ECLI:NL:RBAMS:2024:2453

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
C/13/738450 HA ZA 23-763
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzegging van bankrelatie door ABN AMRO en de gevolgen voor de betrokken partijen

In deze zaak vorderden de eisers, bestaande uit verschillende vennootschappen en hun bestuurders, herstel van hun bankrelaties met ABN AMRO en verwijdering van hun registraties op de interne CAAML-lijst. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat ABN AMRO de bankrelaties mocht beëindigen op basis van onvoldoende medewerking van de eisers aan het klantonderzoek. De eisers hadden tot eind 2022/begin 2023 bankrekeningen bij ABN AMRO, maar de bank beëindigde de relatie met enkele eisers omdat zij het klantonderzoek niet kon voltooien. De rechtbank concludeerde dat de opzegging niet in strijd was met de zorgplicht van de bank en dat de eisers onvoldoende belang hadden bij herstel van de bankrelaties, aangezien zij ook bankrekeningen bij andere banken hadden. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, evenals hun verzoek om verwijdering van de CAAML-registratie, omdat deze registratie voortvloeide uit de rechtmatige beëindiging van de bankrelatie. De rechtbank legde de proceskosten op aan de eisers.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/738450 / HA ZA 23-763
Vonnis van 17 april 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

hierna: [eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
hierna: [eiser 2] ,
3. de besloten vennootschap
[eiser 3] B.V.,
hierna: [eiser 3] ,
4. de besloten vennootschap
XLAB B.V.,
hierna: Xlab,
5. de besloten vennootschap
XLAB CLOUD SERVICES B.V.,
hierna: Cloud Services,
6. de eenmanszaak
ADVANCED SECURITY SYSTEMS,
hierna: Advanced Security,
allen te [vestigingsplaats] ,
eisende partijen, hierna gezamenlijk: [eisers] ,
advocaat: mr. J.M. Wagenaar,
tegen
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
hierna: ABN AMRO,
te Amsterdam,
gedaagde,
advocaten: mrs. B.W. Wijnstekers en M. Vreuls te Amsterdam.
De zaak in het kort
[eisers] hadden tot eind 2022/begin 2023 bankrekeningen bij ABN AMRO. ABN AMRO heeft de relatie met [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services beëindigd omdat zij haar klantonderzoek niet kon voltooien. [eiser 3] , Xlab en Advanced Security hebben zelf de relatie met ABN AMRO beëindigd. [eisers] vorderen in deze zaak herstel van hun bankrelaties met ABN AMRO en verwijdering van hun registraties op de interne CAAML-Lijst [1] . De rechtbank wijst die vorderingen af omdat [eisers] daarbij onvoldoende belang hebben.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 10 augustus 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord van ABN AMRO, met producties,
- het tussenvonnis van 27 december 2023 waarin een mondelinge behandeling is gelast, en
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 maart 2024.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

Partijen
2.1
Xlab en Cloud Services zijn ICT-bedrijven die zich toeleggen op de ontwikkeling van software, en het bieden van diverse diensten op het gebied van informatietechnologie. Enig aandeelhouder en statutair bestuurder van Xlab en Cloud Services is [eiser 3] . [eiser 1] is op zijn beurt enig aandeelhouder in, en statutair bestuurder van, [eiser 3] . Advanced Security de eenmanszaak van [eiser 1] . Met deze eenmanszaak exploiteert [eiser 1] een groothandel in elektronische- en telecommunicatieapparatuur en biedt hij gerelateerde installatiediensten aan. Ieder van [eiser 3] , Xlab, Cloud Services en Advanced Security (hierna gezamenlijk: de Vennootschappen) had tot eind 2022/begin 2023 een eigen betaalrekening bij ABN AMRO.
2.2
[eiser 1] is getrouwd met [eiser 2] . Zij hadden tot eind 2022 een gezamenlijke betaalrekening (hierna: de gezamenlijke rekening) bij ABN AMRO.
2.3
Op de klantrelaties tussen ABN AMRO en [eisers] waren de Algemene Bankvoorwaarden 2017 (hierna: ABV) van toepassing.
Klantonderzoek met betrekking [eiser 1] en [eiser 2]
2.4
Op 9 april 2021 stuurde ABN AMRO een brief aan [eiser 1] en [eiser 2] met vragen over contante geldopnames van de gezamenlijke rekening tussen 30 november 2019 en 23 maart 2021. In die brief staat onder meer:
“In de periode van 30 november 2019 tot en met 23 maart 2021 wordt er in totaal € 97.104,92 aan contante gelden opgenomen van de rekening.
 Wat is de bestemming van deze gelden?
 Wat is de reden dat deze transacties niet via een bankoverboeking hebben plaatsgevonden?
 Wat is de reden dat een deel van deze opnames in Colombia werden gedaan?
Graag ontvangen wij antwoord op bovenstaande vragen en passende documentatie (in het Nederlands of Engels) ter onderbouwing van uw verklaring.”
2.5
[eiser 1] sprak op 13 april 2021 met ABN AMRO telefonisch over de brief. Naar aanleiding van dit telefoongesprek stuurde ABN AMRO op 15 april 2021 opnieuw een brief aan [eiser 1] en [eiser 2] . In die brief valt onder meer te lezen (cursiveringen in origineel):
“U heeft de onderstaande verklaring gegeven op onze vragen over transacties welke hebben plaatsgevonden van [de gezamenlijke rekening].
