Op 28 maart 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1980, die sinds 27 december 2002 ter beschikking is gesteld voor verpleging. De officier van justitie heeft op 1 februari 2024 een vordering ingediend tot verlenging van de TBS-maatregel met twee jaar. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde gehoord, evenals de officier van justitie en de raadsman. De deskundige van de kliniek heeft een advies uitgebracht waarin wordt gesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken en dat er een hoog risico op gewelddadig gedrag bestaat bij beëindiging van de TBS-maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde sinds 28 september 2021 in een forensisch psychiatrisch centrum verblijft en dat er sprake is van een wisselend toestandsbeeld. Ondanks enige vooruitgang in de behandeling, is er nog steeds een hoog recidiverisico. De rechtbank heeft op basis van het advies en de verhandelingen ter zitting geoordeeld dat de veiligheid van anderen eist dat de TBS-maatregel met twee jaar wordt verlengd. De vordering van de officier van justitie is toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling is verlengd.