ECLI:NL:RBAMS:2024:2575

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
6 mei 2024
Zaaknummer
13.069340-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel

Op 2 mei 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Rechtbank eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, België. De vordering tot behandeling van het EAB was ingediend door de officier van justitie op 1 maart 2024. De opgeëiste persoon, geboren in 1981, was niet verschenen op de zitting van 18 april 2024, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. M.P.M. Balemans. Tijdens deze zitting heeft de rechtbank de termijn voor uitspraak op grond van de Overleveringswet met 30 dagen verlengd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. Echter, op 19 april 2024 heeft de Belgische onderzoeksrechter per e-mail laten weten dat de opgeëiste persoon zich bij de Belgische autoriteiten heeft gemeld en dat het EAB is ingetrokken. Hierdoor is de grondslag voor de vordering van de officier van justitie komen te vervallen.

De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek ter terechtzitting heropend en de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot behandeling van het EAB. Tevens heeft de rechtbank de geschorste overleveringsdetentie opgeheven. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. J.P.W. Helmonds en de rechters mrs. M. Vaandrager en M. Westerman, in aanwezigheid van griffier L.E. Poel, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 2 mei 2024. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13.069340-24
Datum uitspraak: 2 mei 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 1 maart 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 14 februari 2024 door de Rechtbank eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, België (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 18 april 2024, in aanwezigheid van mr. M. al-Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen. De opgeëiste persoon is vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. M.P.M. Balemans, advocaat te Amsterdam.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft.

4.Officier van justitie niet-ontvankelijk

De rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
De Belgische onderzoeksrechter heeft per e-mail van 19 april 2024 laten weten dat de opgeëiste persoon zich bij de Belgische autoriteiten heeft gemeld en dat het EAB is ingetrokken, waardoor de grondslag aan de vordering is komen te ontvallen.

5.Beslissing

HEROPENThet onderzoek ter terechtzitting;
VERKLAARTde officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB;
HEFT OPde - geschorste - overleveringsdetentie.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter,
mrs. M. Vaandrager en M. Westerman, rechters,
in tegenwoordigheid van L.E. Poel, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 2 mei 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.