ECLI:NL:RBAMS:2024:2609

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 mei 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
C/13/748835 / KG ZA 24-278
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering uitkering onder bankgarantie door ABN AMRO na niet-conforme trekkingsverzoeken

In een kort geding tussen Hanergy Thin Film Power EME B.V. en Sunprojects B.V. tegen ABN AMRO Bank N.V. heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 mei 2024 uitspraak gedaan. Hanergy, leverancier van zonnepanelen, had een bankgarantie verstrekt aan Sunprojects voor de levering van zonnepanelen voor een zonnepark. Sunprojects heeft op 14 maart 2024 aanspraak gemaakt op uitbetaling onder deze bankgarantie, maar ABN AMRO heeft deze verzoeken afgewezen omdat de trekkingsverzoeken niet voldeden aan de voorwaarden van de bankgarantie. De rechtbank oordeelde dat de bank terecht had geweigerd uit te betalen, omdat de trekkingsverzoeken niet in overeenstemming waren met de strikte eisen van de bankgarantie. De rechtbank benadrukte het beginsel van strikte conformiteit, wat inhoudt dat de tekst van het trekkingsverzoek vrijwel identiek moet zijn aan de voorwaarden van de bankgarantie. De rechtbank heeft de vorderingen van Hanergy en Sunprojects afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van ABN AMRO. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor partijen om zorgvuldig om te gaan met de voorwaarden van bankgaranties en de gevolgen van niet-naleving daarvan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Vonnis van 7 mei 2024 in kort geding in de gelijktijdig behandelde zaken:
met zaaknummer / rolnummer: C/13/748835 / KG ZA 24-278 VVV/MV van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANERGY THIN FILM POWER EME B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie bij dagvaarding van 9 april 2024,
verweerster in reconventie,
advocaten mr. Ph.W.M. ter Burg en mr. S.A. Amrani te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SUNPROJECTS B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
gedaagde,
eiseres in reconventie,
advocaten mr. J.R.M. Schravenmade en mr. Th. Reintjes te Maarssen,
2. de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaten mr. A.C. Rozeman en mr. M. Vreuls te Amsterdam,
en met zaaknummer / rolnummer C/13/749875 / KG ZA 24-346 VVV/MV van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SUNPROJECTS B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
eiseres bij dagvaarding van 26 april 2024,
advocaten mr. J.R.M. Schravenmade en mr. Th. Reintjes te Maarssen,
tegen
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaten mr. A.C. Rozeman en mr. M. Vreuls te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Hanergy, Sunprojects en ABN AMRO worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 1 mei 2024 is de zaak met rolnummer KG ZA 24-278 (hierna zaak 1) gelijktijdig behandeld met de zaak met rolnummer KG ZA 24-346 (hierna zaak 2).
In zaak 1 heeft Hanergy de dagvaarding toegelicht. Ter zitting heeft zij haar eis verminderd in die zin dat zij de primaire vordering onder a heeft ingetrokken. Sunprojects en ABN AMRO hebben verweer gevoerd. Sunprojects heeft tegen Hanergy een vordering in voorwaardelijke reconventie ingesteld.
In zaak 2 heeft Sunprojects de dagvaarding toegelicht en heeft ABN AMRO verweer gevoerd.
Alle partijen hebben producties in het geding gebracht. ABN AMRO heeft in beide zaken een conclusie van antwoord in het geding gebracht. Hanergy en Sunprojects hebben pleitnota’s in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren – voor zover van belang – aanwezig:
aan de zijde van Hanergy: [naam 1] (bijgestaan door P. Molenaar, tolk Nederlands/Engels) en [naam 2] met mr. Ter Burg en mr. Amrani;
aan de zijde van Sunprojects: [naam 3] en [naam 4] met
mr. Schravenmade en mr. Reintjes;
aan de zijde van ABN AMRO: [naam 5] , [naam 6] en [naam 7] met
mr. Rozeman en mr. Vreuls.
Na verder debat is vonnis bepaald op 15 mei 2024.
Bij e-mail van de griffier van 7 mei 2024 zijn de advocaten van partijen ervan in kennis gesteld dat op die dag, bij vervroeging, vonnis wordt gewezen.

