ECLI:NL:RBAMS:2024:2474

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
1 mei 2024
Zaaknummer
10590528
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsgeldigheid van de onmiddellijke opzegging van een overeenkomst van opdracht en de gevolgen daarvan voor de betaling van loon

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een zelfstandige consultant, handelend onder de naam [handelsnaam], en de besloten vennootschap VIVID RESOURCING B.V. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 25.000,- van Vivid, na de onmiddellijke opzegging van de overeenkomst van opdracht door Vivid op 7 november 2022. De eiseres stelde dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat deze niet was gedaan door een daartoe bevoegde persoon en dat er geen deugdelijke redenen waren voor de opzegging. Vivid voerde aan dat de opzegging rechtsgeldig was, omdat de klant Sdu B.V. de overeenkomst met Vivid had beëindigd, wat volgens de algemene voorwaarden van de overeenkomst een onmiddellijke opzegging door Vivid mogelijk maakte.

De kantonrechter oordeelde dat de opzegging door Vivid rechtsgeldig was, omdat deze was gedaan in overeenstemming met de voorwaarden van de overeenkomst. De rechter concludeerde dat de eiseres niet gerechtigd was om loon te vorderen na de opzegging, omdat de afspraken in de overeenkomst en de algemene voorwaarden dit niet toestonden. De kantonrechter wees alle vorderingen van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten van Vivid, die op € 1.221,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt de contractsvrijheid van partijen in overeenkomsten van opdracht en de mogelijkheid om af te wijken van wettelijke bepalingen, mits dit duidelijk is vastgelegd in de overeenkomst.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10590528 \ CV EXPL 23-9475
Vonnis van 26 april 2024
in de zaak van
[eiseres] (H.O.D.N. [handelsnaam] ),
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres] (h.o.d.n. [handelsnaam] ),
gemachtigde: mr. A.W. Mulderij,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIVID RESOURCING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
hierna te noemen: Vivid,
gemachtigde: mr. M.F. Tan.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 21 november 2023 in het bevoegdheidsincident en de daarin genoemde stukken;
  • het tussenvonnis van 5 december 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de mondelinge behandeling van 25 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
  • de brief van mr. M.F. Tan van 27 maart 2024 met opmerkingen naar aanleiding van de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 6 september 2022 sluiten [eiseres] , handelend onder de handelsnaam van haar eenmanszaak [handelsnaam] , en Vivid een schriftelijke overeenkomst van opdracht (hierna: de overeenkomst) voor het verrichten van consultancywerkzaamheden door [eiseres] bij Sdu B.V. (hierna: Sdu), een klant van Vivid.
2.2.
In de overeenkomst staat onder andere:
“(…)
IT IS AGREEDthat the Service Provider shall provide for the Consultant Services for the Client (…) in accordance with the terms of this Agreement and the VIVID General Contract Terms for Service Providers, which is a contract for services.
(...)
Assignment“Start Date” 12/09/2022
Assignment“End Date” 31/12/2022or (if earlier) the date on which the VIVID Notice Period or the Service Provider Notice Period (if applicable) expires or such other date as VIVID and the Service Provider may agree in writing;
“VIDID Notice Period”28 calendar days’ notice
“Service Provider Notice Period”28 calendar days’ notice
(…)
“Normal Rate” EUR 75.00 Per Hour(…)”.
2.3.
In de door beide partijen ondertekende ‘VIVID General Contract Terms for Service Providers’ (hierna: de algemene voorwaarden) staat onder andere:
“(…)
11 TERMINATION
This Agreement shall automatically expire at close of business on End Date and may be terminated prior to the End Date by VIVID by notice with immediate effect, without incurring any liability or costs, if:
(…)
11.1.6
for any reason the Client terminates its corresponding agreement with Vivid in relation to the provision of the Consultant Services by the Service Provider or requests that the Consultant be removed or replaced as consultant or fails to make payment to Vivid in accordance with its corresponding agreement with Vivid, and, for the avoidance of doubt, Vivid shall incur no liability for Losses in connection with any such termination (…)”.
2.4.
[eiseres] verricht vanaf 12 september 2022 consultancywerkzaamheden bij Sdu. Op 7 november 2022 laat [naam 1] (hierna: [naam 1] ), Manager IT Analysis & Support bij Sdu, tijdens een Teams-bespreking aan [eiseres] weten dat Sdu haar contract per direct beëindigt.
2.5.
