Op 3 april 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Düsseldorf op 15 augustus 2023. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1998, die wordt verdacht van georganiseerde of gewapende diefstal. De behandeling van het EAB vond plaats op 20 maart 2024, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. K. Valkeneers. De officier van justitie, mr. S.J. Wirken, heeft de vordering tot behandeling van het EAB ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft en dat zijn sociale re-integratie beter in Nederland kan plaatsvinden. De rechtbank heeft de garantie van de Hoofdofficier van Justitie te Düsseldorf in overweging genomen, die op 14 februari 2024 heeft bevestigd dat de opgeëiste persoon in geval van veroordeling in Duitsland zijn straf in Nederland kan ondergaan. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan Duitsland toe te staan voor de feiten zoals beschreven in het EAB. Deze uitspraak is gedaan door mr. C.A. van Dijk, voorzitter, en mrs. A.W.T. Klappe en H.P. Kijlstra, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. H.L. van Loon. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.