Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Het bewijs
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
10.De toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
medeplegen van zware mishandelingen
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
36 maanden.
18 maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijdvan
drie (3) jaarvast.
- veroordeelde moet zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- veroordeelde moet de reclassering helpen aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- veroordeelde moet meewerken aan huisbezoeken;
- veroordeelde moet de reclassering inzicht geven in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- veroordeelde moet zich niet vestigen op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- veroordeelde moet meewerken aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
€ 10.760,17(tienduizend zevenhonderdzestig euro en zeventien eurocent) bestaande uit
€ 760,17(zevenhonderdzestig euro en zeventien eurocent) materiële schade en
€ 10.000,-(tienduizend euro) immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (
15 juni 2023) tot aan de dag van de algehele voldoening.