ECLI:NL:RBAMS:2024:2649

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
10 mei 2024
Zaaknummer
13/073437-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 25 april 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Rastatt in Duitsland. De officier van justitie diende op 6 maart 2024 een vordering in tot behandeling van het EAB, dat betrekking heeft op een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1967, die momenteel gedetineerd is in Nederland. Tijdens de zitting was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.M. Timorason, en een tolk in de Poolse taal. De raadsvrouw heeft geen verweren gevoerd tegen de overlevering.

Het EAB is uitgevaardigd op 19 april 2023 en betreft een arrestatiebevel vanwege het niet verschijnen zonder geldige reden in een hoofdprocedure bij het Amtsgericht Rastatt. De Duitse autoriteiten beschuldigen de opgeëiste persoon van strafbare feiten die in Nederland zijn opgenomen in bijlage 1 van de Overleveringswet (OLW), specifiek illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor overlevering wordt verzocht, voldoen aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn.

De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Mourik als voorzitter, samen met mrs. A.W.T. Klappe en H.P. Kijlstra, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 25 april 2024. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/073437-24
Datum uitspraak: 25 april 2024
UITSPRAAK
Op de vordering van 6 maart 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 19 april 2023 door het
Amtsgericht Rastatt, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren in [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1967,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [plaats],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 25 april 2024, in aanwezigheid van mr. M. al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.M. Timorason, advocaat in Amsterdam en door een tolk in de Poolse taal. De raadsvrouw heeft geen verweren gevoerd.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
arrest warrant because of unexcused failure to attend without sufficient excuse in the main trial of the action of Amtsgericht Rastattvan 12 september 2022 (file number: 11 Ls 301 Js 5764/21).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Duits recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [2]

4.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staan vermeld. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 5, te weten:
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Rastatt(Duitsland) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M. van Mourik, voorzitter,
mrs. A.W.T. Klappe en H.P. Kijlstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.W. van der Hoek, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 25 april 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie onderdeel e) van het EAB.