Op 24 april 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Warschau Regionale Hof op 5 juli 2023. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Polen, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland gedetineerd was. De behandeling van het EAB vond plaats op 10 april 2024, waarbij de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S. de Goede, en een tolk in de Poolse taal.
Tijdens de zitting verklaarde de opgeëiste persoon dat zijn persoonsgegevens correct waren en bevestigde hij zijn Poolse nationaliteit. De rechtbank verlengde de termijn voor uitspraak op grond van de Overleveringswet (OLW) met 30 dagen. Echter, na ontvangst van informatie dat de Poolse autoriteiten het EAB hadden ingetrokken, besloot de rechtbank het onderzoek te heropenen. De rechtbank concludeerde dat de grondslag van het EAB was komen te vervallen, waardoor de officier van justitie niet-ontvankelijk werd verklaard in haar vordering tot behandeling van het EAB.
De rechtbank heeft het bevel tot gevangenhouding opgeheven en het onderzoek gesloten. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. J.G. Vegter, en de rechters mrs. P. Sloot en A.L. op 't Hoog, in aanwezigheid van griffier mr. H.L. van Loon. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.