In de periode van 30 november 2019 tot en met 23 maart 2021 wordt er in totaal € 97.104,92 aan contante gelden opgenomen van de rekening:
U heeft aangegeven dat u deze gelden heeft gebruikt voor levensonderhoud gedurende de 4 maanden dat u in Colombia verbleef, daarnaast heeft u een gedeelte van de contante gelden in Colombia aangewend voor een zakelijke investering. U wordt mede eigenaar van een mijn in Colombia. U heeft uitgezocht of het via een bankoverschrijving kon en u heeft daarover veelvuldig contact gehad met ABN AMRO maar die weg was te omslachtig en zou te lang duren. Vandaar dat de transacties contant hebben plaatsgevonden. De contante gelden die in Nederland zijn opgenomen zijn gebruikt voor dagelijkse kosten.
Graag ontvangen wij ondersteunende documentatie ter onderbouwing van uw antwoorden. U kunt hierbij onder andere denken aan een koopovereenkomst, transactiebonnen en/of facturen.”
2.6
In reactie op deze brief stuurde [eiser 1] een Spaanstalige overeenkomst gedateerd 26 februari 2021, gesloten tussen hem en een persoon genaamd [naam 1] (hierna: [naam 1] ).
2.7
In de periode tussen 15 april 2021 en 31 oktober 2022 hebben [eiser 1] en ABN AMRO veelvuldig contact gehad – zowel telefonisch als via email en brief – over, onder meer, de contante geldopnames van de gezamenlijke rekening en de investering in Colombia. ABN AMRO heeft in haar brieven van 21 juli 2021 en 27 mei 2022 aanvullende vragen gesteld aan [eiser 1] en [eiser 2] over de contante geldopnames en de investering in de mijn in Colombia. Ook heeft zij in de brief van 27 mei 2022 vragen gesteld over andere (veelal zakelijke) transacties die hebben plaatsgevonden op de gezamenlijke rekening waaronder (i) transacties ad € 393.904 geboekt tussen de gezamenlijke rekening en de rekening van [eiser 3] , waarvan € 34.283 in rekening-courant, (ii) ontvangen betaling ad € 25.010 van [naam 2] , (iii) ontvangsten ad € 39.752 via Paypal, (iv) overboekingen ad € 351.012 naar American Express, en (v) een overboeking ad € 15.500 aan [naam 3] .
2.8
[eiser 1] heeft op 8 augustus 2021, 16 september 2021 en 4 juni 2022 per email op deze brieven gereageerd. In de email van 4 juni 2022 staat onder meer:
“1. U vraagt mij naar mijn investering met dhr. [naam 1] . Ik heb u eerder de overeenkomst toegestuurd welke ik met dhr. [naam 1] heb. Dat is de overeenkomst die ik met hem ben en daar staat alles in. U vraagt mij nu naar allerlei informatie over bedrijven en bedrijfsstructuren. Dat doet u op basis van aannames die ik niet kan plaatsen. Ikzelf heb een onderneming in Colombia opgericht welke Xlab Colombia heeft. Mocht u informatie betreffende deze onderneming willen dan kunt u in de kvk aldaar de gewenste informatie opvragen. Ik geloof dat ik nu PER rekening EUR 6,50 betaal zodat de ABN Amro onderzoek kan doen. Het lijkt me een uitgelezen kans deze EUR 6,50 goed te gebruiken.
2. U vraagt mij naar contante opnamen tussen november 2019 en april 2022. Ik weet niet waar dat precies naartoe is gegaan en ik geloof dat ik mijn geld gewoon kan opnemen en uitgeven als ik dat wil. Ik kan wel aangeven dat ik in die periode een aantal motorfietsen heb aangeschaft in Duitsland en ook veel in het buitenland was (ik neem ALTIJD contant geld mee). Ik het buitenland (Colombia) heb ik geld opgenomen NADAT ik contact heb opgenomen met de ABN AMRO. Dat deze zelfde bank nu vraagt waaraan dat is uitgegeven is niets minder dan schizofreen.
a. U geeft aan dat ik geen informatie zou hebben verschaft. Dat is pertinent NIET waar. Het lijkt me goed als de Bank haar zaken op orde brengt en mij niet lastig valt met allerlei vragen en dubbele vragen waarop zij het antwoord zou moeten weten. Ik heb de overeenkomst met dhr. [naam 1] gedeeld en weet niet welke aanvullende info ik aan zou kunnen leveren welke de bank niet zelfstandig op zou kunnen vragen.
3. De reden van opnames in rekening courant gaat de bank NIKS aan. Ik heb een aantal ondernemingen en als de ABN Amro niet met mij op de ondernemersstoel wil zitten en met mij mee investeert heeft de ABN Amro niets te maken met de manier waarop ik mijn ondernemingen leidt. Het lijkt me goed als de Bank mij duidelijk en expliciet uitlegt waarom zijn vraagt naar rekening courant opnamen en het risico zou zijn van deze opnamen.
4. Dhr. [naam 2] is naast een zakelijke ook een persoonlijke relatie van mij. Deze overboeking betreft het terugbetalen van een persoonlijke lening.
5. Ik heb een onderneming in beveiligingsapparatuur en wordt door klanten uit het buitenland middels (oa) PayPal betaald.
6. U vraagt mij naar uitgaven van American Express. Dit betreffen prive uitgaven en uitgaven voor mijn ondernemingen (inkoop servers, etc.)