2.De feiten

2.1.
Hanergy is een leverancier van zonnepanelen. Sunprojects houdt zich onder meer bezig met de bouw van zonneparken.
2.2.
Op 20 december 2017 is tussen Hanergy en Sunprojects een overeenkomst gesloten die ziet op verkoop en levering van zonnepanelen voor het park Roodehaan te Groningen (hierna de overeenkomst). Hanergy heeft een garantie verstrekt op de door haar geleverde zonnepanelen.
2.3.
In artikel 5.1.1 van de overeenkomst heeft Hanergy de verplichting op zich genomen om ten behoeve van Sunprojects en Zonneweide Roodehaan B.V. een bankgarantie te doen stellen voor een bedrag gelijk aan 20% van de aankoopprijs. In artikel 5.1.2 is de duur van de bankgaranties gelijk gesteld aan de overeengekomen garantieperiode. Uit artikel 5.1.3 volgt dat de bankgaranties dienden als zekerheid (en mochten worden ingeroepen) in het geval van een “
material default” aan de zijde van Hanergy, aan de zijde van Hanergy Holding Group Limited of aan de zijde van Solibro GmbH, de producent van de zonnepanelen.
2.4.
Op 22 augustus 2018 hebben Hanergy en Sunprojects een addendum op de overeenkomst gesloten. Hierin zijn nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop de zonnepanelen getest zouden worden en over de specificaties waaraan de zonnepanelen moesten voldoen. Ook staat hierin dat de technisch adviseur van Sunprojects jaarlijks zou testen overeenkomstig een door partijen vastgesteld protocol. Tot slot is in het addendum de garantieperiode verlengd tot vijf jaar en vier maanden na ontvangst van de zonnepanelen.
2.5.
Op 6, 12 en 27 december 2018 heeft ABN AMRO op verzoek van Hanergy de bankgaranties gesteld. In de bankgarantie is Sunprojects samen met Zonneweide Roodehaan B.V. aangeduid als “
Buyer” en Hanergy als “
Seller”. In de bankgaranties staat voor zover hier van belang het volgende:
that the Bank herewith issues an irrevocable guarantee, without any other conditions than those stated hereinafter, (…)The Bank shall pay to the Buyer the amount claimed (…) at Buyer’s first written demand, in which Buyer also gives notice to the Bank:1. that according to his judgement, Seller has failed to fulfil all his obligations under the Contract (…) and of2. the amount of the demand which according to his judgement, is due and payable by the Seller under the Contract.
2.6.
De bankgaranties van 6, 12 en 27 december 2018 vertegenwoordigden een waarde van respectievelijk € 77.738,90, € 219.962,68 en € 159.736,29 en liepen af op respectievelijk 29 maart 2024, 10 april 2024 en 20 april 2024.
2.7.
Bij brieven van 14 maart 2024 heeft Sunprojects bij ABN AMRO aanspraak gemaakt op uitbetaling onder de bankgaranties. Ten aanzien van punt 2 (zie onder 2.5) is hierin opgenomen:

The amount payable is said the aforementioned amount of € …”.
2.8.
Bij brieven van 19 maart 2024 heeft ABN AMRO de verzoeken van Sunprojects afgewezen. Hierin is onder meer opgenomen:

Your declaration regarding point 2 is not correct.
Ook staat in die brieven dat er twee begunstigden zijn (Sunprojects en Zonneweide Roodehaan B.V.), dat de “
claim letter” door beide begunstigden moet worden ondertekend en dat een nieuw verzoek moet worden gedaan vóór het einde van de garantieperiode.
2.9.
Bij e-mail van 21 maart 2024 heeft de advocaat van Sunprojects Hanergy ervan in kennis gesteld dat een significant deel van de zonnepanelen defecten vertoont, dat Sunprojects dit al eerder aan Hanergy heeft gemeld en dat
Sunprojects – indien Hanergy onwillig is de schade die is begroot op € 613.454,10 te vergoeden – aanspraak zal maken op uitbetaling door ABN AMRO onder de drie bankgaranties.
2.10.
Bij e-mail van 22 maart 2024 heeft de advocaat van Hanergy geantwoord dat Hanergy niet tekort is geschoten en niet in verzuim verkeerde. Sunprojects is verzocht te bevestigen dat zij niet onder de bankgaranties zal trekken. Die bevestiging is uitgebleven.
2.11.
Op 25 maart 2024 heeft Hanergy ontdekt dat Sunprojects reeds op 14 maart 2024 bij ABN AMRO aanspraak heeft gemaakt op uitbetaling onder de bankgaranties.
2.12.
Bij brief van eveneens 25 maart 2024 heeft de advocaat van Hanergy aan de advocaat van Sunprojects bericht dat Hanergy niet bekend is met defecten aan de zonnepanelen en dat zij daar vóór 21 maart 2024 niet door Sunprojects op was gewezen. Het trekken onder de bankgaranties zou om die reden frauduleus zijn, aldus de brief van 25 maart 2024.
2.13.
Op 26 maart 2024 heeft Hanergy – na verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank – conservatoir beslag laten leggen onder ABN AMRO op alle vorderingen die Sunprojects op ABN AMRO heeft uit hoofde van de verstrekte bankgaranties. De voorzieningenrechter heeft aan het verlof de voorwaarde verbonden dat Hanergy Sunprojects en ABN AMRO binnen veertien dagen na de beslaglegging in kort geding dagvaardt.
2.14.
Eveneens op 26 maart 2024 ontving Hanergy van ABN AMRO het bericht dat zij op 14 maart 2024 onjuiste claims onder de bankgaranties had ontvangen (claims die niet aan de voorwaarden voldeden) en dat ABN AMRO deze claims had afgewezen.
2.15.
Eveneens op 26 maart 2024 hebben Sunprojects en Zonneweide Roodehaan B.V. bij ABN AMRO (opnieuw) aanspraak gemaakt op uitbetaling onder de bankgaranties.
2.16.
Bij brieven van 4 april 2024 heeft ABN AMRO deze claims opnieuw afgewezen. In die brieven staat onder meer:

Your claim has not been drawn up in accordance with the guarantee text.
In de brieven van 4 april 2024 is Sunprojects wederom gewezen op de verschillende einddata van de garantieperiode, waarvan er op dat moment reeds één was verstreken.
2.17.
Bij e-mail van 24 april 2024 heeft de advocaat van ABN AMRO aan (de advocaten van) Hanergy en Sunprojects onder meer bericht dat geen nieuwe trekkingsverzoeken zijn ontvangen en dat de bankgaranties inmiddels zijn vervallen. Om die reden is er geen belang meer bij dit kort geding en is – om onnodige kosten te voorkomen – verzocht dit kort geding in te trekken, aldus de e-mail van 24 april 2024.

3.Het geschil in zaak 1

3.1.
In conventie vordert Hanergy bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair
(a) (deze vordering is ingetrokken)
(b) ABN AMRO te verbieden om Sunprojects uit hoofde van de bankgaranties uit te betalen, totdat bij onherroepelijk vonnis in de bodemprocedure is komen vast te staan dat Sunprojects recht heeft op uitbetaling van de bankgaranties en tot welk bedrag;
subsidiair
te bepalen dat Sunprojects alleen onder de bankgaranties mag trekken indien zij vooraf ten behoeve van Hanergy zekerheid stelt voor een bedrag gelijk aan het bedrag dat zij van ABN AMRO uit hoofde van de bankgaranties wenst te ontvangen en die zekerheid behouden blijft totdat bij onherroepelijk vonnis in de bodemprocedure is komen vast te staan dat Sunprojects recht heeft op uitbetaling van de bankgaranties en tot welk bedrag;
primair en subsidiair
Sunprojects en ABN AMRO te veroordelen in de kosten van dit geding, de beslagkosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.
In voorwaardelijke reconventie – uitsluitend indien de vordering in conventie wordt toegewezen – vordert Sunprojects bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. het door Hanergy gelegde beslag onder de ABN AMRO – voor zover nodig – op te heffen, althans
II. Hanergy te gebieden dit beslag op te heffen op straffe van een dwangsom van € 457.437,84,
III. Hanergy te verbieden uitkering onder de bankgarantie te frustreren op straffe van een dwangsom van € 457.437,84, en
IV. Hanergy te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten.

