolgens een koevoet onder het rolluik heeft gezet en vervolgens een plantenbak onder het rolluik heeft gezet, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met aftrek van voorarrest.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de tijd die door verdachte in voorarrest is doorgebracht.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van een diefstal uit een auto door middel van een valse sleutel en een poging tot inbraak in een coffeeshop. Door het plegen van deze feiten heeft verdachte schade en overlast veroorzaakt voor de betreffende slachtoffers en blijk gegeven geen respect te hebben voor het eigendomsrecht van een ander. Verdachte heeft hierbij enkel uit eigen financieel gewin gehandeld en heeft zich niet bekommerd om de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. Dat de impact van de diefstal groot was blijkt uit hetgeen [benadeelde partij] hierover op de zitting heeft verklaard.
Verder heeft verdachte verschillende luxe goederen witgewassen. Hij heeft de luxe goederen voorhanden gehad in zijn woning. Door zo te handelen heeft de verdachte eraan meegewerkt dat opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie worden onttrokken. Dat is kwalijk, omdat daardoor ook andere strafbare feiten worden verhuld en het voordeel dat is genoten door het plegen van deze delicten niet kan worden ontnomen.
Tot slot heeft verdachte in zijn woning een busje traangas voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van wapens kan in zijn algemeenheid een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengen en een gevoel van onveiligheid in de samenleving veroorzaken.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 1 maart 2024. Hieruit blijkt dat verdachte veelvuldig is veroordeeld voor vermogensdelicten en dat hij eerder op 9 mei 2018 een ISD-maatregel voor de duur van twee jaar opgelegd heeft gekregen voor onder andere het plegen van bedrijfsinbraken.
Uit een rapport van Reclassering Nederland van 22 december 2023 komt naar voren dat reclasseringsbegeleiding in het verleden niet van de grond is gekomen en dat zij daarom geen mogelijkheden ziet om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen. Op de zitting is ook gebleken dat verdachte niet gemotiveerd is voor een reclasseringstraject.
Op te leggen straf
De rechtbank heeft gekeken naar de uitgangspunten voor straffen die de rechtbanken en gerechtshoven onderling hebben afgesproken (LOVS). Gelet op het strafblad van verdachte gaat de rechtbank hierbij bij de vermogensdelicten uit van veelvuldig recidive.
Zaak A, feit 1
Voor diefstal uit een auto is bij veelvuldig recidive het oriëntatiepunt een gevangenisstraf van twee maanden. De rechtbank vindt echter dat er strafverzwarende omstandigheden zijn die maken dat uit dient te worden gegaan van een gevangenisstraf van drie en een halve maand. Die strafverzwarende omstandigheden bestaan eruit dat verdachte de diefstal samen met anderen heeft gepleegd de gestolen goederen een hoge waarde vertegenwoordigen en de schade - zowel op financieel als op emotioneel vlak - redelijk omvangrijk is geweest.
Zaak A, feit 3
Hoewel er geen sprake is van witwassen in een frauduleuze context en bij witwassen in dit geval niet (direct) kan worden gesproken van een benadelingsbedrag zoals bij fraudedelicten, ziet de rechtbank wel aanleiding om aan te sluiten bij het oriëntatiepunt Fraude van het LOVS. De waarde van de goederen is niet vastgesteld, maar de rechtbank schat dat deze valt in de categorie € 10.000,- tot € 70.000,-. Bij dit benadelingsbedrag is een gevangenisstraf van twee tot vijf maanden het uitgangspunt.
Zaak A, feit 4
Het oriëntatiepunt voor het voorhanden hebben van een busje traangas is € 290,-.
Zaak B, primair
Voor een poging tot inbraak in een bedrijfspand geldt bij veelvuldig recidive een gevangenisstraf van ongeveer twee en een halve maand.
Ondanks dat de rechtbank verdachte vrijspreekt van het in zaak A onder 2 ten laste gelegde en daarmee minder bewezen acht dan de officier van justitie, is zij gelet op het voorgaande van oordeel dat een gevangenisstraf van negen maanden passend en geboden. De rechtbank wijkt daarmee af van de eis van de officier van justitie omdat zij de ernst van de feiten, in het licht van de veelvuldige veroordelingen, zwaarder weegt dan de officier van justitie.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.Beslag

Onder verdachte zijn blijkens
bijlage IIIverschillende goederen in beslag genomen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de telefoons, het geld en de autosleutel aan verdachte kunnen worden teruggegeven. De kledingstukken (te weten de shirts, broeken, schoenen, riemen en jassen), tassen, portemonnee, sieraden en AirPods dienen verbeurd te worden verklaard. Verder dienen de patronen, het gereedschap en het busje traangas te worden onttrokken aan het verkeer.