7. U vraagt mij naar mijn relatie met dhr. [naam 3] . Ik heb een aantal motoren en bij dhr. [naam 3] koop ik verschillende zaken voor het circuit (pakken, banden, etc.)”
2.9
Bij brief van 13 juni 2022 heeft ABN AMRO vervolgvragen gesteld over (i) de investering in het bedrijf van [naam 1] , (ii) de boekingen in rekening-courant met [eiser 3] , (iii) de ontvangsten via Paypal, (iv) de overboekingen naar American Express, en (v) de betaling aan [naam 3] , en verzocht om onderbouwing van de antwoorden met documentatie. Hierop heeft [eiser 1] in zijn email van 16 juni 2022 als volgt gereageerd:
“Dit begint (ik denk voor beide partijen) heel vervelend te worden. Ik ben erg druk met ondernemingen in Nederland EN in het buitenland. Ik heb hier absoluut geen tijd voor. Desalniettemin hierbij:
1. Vraag 1:
a. Ik heb verder geen informatie over het bedrijf van [naam 1] , noch ben ik dat van plan te gaan vragen. Het staat u uiteraard vrij hier onderzoek naar te doen, maar ik ga hier geen tijd in steken.
b. In de bijlage een akte van de KvK aldaar en de laatst getekende akte betreffende Xlab Colombia.
2. Vraag 2:
a. Ik zie geen reden om uit te leggen waarom ik zaken in rekening courant opneem. Is dit illegaal? Mag dat niet? Daarnaast ziet u dat ik (ongeveer) hetzelfde bedrag aan American Express overmaak. Als u uw brief zelf niet een klein beetje beter had gelezen had u wellicht doorgehad dat dit met elkaar te maken heeft.
3. Vraag 3:
a. Zoals u zelf aangeeft wordt de rekening van ABN Amro NIET voor zakelijke doeleinden gebruikt. Of mag ik ook geen opnamen, salaris of andere onttrekkingen uit mijn ondernemingen overmaken naar mijn privérekening? En hoe stelt u dan voor dat ik geld op mijn privérekening krijg om dat uit te kunnen geven in het dagelijkse leven? Zoals aangegeven zijn dat zakelijke transacties geweest van mijn ondernemingen (Advanced Security Systems).
b. De reden dat ik deze gelden ontvang is omdat ik diensten verkoop. Zijn jullie bij de bank oke?
c. Welke documentatie zou u graag zien die deze verklaring onderbouwen? Een factuur? Een verklaring? Bedrijfsdocumentatie? Wat gaat de ABN Amro hiermee doen?
4. Vraag 4 (zie vraag 2)
a. Wat verwacht u als antwoord op deze vraag? Verwacht u dat ik een lijst aanlever met alle uitgaven bij Amex ter grootte van ruim EUR 350.000? Waar denkt u dat ik met mijn Amex überhaupt kan betalen? Wat is dit voor een vraag?
b. Wilt u facturen en rekeningafschriften ontvangen? Met welk doel? Waar verwacht u dat ik met mijn Amex kaart betaal? Weet de ABN Amro niet dat American Express ook een bank is? Wat verwacht u aan te treffen?
5. Vraag 5
a. Naast dat u vreemde vragen stelt leest u de antwoorden ook niet goed. Waar in mijn email (die staat voor de volledigheid nog eens hieronder) staat dat ik motoren bij dhr. [naam 3] heb aangeschaft”
2.1
Op 31 oktober 2022 heeft ABN AMRO brieven aan ieder van [eiser 1] en [eiser 2] gestuurd. Daarin staat dat ABN AMRO de klantrelatie beëindigt tegen 30 december 2022 en dat zij beiden op de interne CAAML-Lijst worden gezet.
Opheffing rekeningen [eiser 3] , Advanced Security en Xlab
2.11
Op 12 oktober 2022 heeft ABN AMRO brieven aan [eiser 3] en Advanced Security gestuurd. Op 14 november 2022 stuurde ABN AMRO een brief aan Xlab. In ieder van deze brieven staat het volgende (vetgedrukt in origineel):
“Onderwerp:
u wilt uw rekening opheffen
Geachte relatie,
U heeft ons gevraagd om uw rekening op te heffen. Het gaat om de rekening met nummer (…). Om dat voor u in orde te maken, hebben wij uw handtekening nodig. Wat u moet doen leest u hieronder.
Wat moet u doen?
U krijgt het formulier “Opheffen Rekening” digitaal aangeboden. In uw Internetbankieren staat een “Taak” voor u klaar. Met het accorderen van deze taak ondertekent u digitaal het verzoek om uw rekening op te hebben. U ontvangt van ons een mail met aanvullende informatie over deze manier van ondertekenen”
2.12
Op 12 oktober 2022 zijn de rekeningen van [eiser 3] en Advanced Security bij ABN AMRO opgeheven via de internetbankieren-omgeving. Op 17 november 2022 is de rekening van Xlab bij ABN AMRO opgeheven via de internetbankieren-omgeving.