4.Het geschil in zaak 2

Sunprojects vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. ABN AMRO te veroordelen tot nakoming van haar verplichtingen uit de door haar afgegeven bankgaranties;
II. ABN AMRO te veroordelen tot betaling van
primairde wettelijke handelsrente en
subsidiairde wettelijke rente vanaf 14 maart 2024, subsidiair vanaf een door de voorzieningenrechter vast te stellen datum;
III. ABN AMRO te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten;
IV. ABN AMRO te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten;
V. ABN AMRO te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.

5.5. De standpunten van partijen

5.1.
Hanergy heeft aangevoerd dat zij in 2018 bij ABN AMRO abstracte bankgaranties heeft gesteld. In 2018/2019 is tussen partijen discussie geweest over de levering. Hanergy heeft toen een rapport ingebracht van Solibro waarin is aangegeven dat de gestelde gebreken te wijten zijn aan de wijze van installatie door een derde partij en niet aan de geleverde panelen. Zonder dat daartoe enige aanleiding bestond (zonder enige klacht, ingebrekestelling of verzuim) heeft Sunprojects op 14 maart 2024 trekkingsverzoeken gedaan. Sinds 2019 heeft er amper communicatie plaatsgevonden tussen Sunprojects en Hanergy en Hanergy bestrijdt uitdrukkelijk dat zij wanprestatie heeft gepleegd. Het is juist Sunprojects die tekort is geschoten in haar verplichting de zonnepanelen jaarlijks te testen. Al met al heeft Sunprojects redelijkerwijs niet naar waarheid kunnen verklaren dat het bedrag van de bankgarantie verschuldigd en opeisbaar is op grond van de overeenkomst. Het trekken onder de bankgaranties levert derhalve een tekortkoming dan wel een onrechtmatige daad op van Sunprojects jegens Hanergy. Pas op 21 maart 2024, dus na het trekken onder de bankgaranties, heeft Sunprojects Hanergy voor het eerst laten weten dat de zonnepanelen defecten kenden en dat Zonneweide Roodehaan B.V. haar had aangesproken tot betaling van € 613.454,10 aan schade. Welke tekortkomingen Hanergy verweten worden heeft Sunprojects in het geheel niet aangetoond.
ABN AMRO heeft de trekkingsverzoeken van 14 maart 2024 terecht afgewezen omdat niet was voldaan aan de voorwaarden onder de bankgaranties. Ook het tweede verzoek van Sunprojects om de bankgaranties uit te keren heeft ABN AMRO terecht afgewezen. Op het moment van de mondelinge behandeling van dit kort geding zijn alle drie de bankgaranties vervallen, zoals ABN AMRO terecht heeft aangevoerd. Om die reden heeft Hanergy geen belang meer bij toewijzing van haar primaire vordering onder a, die een verbod inhield voor Sunprojects om onder de bankgaranties te trekken. Die vordering heeft zij dan ook ingetrokken. Zij heeft nog wel een belang bij toewijzing van haar primaire vordering onder b, voor het geval de voorzieningenrechter zou oordelen dat ABN AMRO ten onrechte zou hebben geweigerd om onder de bankgaranties uit te betalen.
5.2.
Sunprojects heeft aangevoerd dat sprake is van abstracte bankgaranties (“eerst betalen, dan praten”). De argumenten die Hanergy thans inbrengt tegen het uitbetalen onder de bankgaranties zijn in strijd met het “eerst betalen, dan praten”- karakter. Aan Hanergy is overigens wel degelijk vóór het trekken van de bankgaranties duidelijk gemaakt dat er gebreken kleefden aan de zonnepanelen. Hanergy heeft dan ook niet kunnen onderbouwen dat sprake is van bedrog of willekeur aan de zijde van Sunprojects bij het inroepen van de bankgaranties en alleen in dat geval mag uitbetaling onder een bankgarantie worden geweigerd. Sunprojects mocht en mag er dus op rekenen dat ABN AMRO op eerste afroep betaalt. Het conservatoir beslag frustreert dit en moet om die reden worden opgeheven.
Ten aanzien van ABN AMRO heeft Sunprojects aangevoerd dat de afwijzingen onterecht zijn. Het standpunt van ABN AMRO komt erop neer dat Sunprojects slechts heeft verklaard dat de verzochte bedragen “
payable” zijn, en niet dat zij “
due and payable” zijn. Hiermee trekt ABN AMRO het leerstuk van de strikte conformiteit door tot het absurde. De woorden
dueen
payablehebben dezelfde betekenis. Als een vordering
payableis, is deze ook
due. Daar komt bij dat ABN AMRO zich niet heeft gehouden aan haar verplichting de begunstigde te informeren over eventuele gebreken in het trekkingsverzoek. ABN AMRO kan zich om die reden niet meer beroepen op het verstrijken van de aan bankgaranties verbonden termijnen.
5.3.
ABN AMRO heeft aangevoerd dat de bankgaranties inmiddels alle drie zijn vervallen en dat Hanergy om die reden niet langer een belang heeft bij toewijzing van haar vorderingen. Ten aanzien van Sunprojects voert zij aan dat de eerste trekkingsverzoeken niet voldeden aan de voorwaarden omdat hierin niet is opgenomen dat het bedrag “
due and payable” was. Ook zijn de trekkingsverzoeken niet ingediend en ondertekend door Sunprojects én Zonneweide Roodehaan B.V., zoals was voorgeschreven, maar alleen door Sunprojects. De tweede trekkingsverzoeken, die weliswaar wel zijn ingediend en ondertekend door Sunprojects én Zonneweide Roodehaan B.V., voldeden wederom niet aan de voorwaarde omdat daarin wederom niet was vermeld dat het verschuldigde “
due and payable” was. Ook de tweede trekkingsverzoeken zijn dus terecht afgewezen. Of Sunprojects vóór het trekken van de bankgaranties heeft geklaagd bij Hanergy over de kwaliteit van de zonnepanelen is voor ABN AMRO niet van belang. ABN AMRO kijkt uitsluitend naar de strikte bewoordingen van de tekst van de bankgarantie.