Op 7 november 2022 12:59 uur stuurt [naam 1] aan Vivid, met [eiseres] in de cc, een e-mail waarin dat Sdu het vertrouwen in het functioneren van [eiseres] heeft verloren en de redenen daarvoor worden genoemd. [naam 1] schrijft onder andere dat er drie escalaties hebben plaatsgevonden als gevolg van de manier van communiceren van [eiseres] . [naam 1] sluit zijn e-mail af met:
“(…) Sdu wants to terminate her contract today. (…)”
2.6.
Op 7 november 2022 16:07 uur stuurt [naam 2] (hierna: [naam 2] ), Head of Recruitment Vivid Netherlands binnen Vivid, en de contactpersoon van [eiseres] , naar het e-mailadres [e-mailadres 1] een e-mail waarin onder andere staat:
“Hi – please could you send out termination tot[e-mailadres 2](candidate- [eiseres] ) and the client – [naam 1] –[e-mailadres 3]”.
2.7.
Op 7 november 2022 17:48 uur ontvangt [eiseres] een e-mail afkomstig van het e-mailadres [e-mailadres 1] met [naam 2] in de cc. In de e-mail staat onder andere:
“(…)
I am writing to give immediate notice on the Agreement no [nummer] between Vivid and [handelsnaam] for the provision of your services to Sdu B.V.
The notice of termination shall have immediate effect under clause 11.1.6 of the Agreement because Sdu B.V. have terminated their corresponding Agreement with Vivid for the supply of your services.”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert, na beperking van haar primaire vordering en afstand van de nevenvorderingen bij de primaire vordering – samengevat – dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

PrimairVivid veroordeelt tot betaling van € 25.000,-;

SubsidiairVivid veroordeelt tot betaling van € 13.068,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, € 905,68 aan buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke (handels)rente over de buitengerechtelijke incassokosten;

Meer subsidiairVivid veroordeelt tot betaling van een redelijk bedrag in goede justitie te bepalen;
 een en ander met veroordeling van Vivid in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar primaire vordering ten grondslag dat de overeenkomst is aangegaan voor een bepaalde periode van 12 september 2022 tot en met 31 december 2022. Het overeengekomen loon tot die datum is € 25.410,-, maar zij heeft haar vordering beperkt tot € 25.000,-.
3.3
Vivid voert als verweer dat zij de overeenkomst rechtsgeldig met onmiddellijke ingang op 7 november 2022 heeft opgezegd.
3.4
[eiseres] voert daartegen aan dat de opzegging niet is gedaan door een daartoe bevoegd persoon, dat er geen deugdelijke redenen waren voor de opzegging en dat zij niet in verzuim was. Daarnaast is de opzegging volgens [eiseres] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, dan wel heeft zij op grond van artikel 7:411 lid 2 BW recht op loon tot het einde van de periode waarvoor de overeenkomst van opdracht is aangegaan. Het subsidiair gevorderde bedrag van € 13.068,- is het loon over 28 dagen. Volgens [eiseres] gold voor Vivid namelijk een opzegtermijn van 28 dagen. Aan de meer subsidiaire vordering legt [eiseres] ten grondslag dat zij op grond van artikel 7:411 lid 1 BW recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen loon.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het erover eens dat de overeenkomst is aangegaan voor een bepaalde periode van 12 september 2022 tot en met 31 december 2022. Partijen verschillen van mening over vraag of een rechtsgeldige opzegging met onmiddellijke ingang heeft plaatsgevonden en of Vivid gehouden was na de opzegging loon te betalen aan [eiseres] .
Opzegging door een daartoe bevoegd persoon
4.2.
Volgens [eiseres] mist de opzegging rechtsgevolg omdat deze is gedaan door [naam 1] , die volgens een KvK-uittreksel niet bevoegd was om Sdu te vertegenwoordigen, en omdat de bevestiging van de opzegging door Vivid evenmin heeft plaatsgevonden door een vertegenwoordigingsbevoegde persoon aangezien deze e-mail afkomstig is van een anoniem persoon.