Klantonderzoek met betrekking tot de Vennootschappen
2.13
Naar aanleiding van een gesprek tussen ABN AMRO en [eiser 1] op 7 november 2022 stuurde ABN AMRO op 10 november 2022 een brief aan de Vennootschappen over, onder meer, het business model en de zakelijke activiteiten van de Vennootschappen en diverse transacties die op de rekeningen van de Vennootschappen hebben plaatsgevonden. In de brief heeft ABN AMRO, onder meer, vragen gesteld over het business model en de zakelijke activiteiten van Cloud Services. Ook heeft ABN AMRO gevraagd om de aangifte omzetbelasting over het jaar 2021 van Cloud Services aan te leveren. Tot slot heeft ABN AMRO gevraagd naar het betalingsverkeer op de zakelijke rekening van Cloud Services, waaronder over een betaling van € 5.465,30 aan Law Tax Lawyers in Panama.
2.14
Tussen 10 november 2022 en 5 januari 2023 hebben ABN AMRO en [eiser 1] over de op de Vennootschappen betrekking hebbende vragen gecorrespondeerd. In zijn email van 7 december 2022 schrijft [eiser 1] onder meer:
“Ik ontvang nu sinds een jaar of anderhalf brieven en telefoontjes van de ABN Amro inzake allerhande onderzoeken. Ik zal in deze mail trachten de zaken zo gestructureerd als mogelijk proberen te duiden vanuit mijn perspectief gezien de ABN Amro nu wat mij betreft te ver gaat in haar communicatie richting mij zonder dat ik daar professionele bijstand in heb gezocht.
(…)
1. U heeft mij vragen gesteld betreffende de rekeningen van de verschillende BV’s en de eenmanszaak die ik bij de ABN Amro heb lopen:
(…)
b. Xlab Cloud Services BV: XIab Cloud Services levert applicaties aan derde partijen. Wij hebben zoals de ABN Amro weet de Zuid Amerikaanse markt aangeboord en in Panama zit ons Cost Centre. Deze kosten voor Panama Tax Lawyers waren tbv het opzetten en structureren hiervan. De rekening voor Xlab Cloud Services wordt in de komende maanden (als de facturen van deze facturatieronde geïnd zijn) opgeheven.”
2.15
In zijn email van 5 januari 2023 schrijft [eiser 1] onder meer:
“Xlab Cloud Services
1. Het verdienmodel van Xlab heb ik in de eerdere mail reeds toegelicht. Dit kunt u ook op onze website nalezen. Wij bouwen en verkopen software voor/aan de (Nederlandse) overheid. Ik snap niet wat hier niet duidelijk aan is of welke aanvullende informatie u vraagt.
2. Wij bouwen de software zelf. Leveranciers zijn Microsoft voor de servers en enkele (overheids)diensten voor beveiligingscertificaten en/of koppelingsplatformen. Afnemers zijn met name verschillende Nederlandse overheden en zorgleveranciers.
3. Document (contract) Panama is bijgevoegd.
4. Rekening zal worden opgeheven!”
Bij deze e-mail zit als bijlage (onder meer) een Service Agreement tussen een Panamese vennootschap, Law Tax Lawyers, en [eiser 1] met betrekking tot het oprichten van een Panamese rechtspersoon, het openen van een zakelijke bankrekening en de aanvraag van een verblijfstatus in Panama voor [eiser 1] . Ook zijn twee facturen bijgevoegd van Consuegra Asociados Adogodos Consultores te Bogotá aan Señor [eiser 1] voor het verrichten van ‘servicios juridicos’.
2.16
Op 23 maart 2023 heeft ABN AMRO een brief gestuurd aan Cloud Services waarin zij de klantrelatie heeft beëindigd tegen 23 mei 2023 en heeft aangekondigd Cloud Services op de interne CAAML-Lijst te plaatsen. Op 23 maart 2023 heeft ABN AMRO, bij afzonderlijke brieven aan [eiser 3] , Xlab en Advanced Security, ook aan deze vennootschappen medegedeeld dat zij op de interne CAAML-Lijst worden geplaatst.

3.Het geschil

3.1
[eisers] vorderen van de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
  • voor recht te verklaren dat de opzegging van de relatie met eiseressen in strijd met de zorgplicht en/of onrechtmatig en/of in strijd met maatstaven van redelijkheid en billijkheid is;
  • ABN AMRO te verbieden om uitvoering te geven aan de opzegging van de relatie met eiseressen, althans deze ongedaan te maken;
  • ABN AMRO te veroordelen om alle bankrekeningen, betaalpassen, creditcards en internet banking (app) van eiseressen in stand te laten, althans deze weer te activeren en uitvoering te geven aan transacties over de rekeningen;
  • ABN AMRO te verbieden om eiseressen op te nemen in het IVR/CAAML-Lijst of een ander vergelijkbaar register en/of enige opname ongedaan te maken en/of om gegevens daaromtrent te delen met andere banken en/of instanties;
Subsidiair
a. ABN AMRO te veroordelen om eiseressen (ieder) ten minste te laten beschikken over 1 basis(rekening), zowel zakelijk als privé, en uitvoering te geven aan zakelijke en privétransacties van eiseressen over die rekening(en);
Algemeen
(5) ABN AMRO te veroordelen in alle kosten en nakosten van deze procedure en de buitengerechtelijke incassokosten (BIK) te betalen binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis tot aan de dag van de algehele betaling daarvan.
3.2
[eisers] leggen, samengevat, het volgende aan hun vorderingen ten grondslag.