6.De beoordeling

6.1.
Gezien de samenhang bestaat er aanleiding de vorderingen in zaak 1 (in conventie en reconventie) en in zaak 2 gezamenlijk te bespreken. Daarbij bestaat tevens aanleiding eerst in te gaan op het verweer dat ABN AMRO in beide zaken heeft gevoerd.
6.2.
Er is in dit geval sprake van abstracte bankgaranties. Dat betekent dat van ABN AMRO niet kan en mag worden verwacht dat zij zich verdiept in de onderliggende verhouding tussen Hanergy enerzijds en Sunprojects en Zonneweide Roodehaan B.V. anderzijds. ABN AMRO zal moeten uitbetalen onder de garanties indien een verzoek daartoe aan alle (formele) voorwaarden voldoet. Het is vaste jurisprudentie dat een bank de in een bankgarantie gestelde voorwaarden
striktmoet toepassen. Bij de uitleg van een garantie komt dus groot gewicht toe aan de strikt te lezen bewoordingen daarvan en de tekst van een trekkingsverzoek moet nagenoeg geheel overeenkomen met de tekst van de bankgarantie. Dit alles wordt ook aangeduid als het beginsel van strikte conformiteit.
6.3.
ABN AMRO heeft terecht aangevoerd dat de eerste trekkingsverzoeken niet aan het beginsel van strikte conformiteit voldeden. Sunprojects heeft hierin niet verklaard – zoals vereist – dat het bedrag dat Hanergy volgens Sunprojects verschuldigd was uit hoofde van de onderliggende overeenkomst “
due and payable” was. Ten aanzien van punt 2 (zie onder 2.5) heeft Sunprojects slechts verklaard: “
The amount payable is said the aforementioned amount of € …”.
In haar afwijzingsbrief heeft ABN AMRO hierop expliciet gewezen door te vermelden: “
Your declaration regarding point 2 is not correct.” Daarnaast heeft ABN AMRO terecht opgemerkt dat het trekkingsverzoek alleen door Sunprojects was ingediend en ondertekend en niet ook door Zonneweide Roodehaan B.V.
6.4.
Dit laatste gebrek is hersteld in de tweede trekkingsverzoeken maar het eerste gebrek niet. Dit betekent dat ook de tweede verzoeken niet voldeden aan de strikt te lezen voorwaarden voor uitbetaling onder de bankgaranties en dat ABN AMRO dus ook op dat moment uitbetaling terecht heeft geweigerd.
6.5.
Het verweer dat Sunprojects ten aanzien van ABN AMRO heeft gevoerd, staat niet aan deze conclusie in de weg. Dat de woorden
dueen
payablein de visie van Sunprojects dezelfde betekenis hebben, kan er niet toe leiden dat de begunstigde dan maar één van die woorden kan weglaten. Dit zou in strijd zijn met het beginsel van strikte conformiteit, waarbij wordt benadrukt dat ABN AMRO als bank tussen twee partijen in zit en – om problemen voor zichzelf te voorkomen – dit beginsel nauwgezet moet volgen. Dit rechtvaardigt niet de kwalificatie dat de handelwijze van ABN AMRO “absurd” is. Ook het verweer van Sunprojects dat ABN AMRO haar had moeten wijzen op tekortkomingen in de trekkingsverzoeken gaat niet op. Uit de afwijzingsbrieven van ABN AMRO blijkt immers dat zij dit afdoende heeft gedaan.
6.6.
Inmiddels staat vast dat de garantieperiodes onder alle drie de bankgaranties zijn verstreken, zodat hoe dan ook geen nieuwe trekkingsverzoeken meer kunnen worden ingediend.