4.3
De kantonrechter overweegt als volgt. Vivid was de contractspartij van [eiseres] en niet Sdu. De e-mail van [naam 1] aan Vivid van 7 november 2022 12:59 uur is dus slechts de opzegging van de overeenkomst tussen Sdu en Vivid voor de levering van de consultancydiensten door [eiseres] . De e-mail van Vivid aan [eiseres] van 7 november 2022 17:48 uur is de opzegging van de overeenkomst tussen [eiseres] en Vivid. Uit het dossier wordt duidelijk dat deze e-mail is verstuurd in opdracht van [naam 2] . [naam 2] staat namelijk in de cc van de e-mail, die is verstuurd vanuit het contractenteam en uit de door Vivid in deze procedure overgelegde e-mail van 7 november 2022 16:07 uur (zie onder 2.6) blijkt dat [naam 2] het contractenteam van Vivid de opdracht heeft gegeven om de overeenkomst te beëindigen. Een volmacht kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend worden verleend (artikel 3:61 lid 1 BW). Een voorbeeld van een stilzwijgende volmacht is een volmacht die voortvloeit uit een functie. Vivid wijst erop dat [naam 2] uit hoofde van zijn functie van Head of Recruitment Vivid Netherlands bevoegd was de overeenkomst op te zeggen. Verder was [naam 2] namens Vivid aanwezig bij de mondelinge behandeling. Op basis van deze omstandigheden komt de kantonrechter tot de conclusie dat de opzegging is gedaan in opdracht van [naam 2] en dat hij daartoe uit hoofde van zijn functie bevoegd was. [naam 1] wordt uit hoofde van zijn functie Manager IT Analysis & Support bevoegd geacht om de overeenkomst met Vivid voor de inhuur van [eiseres] te beëindigen, aangezien Vivid heeft aangevoerd (en [eiseres] niet heeft betwist) dat hij als enige verantwoordelijk is voor deze afdeling binnen Sdu. Dat uit een KvK-uittreksel niet blijkt dat hij daartoe bevoegd was, doet daar niet aan af.
Opzeggingsmogelijkheid en financiële consequenties
4.4.
De overeenkomst is een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 BW. De wettelijke bepalingen die betrekking hebben op het einde van de opdracht en op de vraag of de opdrachtgever aan de opdrachtnemer loon moet betalen na het einde van de opdracht (artikelen 7:408 tot en met 7:411 BW) zijn op grond van artikel 7:413 BW van regelend recht als de opdrachtgever een professionele partij is. Dat is in deze zaak het geval. Aan [eiseres] en Vivid komt dus een grote mate van contractsvrijheid toe; zij mogen afspraken maken die afwijken van voornoemde wettelijke bepalingen.
4.5.
In de overeenkomst is bepaald dat de normale opzegtermijn voor Vivid 28 kalenderdagen bedraagt. In artikel 11 van de algemene voorwaarden is echter bepaald dat Vivid in een aantal situaties de overeenkomst met onmiddellijke ingang kan opzeggen, zonder dat dit enige aansprakelijkheid of kosten met zich meebrengt voor Vivid. In artikel 11.1.6 wordt de situatie genoemd dat de klant (in dit geval: Sdu) om welke reden dan ook de corresponderende overeenkomst met Vivid voor de levering van de consultancydiensten beëindigt of verzoekt dat de consultant van wordt verwijderd of vervangen.
4.6.
Vivid stelt dat zij de overeenkomst conform artikel 11.1.6 met onmiddellijke ingang heeft opgezegd en dat zij niet gehouden was aan [eiseres] loon door te betalen na het einde van de overeenkomst. [eiseres] voert aan dat de bepalingen over de opzegtermijn onduidelijk en tegenstrijdig zijn en dat daarom de meest gunstige uitleg moet worden toegepast. [eiseres] voert verder aan dat Sdu geen deugdelijke redenen had om de inhuur van haar via Vivid te beëindigen; zij heeft namelijk altijd naar behoren gefunctioneerd en Sdu heeft het vertrouwen gewekt dat zij haar langer wilde behouden. Daarnaast voert [eiseres] aan dat zij niet in verzuim was omdat er geen ingebrekestelling aan haar is gestuurd.
4.7.