De opzegging door ABN AMRO van de bankrelaties met [eisers] is in strijd met de zorgplicht, onrechtmatig, of in strijd met maatstaven van redelijkheid en billijkheid. De gronden voor opzegging die ABN AMRO heeft genoemd (onder meer in de brief van 23 maart 2023) zijn ontoereikend. Er is geen sprake van onaanvaardbare risico’s voor ABN AMRO. Als dat anders is dan is de opzegging voorts niet conform de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (hierna: Wwft), op grond waarvan ABN AMRO alleen de relatie mag beëindigen als zij geconstateerde risico’s niet kan mitigeren, of als de klant de benodigde informatie niet aanlevert. Aan die voorwaarden is niet voldaan. ABN AMRO heeft niet gesteld waarom zij risico’s niet kan mitigeren. Ook hebben [eisers] steeds volledig meegewerkt aan het klantonderzoek van ABN AMRO. Voor zover ABN AMRO meer gegevens nodig had diende zij dat in begrijpelijke taal te specificeren zodat [eisers] daarop hadden kunnen reageren; dat is niet gebeurd. Bovendien weegt het belang van [eisers] bij het behoud van de rekeningen zwaarder dan het belang van ABN AMRO. Zodoende heeft ABN AMRO (doorlopend) haar zorgplicht en onderzoeksplicht geschonden en niet in het belang van [eisers] gehandeld.
Ook voeren [eisers] aan dat de opname van hun gegevens voor vijf jaar in het IVR / op de CAAML-Lijst onrechtmatig is omdat dit het gevolg is van de opzegging van de bankrelatie die, om eerder genoemde redenen, in strijd is met de bancaire zorgplicht. Bovendien kunnen zij bij een dergelijke registratie geen andere rekeningen aanvragen en -houden bij andere banken. Ook is die registratie in strijd met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Tot slot stellen [eisers] dat zelfs als de opzegging van de bankrelatie met ieder van hen rechtmatig is, ABN AMRO in ieder geval verplicht is om hen een basis)rekening ter beschikking te stellen, omdat zij anders van het betalingsverkeer worden uitgesloten.
3.3
ABN AMRO voert verweer.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Juridisch kader opzegging bankrelatie
4.1
ABN AMRO heeft op grond van artikel 35 van de ABV de contractuele bevoegdheid om de relaties met [eisers] op te zeggen. Een zwaarwegende grond heeft ABN AMRO niet nodig om van die bevoegdheid gebruik te kunnen maken. Evenmin is vereist dat er concrete bewijzen zijn dat [eisers] betrokken zijn bij criminele activiteiten. Deze (niet contractueel geclausuleerde) opzeggingsbevoegdheid kan ABN AMRO uitoefenen tenzij dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (artikel 6:248 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)). Het criterium van ‘onaanvaardbaar’ noopt tot een terughoudende toepassing van deze bepaling.
4.2
De beoordeling of sprake is van een onaanvaardbare opzegging komt neer op een belangenafweging: het belang van ABN AMRO bij de opzegging dient te worden afgewogen tegen het belang van [eisers] bij continuering/herstel van de bankrelatie. Deze afweging moet plaatsvinden aan de hand van alle ten tijde van de opzegging bekende feiten en omstandigheden.
Bij deze belangenafweging komt enerzijds gewicht toe aan de verplichting van [eisers] om ingevolge artikel 2 lid 2 van de ABV eraan mee te werken dat ABN AMRO kan voldoen aan haar verplichtingen jegens toezichthouders op grond van onder meer de Wet financieel toezicht (hierna: Wft) en de Wwft en om geen misbruik van haar diensten te (laten) maken. [eisers] zijn in dit verband verplicht om mee te werken aan het klantonderzoek van ABN AMRO.
Anderzijds komt gewicht toe aan de in artikel 2 van de ABV neergelegde zorgplicht van ABN AMRO. Ook is van belang in hoeverre [eisers] door de opzegging toegang zijn blijven behouden tot het bancaire betalingsverkeer. Verliezen zij die toegang – bijvoorbeeld omdat zij nergens anders een bankrekening hebben of kunnen krijgen –, dan brengt dit mee dat de opzegging door ABN AMRO eerder onaanvaardbaar zal zijn.
Positie van [eiser 3] , Advanced Security en Xlab
4.3
ABN AMRO heeft gesteld dat [eiser 3] , Advanced Security en Xlab niet-ontvankelijk moeten worden verklaard wegens gebrek aan belang (artikel 3:303 BW) omdat zij zelf, op eigen initiatief, op 12 oktober 2022 respectievelijk 17 november 2022 hun rekeningen bij ABN AMRO hebben opgezegd en daarmee de relatie hebben beëindigd. Van opzegging door ABN AMRO is dus geen sprake zodat deze vennootschappen geen redelijk belang bij hun vorderingen hebben. In ieder geval kan deze opzegging niet in strijd zijn met de zorgplicht van ABN AMRO, dan wel onrechtmatig en/of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, aldus ABN AMRO.
4.4
[eisers] hebben in dit verband aangevoerd dat de opzeggingen door [eiser 3] , Advanced Security en Xlab hen niet kunnen worden tegengeworpen. Deze vennootschappen hebben weliswaar zelf hun rekeningen opgezegd maar dit was niet vrijwillig. Zij hadden feitelijk geen andere keuze omdat ABN AMRO rekeningen structureel zou blokkeren. Ook stellen zij met de informatieverzoeken van ABN AMRO te zijn weggepest.