6.7.
Bij deze stand van zaken behoeft de vraag of het trekken van de bankgaranties door Sunprojects en Zonneweide Roodehaan B.V. berust op bedrog en/of op willekeur (of in de woorden van Hanergy onrechtmatig is) geen verdere bespreking.
6.8.
Deze conclusies leiden ertoe dat de vorderingen in conventie in zaak 1 niet toewijsbaar zijn. Hanergy heeft er immers geen belang meer bij dat een verbod wordt uitgesproken jegens ABN AMRO omdat het uitbetalen onder de garanties vanwege het verstrijken van de termijn niet meer mogelijk is en ABN AMRO dit in een eerder stadium (tot twee keer toe) terecht heeft geweigerd. Dit leidt ertoe dat Hanergy zal worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van ABN AMRO in zaak 1. De kosten aan de zijde van ABN AMRO worden begroot op:
- griffierecht 688,00
- salaris advocaat
1.107,00
Totaal € 1.795,00
6.9.
De subsidiaire vordering van Hanergy jegens Sunprojects is evenmin toewijsbaar omdat Sunprojects hoe dan ook niet meer onder de bankgaranties kan trekken, zodat Hanergy geen belang meer heeft om aan het trekken bepaalde voorwaarden te verbinden. Hierin wordt aanleiding gezien de proceskosten tussen Hanergy en Sunprojects te verrekenen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
6.10.
De vorderingen van Sunprojects in reconventie in zaak 1 zijn ingesteld onder de voorwaarde dat de vorderingen in conventie worden toegewezen. Aan die voorwaarde is niet voldaan, zodat de reconventionele vorderingen niet in behandeling hoeven te worden genomen. Er is dan evenmin grond voor een proceskostenveroordeling.
6.11.
De vorderingen in zaak 2 van Sunprojects tegen ABN AMRO zijn gezien het voorgaande evenmin toewijsbaar. Sunprojects zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van ABN AMRO in zaak 2 worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ABN AMRO worden begroot op:
- griffierecht 688,00
- salaris advocaat
1.107,00
Totaal € 1.795,00

7.De beslissing

De voorzieningenrechter
in zaak 1:
in conventie
7.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
7.2.
veroordeelt Hanergy in de proceskosten aan de zijde van ABN AMRO, tot op heden begroot op € 1.795,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de voldoening,
7.3.
veroordeelt Hanergy in de na dit vonnis aan de zijde van ABN AMRO ontstane kosten, begroot op € 178,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
7.4.
verklaart deze proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
7.5.
verrekent de kosten tussen Hanergy en Sunprojects in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in zaak 2:
7.6.
weigert de gevraagde voorzieningen,
7.7.
veroordeelt Sunprojects in de proceskosten aan de zijde van ABN AMRO, tot op heden begroot op € 1.795,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de voldoening,
7.8. veroordeelt Sunprojects in de na dit vonnis aan de zijde van ABN AMRO ontstane kosten, begroot op € 178,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
7.9.
verklaart deze proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2024. [1]

Voetnoten

1.type: MV