Uitspraak
1.[eiser 1] ,
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 oktober 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 4 januari 2024 waarin een mondelinge behandeling is gelast,
- de mondelinge behandeling van 15 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
“een probleem met de badkamer”en heeft hij gevraagd om de factuur of offerte van het bedrijf dat het tegelwerk heeft uitgevoerd. Hij heeft verder geappt:
“Daarnaast ligt de aansprakelijkheid ook bij hen en moeten zij de kans krijgen om het te herstellen / in orde te maken”.
3.Het geschil
- i) een verklaring voor recht dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] aansprakelijk zijn voor de schade die [eiser 1] en [eiser 2] hebben geleden ten gevolge van de non-conformiteit van de woning, waarbij afgeleverde zaak niet beantwoordt aan de koopovereenkomst, als bedoeld in artikel 7:17 lid 2 BW;
- ii) [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling aan [eiser 1] en [eiser 2] , van een bedrag van € 11.537,16 aan schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van de algehele vordering;
- iii) een verklaring voor recht dat [eiser 1] en [eiser 2] tekort zijn geschoten in de juiste nakoming van de koopovereenkomst;
- iv) de tussen partijen gesloten koopovereenkomst op grond van artikelen 6:265 BW in verbinding met 6:270 BW partieel te ontbinden in de zin dat de door [eiser 1] en [eiser 2] voldane koopprijs wordt verminderd met een bedrag van € 11.537,16 en om [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van dat bedrag aan [eiser 1] en [eiser 2] , vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van de algehele vordering;