4.5
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser 3] , Advanced Security en Xlab zelf hun rekeningen bij ABN AMRO hebben opgezegd. [eiser 3] en Advanced Security hebben ieder op 12 oktober 2022 de opheffing van hun rekeningen bij ABN AMRO geaccordeerd in de internetbankieren-omgeving. Xlab heeft dit gedaan op 17 november 2022. Dit betekent dat ten aanzien van deze vennootschappen geen opzegging van de bankrelatie door ABN AMRO heeft plaatsgevonden. De rechtbank begrijpt het betoog van [eisers] dan ook zo dat hoewel [eiser 3] , Advanced Security en Xlab zelf de bankrelatie hebben opgezegd, dit in het licht van het handelen van ABN AMRO feitelijk als een opzegging door ABN AMRO gezien moet worden. Dit betoog slaagt niet om de volgende redenen.
4.6
Dat de opheffing van de rekeningen niet vrijwillig was, hebben [eisers] onvoldoende onderbouwd. Voor zover van enige blokkade van rekeningen sprake was had dat, blijkens de stellingen van [eisers] , betrekking op de gezamenlijke rekening van [eiser 1] en [eiser 2] toen [eiser 1] in Colombia was. Dat ABN AMRO rekeningen van [eiser 3] , Advanced Security en Xlab zou blokkeren is door ABN AMRO betwist en door [eisers] niet onderbouwd.
4.7
Dat deze vennootschappen door de informatieverzoeken van ABN AMRO zouden zijn weggepest is niet gebleken. Daarbij is van belang dat ABN AMRO pas met de brief van 10 november 2022 voor het eerst vragen is gaan stellen over de Vennootschappen en de activiteiten op hun rekeningen. Het klantonderzoek in de periode daarvoor zag slechts op activiteiten op de gezamenlijke rekening van [eiser 1] en [eiser 2] . [eiser 3] en Advanced Security hadden hun rekeningen al opgeheven op 12 oktober 2022. De opheffing door Xlab van haar rekening volgde kort op de ontvangst van de brief van 10 november 2022. In die laatste brief valt niettemin te lezen dat Xlab zou hebben verklaard al voornemens te zijn de rekening te willen opheffen. Hoe de brief van 10 november 2022 er dan toe heeft geleid dat [eiser 3] , Advanced Security en Xlab zijn weggepest terwijl [eiser 3] en Advanced Security hun rekeningen al hadden opgezegd, en Xlab daartoe het voornemen had, is bij die stand van zaken onvoldoende onderbouwd. Dat [eiser 1] en [eiser 2] er eerder al op waren gewezen dat ABN AMRO de relatie kan opzeggen als de aan hen gevraagde documentatie niet tijdig zou worden verstrekt en dat er mogelijk registratie op de CAAML-Lijst zou volgen, voldoet daarvoor evenmin. Zelfs als die communicatie moet worden gezien als mede aan [eiser 3] , Advanced Security en Xlab gericht, dan vloeit daar geen ongeoorloofde druk of dreiging uit voort. Het is juist in overeenstemming met de op ABN AMRO rustende zorgplicht dat zij waarschuwt voor de gevolgen van niet (voldoende) meewerken aan het klantenonderzoek.
4.8
Het voorgaande leidt ertoe dat ten aanzien van [eiser 3] , Advanced Security en Xlab in het geheel geen opzegging van de bankrelatie door (toedoen van) ABN AMRO heeft plaatsgevonden. Dat betekent dat van een opzegging die onrechtmatig, in strijd met zorgplicht, of die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, geen sprake is. Dit leidt er reeds toe dat de primaire vorderingen onder (1)-(3) ten aanzien van [eiser 3] , Advanced Security en Xlab zullen worden afgewezen.
Opzegging ten aanzien van [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services
4.9
ABN AMRO heeft erop gewezen dat [eisers] geen (zwaarwegend) belang hebben bij voortzetting/herstel van de bankrelatie omdat zij over (meerdere) bankrekeningen beschikken bij andere banken. Dat een andere bank mogelijk in de toekomst over kan gaan tot het beëindigen van een rekening regardeert ABN AMRO niet, aldus ABN AMRO.
4.1
[eisers] hebben erkend dat zij meerdere bankrekeningen aanhouden bij andere banken. Zo beschikken [eiser 1] en [eiser 2] , al dan niet gezamenlijk, over een of meer bankrekeningen bij Rabobank en Bunq. Daarnaast beschikt Cloud Services over bankrekeningen bij ING en Bunq. Overigens beschikken ook [eiser 3] , Xlab en Advanced Security over bankrekeningen bij andere banken. Het betoog dat [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services belang hebben bij het herstel de bankrelatie met ABN AMRO omdat zij anders geen toegang hebben tot het bancaire betalingsverkeer kan in dat licht al niet worden gevolgd. Die toegang hebben zij via andere banken.
4.11
Dat zonder herstel van de bankrelatie de continuïteit van Cloud Services in gevaar zou komen – zoals [eisers] hebben gesteld – is, mede in het licht van het feit dat Cloud Services bankrekeningen heeft bij ING en Bunq, niet voldoende onderbouwd.