De kantonrechter overweegt als volgt. Van onduidelijkheid of tegenstrijdigheid is geen sprake. Vivid kan de overeenkomst in beginsel tussentijds beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van 28 kalenderdagen. In bepaalde, specifieke situaties die genoemd worden in artikel 11 van de algemene voorwaarden kan Vivid de overeenkomst met onmiddellijk ingang opzeggen en brengt dit geen kosten met zich mee voor Vivid. De situatie die zich heeft voorgedaan dat Sdu – kort gezegd – aan Vivid laat weten dat zij geen gebruik meer wenst te maken van de diensten van [eiseres] , wordt in 11.1.6 van de algemene voorwaarden genoemd. Op basis van dit artikel is voor de opzegging door Vivid niet vereist dat Sdu een deugdelijke reden had om geen gebruik meer te willen maken van de diensten van [eiseres] . Voor de opzegging door Vivid was ook geen verzuim vereist. Dit volgt namelijk niet uit de wettelijke bepalingen over de opzegging van overeenkomsten van opdracht en is ook niet bepaald in de overeenkomst of in de algemene voorwaarden. Het voorgaande betekent dat Vivid op basis van de gemaakte afspraken gerechtigd was de overeenkomst op 7 november 2022 met onmiddellijke ingang op te zeggen en dat zij niet gehouden was loon aan [eiseres] te betalen na het einde van de overeenkomst. Daarbij merkt de kantonrechter op dat artikel 7:411 BW niet van toepassing is als de opdrachtnemer zoals [eiseres] per uur wordt betaald. Zelfs als partijen de afspraak die zij hebben gemaakt in artikel 11.1.6 van de algemene voorwaarden niet hadden gemaakt, had [eiseres] daarom niet op basis van artikel 7:411 BW aanspraak kunnen maken op doorbetaling van loon na het einde van de overeenkomst.
Redelijkheid en billijkheid
4.8.
[eiseres] doet een beroep op artikel 6:248 lid 2 BW. Daarin is bepaald dat een tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel niet van toepassing is, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De stelplicht en de bewijslast van feiten en omstandigheden die een beroep op artikel 6:248 lid 2 BW kunnen rechtvaardigen, rusten op [eiseres] .
4.9.
[eiseres] stelt dat zij maar voor een korte periode is ingehuurd, dat de opdracht tamelijk kort voor het einde van de overeengekomen periode is beëindigd en dat zij zich vanwege het totaal onverwachte karakter van de opzegging niet heeft kunnen voorbereiden op inhuur door een andere opdrachtgever. [eiseres] wijst verder op haar positie als kleine zelfstandige. Ter zitting heeft zij verklaard dat zij artikel 11.1.6 van de algemene voorwaarden wel heeft gezien, maar daar geen verdere notitie van heeft gemaakt. Er was weinig werk en ze had het gevoel dat zij niet anders kon dan akkoord gaan met de algemene voorwaarden.
4.10.
De kantonrechter overweegt als volgt. Bij de toepassing van artikel 6:248 lid 2 BW moet terughoudendheid worden betracht. Het gaat er bij deze toets niet om of toepassing van de regel (in dit geval de opzegging met onmiddellijke ingang zonder doorbetaling van loon) niet redelijk is, maar of de regel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit is een zeer strenge eis. Hoewel het invoelbaar is dat het naar is voor [eiseres] dat zij door de opzegging met onmiddellijke ingang werd geconfronteerd met inkomensverlies, is dat niet voldoende voor een geslaagd beroep op artikel 6:248 lid 2 BW. Deze omstandigheid is namelijk het gevolg van de afspraken die [eiseres] als zelfstandig ondernemer met Vivid heeft gemaakt. Inherent aan het zelfstandig ondernemerschap is dat er ondernemersrisico’s aan verbonden zijn, waaronder het risico van verlies aan inkomsten als de overeenkomst van opdracht wordt beëindigd. Dat geldt ook voor [eiseres] als kleine zelfstandige. In het uurtarief van een ondernemer wordt geacht een bepaald ondernemersrisico verdisconteerd te zijn. De mogelijke opzegging met onmiddellijke ingang, zonder aanspraak op loon én zonder dat daarvoor vereist was dat Sdu een deugdelijke reden had om geen gebruik meer te willen maken van de diensten van [eiseres] , is een omstandigheid waarmee [eiseres] rekening had kunnen houden en die tot haar ondernemersrisico behoort. Dit maakt immers onderdeel uit van de door haar met Vivid gemaakte schriftelijke afspraken. Op basis van deze afspraken mocht [eiseres] er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat zij de werkzaamheden tot het einde van de periode waarvoor de overeenkomst was aangegaan mocht voortzetten.
Conclusie
4.11.
Op grond van tussen partijen gemaakte afspraken was de opzegging door Vivid van de overeenkomst met onmiddellijke ingang toegestaan en was Vivid niet gehouden loon aan [eiseres] door te betalen na het einde van de overeenkomst. De toepassing van deze afspraken was in de gegeven omstandigheden niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Dit heeft tot gevolg dat de kantonrechter alle vorderingen van [eiseres] zal afwijzen.
Proceskosten
4.12.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Vivid worden begroot op:
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2,00 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.221,00
4.13.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 1.221,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Rodriguez Galvis en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2024.