Op 17 april 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam, zitting houdende in de Internationale Rechtshulpkamer, een beslissing genomen op een verzoek tot aanvullende toestemming ex artikel 14 van de Overleveringswet (OLW). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 9 april 2024 en betrof een uitbreiding van de vervolging voor feiten die vóór het tijdstip van de overlevering zijn begaan. De overgeleverde persoon, geboren in 1982 in Turkije en thans gedetineerd in Duitsland, was op 26 februari 2024 gehoord door de onderzoeksrechter in het bijzijn van zijn raadsman. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overgeleverde persoon de mogelijkheid heeft gehad om zijn opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken met betrekking tot het verzoek tot toestemming.
De rechtbank heeft beoordeeld dat de voorhanden zijnde stukken toereikend zijn om een beslissing te nemen, waarbij de rechten van de verdediging van de overgeleverde persoon volledig zijn gerespecteerd. Gezien de gegevens die zijn verstrekt in het verzoek, heeft de rechtbank besloten het verzoek toe te wijzen. De beslissing houdt in dat toestemming wordt verleend voor de uitbreiding van de vervolging voor de feiten zoals vermeld in het verzoek, op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, en derde lid, OLW. Deze beslissing is genomen door de voorzitter en de rechters in tegenwoordigheid van de griffier.