4.12
[eisers] hebben er nog op gewezen dat instandhouding van de opzegging nadelige gevolgen kan hebben voor de mogelijkheden van [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services om elders een bankrekening te openen. Ook de banken waar zij thans andere rekeningen aanhouden kunnen op ieder moment vragen gaan stellen over de opzegging door ABN AMRO en de opname op de CAAML-Lijst. Het ligt volgens hen voor de hand dat die banken dan ook tot opzegging overgaan. Dit kan naar het oordeel van de rechtbank echter niet tot een andere uitkomst leiden. Dat Bunq of ING mogelijk tot opzegging zouden kunnen overgaan maakt niet dat de opzegging door ABN AMRO onaanvaardbaar is, en is geen grond om ABN AMRO te verplichten de relatie met [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services te herstellen. Van een voornemen tot opzegging door Bunq of ING is ook tot op heden niet gebleken. Bovendien kunnen [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services alsdan die opzeggingen door de rechter laten toetsen.
4.13
De overige belangen waarop [eisers] in deze procedure een beroep hebben gedaan komen neer op praktische bezwaren tegen het beëindigen van de bankrelatie met ABN AMRO. Zo heeft [eiser 1] er op gewezen dat hij specifiek bij ABN AMRO wil bankieren omdat hij veel zaken doet in Zuid-Amerika en ABN AMRO daar een groot netwerk heeft. Overboekingen vanuit Bunq naar Zuid-Amerika zouden onpraktisch zijn omdat het langer zou duren dan een overboeking vanaf een ABN AMRO-rekening. Ook biedt ABN AMRO diensten aan (zoals hypotheken, verzekeringen, private banking) waarvan [eisers] gebruik willen kunnen maken. Bunq biedt die diensten niet aan.
4.14
Deze praktische bezwaren staat er niet aan in de weg dat ABN AMRO haar opzeggingsbevoegdheid uitoefent. Deze praktische bezwaren zijn in de eerste plaats verbonden aan de wijze waarop [eiser 1] zijn ondernemingen inricht en uitoefent, wat niet tot de risicosfeer van ABN AMRO behoort. Bovendien is niet gebleken dat die praktische bezwaren onoverkomelijk of überhaupt ingrijpend zijn. ABN AMRO heeft onbestreden aangevoerd dat ING – waarbij Cloud Services ook een bankrekening heeft – ook een groot (zo niet groter) netwerk in Zuid-Amerika heeft. Bovendien heeft [eiser 1] zelf verklaard dat hij/zijn onderneming ook beschikt over bankrekeningen bij Zuid-Amerikaanse banken (in Colombia en Panama) zodat hij lokaal bancaire betalingen kan doen. Zijn belang is kennelijk beperkt tot het overboeken van gelden van Nederlandse bankrekeningen naar Zuid-Amerikaanse bankrekeningen. Voor zover dat proces nu minder praktisch is of langer duurt dan voorheen bij ABN AMRO, levert dat geen voldoende zwaarwegend belang op. Dat ABN AMRO andere diensten aanbiedt waarvan [eisers] mogelijk gebruik zouden willen maken levert evenmin een zwaarwegend belang op. Die diensten worden thans niet verleend aan [eisers] Zij hebben er ook niet zonder meer recht op dat die diensten aan hen worden verleend. Daarnaast kunnen zij deze diensten bij andere banken afnemen.
4.15
Daarentegen is voldoende gebleken dat ABN AMRO wél een zwaarwegend belang heeft bij beëindiging van de bankrelatie met [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services omdat zij onvoldoende hebben meegewerkt aan het klantonderzoek. Daartoe is het volgende van belang.
4.16
ABN AMRO is het klantonderzoek naar de gezamenlijke rekening in 2021 gestart vanwege op de omvang van de contante geldopnames (€ 97.104,92) en het feit dat deze geldopnames voor een deel in Colombia plaatsvonden, en bovendien deels betrekking hadden op een zakelijke investering die wezenlijk afweek van de gangbare ondernemingsactiviteiten van [eisers] (ICT). ABN AMRO heeft daarover verklaard dat het haar bij klantonderzoek niet alleen te doen is om contant geld dat op een rekening wordt gestort, maar ook om waar geld aan wordt uitgegeven, dus waar de rekening voor wordt gebruikt. In misbruik van een rekening schuilt voor de bank een integriteitsrisico. Dit is door [eisers] niet betwist. Onder die omstandigheden stelde ABN AMRO, naar het oordeel van de rechtbank, terecht vragen over de grote bedragen aan contante geldopnames en de activiteiten in Colombia en had zij goede grond aan te dringen op beantwoording daarvan.
4.17
Anders dan [eisers] stellen hebben zij de vragen van ABN AMRO in de brieven van 9 en 15 april 2021 niet (voldoende concreet) beantwoord. Zo heeft [eiser 1] verklaard dat de contanten zijn gebruikt voor levensonderhoud gedurende vier maanden dat hij in Colombia verbleef. Verder zouden de contanten zijn aangewend voor een zakelijke investering in een Colombiaanse mijn voor gemineraliseerd zand. Voldoende concrete documentatie waaruit die zakelijke investering zou blijken heeft [eiser 1] echter niet verschaft. [eiser 1] heeft verwezen naar de overeenkomst die is gesloten met [naam 1] . Daar zou alles in staan. Die overeenkomst is echter opgesteld in het Spaans, terwijl [eiser 1] was verzocht om documenten in het Nederlands of Engels te verschaffen. Bovendien zijn stukken uit de overeenkomst onleesbaar gemaakt. Verdere toelichting op de overeenkomst of de transactie heeft [eiser 1] niet gegeven.
