3.3.Oordeel van de rechtbank
Deze zaak speelt zich af in de familiaire sfeer. Aangever had ten tijde van de feiten die voorliggen een relatie met de schoonmoeder van verdachte (hierna: “schoonmoeder”). Verdachte heeft een relatie met de dochter van schoonmoeder. Verdachte is op 22 maart 2022 door aangever geïnformeerd dat schoonmoeder een poging tot zelfdoding had gedaan, en in het ziekenhuis lag. Verdachte is toen in de auto gestapt en naar de woning van aangever gegaan. Hij sprak daar met aangever en met [naam 1] , de inwonende zoon van schoonmoeder, over wat er was gebeurd. [naam 2] , die een relatie had met een andere dochter van schoonmoeder, was ook naar de woning gekomen. Op enig moment kwam [naam 3] de woning in. Hij is de ex-partner van schoonmoeder. Het is tot een schermutseling gekomen tussen [naam 3] en aangever, waarbij zij op de grond terechtkwamen en er klappen zijn uitgedeeld. De rechtbank moet beoordelen wat de rol van verdachte is geweest. In het navolgende worden [naam 2] en [naam 3] ook wel aangeduid als “medeverdachten”. Zij zijn bij vonnis van 7 december 2023 veroordeeld voor het medeplegen van mishandeling van aangever.
Vrijspraak van medeplegen / medeplichtigheid aan poging tot zware mishandeling (feit 2 primair en subsidiair)
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen heeft geprobeerd opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan aangever, samengevat door hem met een schaar onder meer in zijn oog te steken en door zijn keel dicht te knijpen.
De verklaring van aangever dat hij met een schaar in zijn oog is gestoken vindt onvoldoende steun in het dossier. Zo wordt zijn verklaring niet ondersteund door de letselverklaring over het letsel van aangever, en ook niet door de verklaringen van getuigen en/of medeverdachten.
Ten aanzien van het dichtknijpen van de keel van aangever geldt het volgende. Weliswaar heeft aangever verklaard dat zijn keel werd dichtgeknepen, en ook is er een getuige die zegt een geluid te hebben gehoord alsof iemand gewurgd werd, maar dat is niet voldoende voor de rechtbank om vast te kunnen stellen dat sprake is geweest van (op zijn minst) de aanmerkelijke kans dat bij aangever zwaar lichamelijk letsel zou ontstaan.
Medeplegen mishandeling (feit 1 primair)
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van mishandeling.
Er is sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten. Ze waren tezamen in de woning van aangever, waar aangever is mishandeld. De rol van verdachte was het vasthouden van aangever. Dit blijkt uit de verklaringen van zowel aangever als medeverdachten. Aangever is geslagen en gestompt, zijn keel is dichtgeknepen en er is met vingers in zijn ogen gedrukt, hij heeft een knietje in zijn maag gekregen, en is in zijn geslachtsdeel geknepen. Tot slot is aangever door verdachte en medeverdachten uit de woning geduwd en getrapt, en is verdachte na opdracht van [naam 3] , nog samen met [naam 2] achter aangever aan gelopen. Het voorgaande blijkt uit verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] . Tot slot blijkt de rol van verdachte uit twee sms-berichten verstuurd aan “Ome [naam 4] ” en aan “mama”. Daarin schrijft hij respectievelijk “we hebben m de kk ingeslagen”, en “Hij is weg, Kk ingeslagen, wij hem”. De verklaring van verdachte, dat hij die berichten enkel uit emotie heeft verstuurd, maar dat hij niet zelf heeft meegedaan aan de mishandeling, acht de rechtbank, in het licht van de overige bewijsmiddelen, niet geloofwaardig.
Aangever heeft door de mishandeling pijn en letsel opgelopen, zoals blijkt uit de aangifte en de letselverklaring.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde:
op 22 maart 2022 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk mishandelend op die [slachtoffer] is gesprongen, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] ten val is gekomen en
heeft geroepen: “Jongens, pak hem, hou hem vast” en
op die [slachtoffer] is gaan zitten en die [slachtoffer] heeft vastgehouden en
die [slachtoffer] heeft geslagen of gestompt en
het hoofd van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en vastgehouden en
een of meer vingers in de ogen van die [slachtoffer] heeft gedrukt en
(daarbij) heeft gezegd: “Ken je mij, weet je wie ik ben, kijk mij eens aan” en
die [slachtoffer] een knietje in de maag heeft gegeven en
de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen en
hard in het geslachtsdeel van die [slachtoffer] heeft geknepen en
daarbij heeft gezegd: “Liggen nu, stil liggen nu” en
op het moment dat die [slachtoffer] buiten de woning aan de [adres] stond, die [slachtoffer] meermaals heeft geslagen en gestompt
waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.