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de in beslag genomen goederen.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in het dictum nader te noemen kledingstukken (te weten de shirts, broeken, schoenen, riemen en jassen), tassen, portemonnee, sieraden en AirPods verbeurdverklaren. De goederen zijn daarvoor vatbaar, aangezien met betrekking tot die voorwerpen het in zaak A onder 3 bewezengeachte is begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de patronen en het busje traangas onttrekken aan het verkeer. Het busje traangas was bestemd tot het begaan van het in zaak A onder 4 bewezen geachte en is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Dat laatste geldt ook voor de patronen.
De rechtbank zal de kerntrekker en de eurocilinder ook onttrekken aan het verkeer en deze goederen zijn daarvoor vatbaar, aangezien ze in het onderzoek naar de door verdachte begane feiten, te weten vermogensdelicten, zijn aangetroffen en deze kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave van de telefoons, het geld, de schroevendraaier en de autosleutel aan verdachte gelasten.

10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [benadeelde partij] vordert € 17.707,32 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Op de zitting heeft zij haar vordering verlaagd naar € 17.112,32 aan vergoeding van materiële schade, met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Zij heeft aangegeven dat per abuis de Yves Saint Laurent sleehakken twee keer (onder nummer 16 en 23) op de vordering terecht zijn gekomen, terwijl dit maar één keer had moeten zijn. Er dient te worden uitgegaan van het bedrag dat staat genoemd bij nummer 23, te weten een bedrag van € 532,65. Hierna zal daarom worden uitgegaan van de vordering zoals op de zitting is gedaan, met aftrek van het bedrag dat staat vermeld bij nummer 16, te weten € 595,-.
10.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering toewijsbaar is en kan worden toegewezen met de wettelijke rente daarover en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering, omdat uit het dossier niet duidelijk blijkt welke goederen de benadeelde partij reeds heeft teruggekregen van de politie en omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd. Subsidiair heeft zij verzocht uit te gaan van de vordering van 18 maart 2024 waarin de benadeelde partij € 8.960,25 aan vergoeding van materiële schade vorderde, maar daarbij stelt zij zich op het standpunt dat het bedrag aan schadevergoeding voor één paar schoenen van JW Anderson en een schoudertas moet worden afgewezen.
10.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat vaststaat dat aan de benadeelde partij door het in zaak A, onder 1 bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht.
Het primaire verweer van de raadsvrouw dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, slaagt niet. De benadeelde partij heeft op de zitting aangegeven dat zij schoenen van de politie heeft ontvangen, maar dat zij van bepaalde schoenen slechts één schoen van het paar retour heeft ontvangen. Ook vindt de rechtbank dat de benadeelde partij de vordering voldoende heeft onderbouwd. Zij heeft een lijst met een omschrijving van de goederen gegeven die (deels) overeenkomen met de aangifte en heeft daarbij per goed aangegeven welk bedrag aan schade zij daarvoor vordert. Verdachte heeft de diefstal bekend en niet weersproken dat de in de aangifte genoemde goederen zijn meegenomen. Gelet hierop verwerpt de rechtbank het verweer. Ook gaat de rechtbank niet mee met het verweer om vergoeding van een schoudertas af te wijzen, omdat de raadsvrouw deze post onvoldoende gemotiveerd heeft betwist.
De rechtbank vindt dat de benadeelde partij in het deel van de vordering dat ziet op schadevergoeding voor de JW Anderson schoenen (nummer 12) en de leren clutch met dierenprint (nummer 21) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Op de vordering staan namelijk een paar JW Anderson schoenen en een paar JW Anderson muiltjes vermeld, terwijl op de aangifte alleen een paar JW Anderson muiltjes staat vermeld. De leren clutch met dierenprint staat ook niet op de aangifte vermeld. De benadeelde partij heeft bij navraag op de zitting voor deze goederen geen nadere onderbouwing gegeven, zodat de rechtbank van oordeel is dat dit deel van de vordering door de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd.
