ECLI:NL:RBAMS:2024:2598
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van opvanglocatie door ongedocumenteerde vreemdeling na beëindiging LVV-traject
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 april 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de gemeente Amsterdam en een ongedocumenteerde vreemdeling uit Gambia. De gemeente vorderde de ontruiming van de opvanglocatie waar de vreemdeling verblijft, omdat zijn Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV) traject was beëindigd. De vreemdeling, die sinds 20 juli 2021 in de opvanglocatie verbleef, had niet meegewerkt aan de beoogde terugkeer naar zijn land van herkomst en had geen recht of titel om in de opvanglocatie te verblijven. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente bevoegd was om de ontruiming te vorderen, omdat het LVV-traject na 1,5 jaar was geëindigd en de vreemdeling niet had meegewerkt aan de oplossing. De rechter stelde vast dat de vreemdeling geen ernstige medische problemen had die een ontruiming zouden kunnen verhinderen. De gemeente had voldoende aannemelijk gemaakt dat er een wachtlijst was voor de opvanglocatie, en het belang van de gemeente om de ontruiming door te voeren woog zwaarder dan het belang van de vreemdeling om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten. De rechter verklaarde de ontruiming uitvoerbaar bij voorraad en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.