De rechtbank concludeert dat de vordering tot vergoeding van materiële schade hoofdelijk zal worden toegewezen tot een bedrag van in totaal € 16.702,43, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 25 oktober 2023.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige deel van € 409,89 in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren, omdat deze schade onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan dit deel van haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal in het belang van de benadeelde partij, als extra waarborg voor betaling, de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 45, 57, 311 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

12.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak A onder 2 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1, 3 en 4 en zaak B, primair tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Zaak A, feit 1
-
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutel
Zaak A, feit 3
-
witwassen
Zaak A, feit 4
-
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
Zaak B, primair
-
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft geprobeerd te brengen door middel van braak
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
9 (negen) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beslag:
Verklaart verbeurd:
- Dolce & Gabbana, goednummer: 6438563;
- Versage, goednummer: 6438567;
- Versage, goednummer: 6438572;
- Palm Angel, goednummer: 6438586;
- Dior, goednummer: 6438593;
- Moncler, goednummer: 6438598;
- Givenchy shirt goednummer: 6438605;
- Ralph Lauren shirt goednummer: 6438609;
- Ralph Lauren shirt goednummer: 6438611;
- D-squared shirt goednummer: 6438615;
- Kenzo shirt goednunmmer: 6438616;
- Lacoste shirt goednummer: 6438618;
- Kenzo shirt goednummer: 6438621;
- D-squared broek goednummer: 6438623;
- Emporio Armani broek goednummer: 6438631;
- D-squared broek goednummer: 6438632;
- Balmain broek goednummer: 6438633;
- Stone island broek goednummer: 6438634;
- Burberry broek goednummer: 6438639;
- Balenciaga schoenen goednummer: 6438737;
- Balenciaga schoenen goednummer: 6438746;
- Valentino schoenen goednummer: 6438749;
- Oorsieraad sieraden goednummer: 6438739;
- Siervoorwerp sieraden goednummer: 6438742;
- Ring sieraden goednummer: 6438744;
- Ketting sieraden goednummer: 6438745;
- Apple Apparaat goednummer: 6438734;
- Burberry shirt, goednummer: 6446559;
- Christian Dior shirt, goednummer; 6446563;
- Dolce & Gabbana shirt, goednummer: 6446560;
- Dolce & Gabbana shirt, goednummer: 6446562;
- Dolce & Gabbana shirt, goednummer: 6446565;
- Moschino shirt, goednummer 6446567;
- Off-White shirt, goednummer: 6446564;
- Replay shirt, goednummer: 6446557;
-7 for all mankind, goednummer: 6446517;
- Diesel, goednummer: 6446521;
- Hugo Boss, goednummer: 6446519;
- Nudie Jeans 00, goednummer: 6446514;
- Nudie Jeans 00, goednummer: 6446516;
- Riem van Hermes, goednummer: 6446636;
- Riem van Louis Vuitton, goednummer: 6446647;
- portemonnee van Louis Vuitton, goednummer: 6446733;
- Moncler jas, goednummer; 6446721;
- Stone Island jas, goednummer: 6446662;
- Canada Goose jas, goednummer: 6446664;
- Louis Vuitton tas, goednummer: 6446639;
- Ralph Lauren tas, goednummer: 6446604;
- Louis Vuitton schoudertas, goednummer: 6446609;
- Gucci tas, goednummer: 6446612;
- Prada tas, goednummer 6446615;
- Christian Dior tas, goednummer: 6446620.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- Kleinste Patroon goednummer: 6438584;
- Grootste Patroon goednummer: 6438959;
- Kerntrek gereedschap goednummer: 6438592;
- Eurocilinder gereedschap goednummer: 6438617;
- Pepperspray Wapen goednummer: 6438643.
Gelast de teruggave aan verdachte, [verdachte] , van:
- Samsung telefoon, goednummer: 6438564;
- Samsung telefoon, goednummer: 6438568;
- Samsung telefoon, goednummer: 6438574;
- Samsung telefoon, goednummer: 6438577;
- iPhone telefoon, goednummer: 6438585;
- iPhone telefoon, goed nummer: 64384591;
- iPhone telefoon, goednummer :6438594;
- Phone telefoon goed nummer: 6438561;
- Dollars Geld goednummer: 6438569;
- Shekels Geld goednummer: 6438599;
- Kon. Maraka Geld goednummer: 6438629;
- Schroevendraaier gereedschap goednummer: 6438614;
- Autosleutel sleutels goednummer: 6438758.
Vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] toe tot een bedrag van € 16.702,43 (zestienduizend zevenhonderdtwee euro en drieënveertig eurocent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 25 oktober 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Legt aan verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij] aan de Staat € 16.702,43 (zestienduizend zevenhonderdtwee euro en drieënveertig eurocent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 25 oktober 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 118 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij of zijn mededaders heeft voldaan aan een van de zijn opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Smit, voorzitter,
mrs. J.M.R. Vastenburg en M. Wiewel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G. Brokkelkamp, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 april 2024.
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]
[...]