4.18
De reden waarom de investering contant plaatsvond en niet via een bankoverboeking hangt er volgens [eiser 1] mee samen dat een bankoverboeking vanuit Nederland naar Colombia te ingewikkeld zou zijn. Hij stelt dat hij hierover had gesproken met ABN AMRO voordat hij afreisde naar Colombia en dat ABN AMRO hem had geadviseerd de investering dan maar in contanten te doen. Ook deze stelling heeft [eiser 1] echter onvoldoende onderbouwd in het licht van de stellingen van ABN AMRO. ABN AMRO heeft gemotiveerd betwist dat zij dit advies zou hebben gegeven; dat komt de rechtbank, gelet op de risico’s van grote contante geldsommen, aannemelijk voor. Dit vindt bovendien steun in het gespreksverslag van het telefoongesprek van 13 april 2021, zoals opgenomen in de brief van 15 april 2021. Daaruit blijkt dat [eiser 1] met ABN AMRO heeft besproken dat een geldoverboeking omslachtig zou zijn en lang zou duren, en niet dat ABN AMRO had geadviseerd de investering in contanten te betalen. Maar ook als ABN AMRO wél zou hebben geadviseerd om de investering in contanten te betalen, dan nog mocht zij van [eiser 1] vragen om onderbouwing waaraan hij de contanten heeft uitgegeven, welke onderbouwing niet is gegeven. Daar komt bij dat [eiser 1] heeft verklaard dat hij de contanten gestort zou hebben op een rekening van een persoonlijke relatie van hem om over afschriften te kunnen beschikken. Die afschriften, die volgens [eiser 1] juist strekten tot bewijs, heeft hij niet aan ABN AMRO verstrekt.
4.19
ABN AMRO had, mede gelet op de antwoorden van [eiser 1] op de vragen in de brieven van 9 en 15 april 2021, voldoende aanleiding om vervolgvragen te stellen die zagen op, samengevat: (i) de naam van het bedrijf waarin [eiser 1] zou investeren, (ii) officiële documentatie waaruit de oprichting van dat bedrijf en (nieuwe) bedrijfsstructuur blijkt, (iii) hoe [eiser 1] in contact is gekomen met [naam 1] , en (iv) hoe de samenwerking met [naam 1] tot stand is gekomen.
4.2
Ook op deze vragen heeft [eiser 1] geen concrete antwoorden gegeven. Aan onderbouwende documentatie heeft hij een Spaanstalige “Acta claratoria de reunion extraordinaria de asamblea de accionistas” en een Colombiaans KvK-uittreksel, beide betrekking hebbend op “Xlab Colombia SAS”, overgelegd. Toelichting op deze vennootschap, de transactie en zijn relatie met [naam 1] heeft hij niet gegeven. Bovendien heeft [eiser 1] de vervolgvragen van ABN AMRO in de brief van 13 juni 2022 met betrekking tot deze documenten (waaronder waarom niet hij maar een ander persoon als ‘legal representative’ van Xlab Colombia SAS in het KvK-uittreksel staat vermeld) onbeantwoord gelaten. In zijn mail van 16 juni 2022 heeft [eiser 1] aangegeven ook geen verdere toelichting meer te willen verschaffen.
4.21
Bij die stand van zaken moet, met ABN AMRO, geconstateerd moet worden dat de vragen die de bank aanvankelijk heeft gesteld in april 2021, in oktober 2022 (anderhalf jaar na de start van het klantonderzoek) nog steeds niet adequaat waren beantwoord. Op die manier is het voor ABN AMRO niet na te gaan waar [eiser 1] de contanten aan heeft uitgegeven. Uit de brieven van ABN AMRO blijkt dat zij [eiser 1] en [eiser 2] herhaaldelijk heeft gewezen op de mogelijke consequenties van het niet voldoen aan de informatieverzoeken van de bank. [eiser 1] en [eiser 2] hebben anderhalf jaar de kans gehad om de vragen van ABN AMRO te beantwoorden maar dit hebben zij niet (voldoende) gedaan. In dat licht heeft ABN AMRO voldoende onderbouwd dat zij jegens [eiser 1] en [eiser 2] haar klantonderzoek niet kon voltooien. De overige transacties op de gezamenlijke rekening behoeven in dat licht geen bespreking.
4.22
Ook voor Cloud Services geldt dat [eiser 1] (namens die vennootschap) weliswaar heeft gereageerd op de vragen van ABN AMRO (zie de e-mails van [eiser 1] van 7 december 2022 en 5 januari 2023), maar daarmee heeft hij niet de verzochte informatie verschaft. In zijn e-mails van 9 december 2022 en 5 januari 2023 heeft [eiser 1] volstaan met de mededeling dat Cloud Services applicaties aan derde partijen levert. De aangifte omzetbelasting over het jaar 2021 heeft [eiser 1] niet verstrekt, ook al was daar om verzocht. Informatie over het business model en de zakelijke activiteiten van Cloud Services was buitengewoon summier. In geen geval heeft [eiser 1] onderbouwende stukken verstrekt. Panama Tax Lawyers zou volgens [eiser 1] hebben geholpen met het opzetten en structureren van een ‘cost centre’; hiertoe heeft [eiser 1] een overeenkomst van dienstverlening met Panama Tax Lawyers overgelegd en twee facturen van een andere Panamese vennootschap met betrekking tot juridische dienstverlening. Verdere informatie over de inhoud van de zakelijke activiteiten in Panama is niet verstrekt. Daarmee is ook ten aanzien van Cloud Services voldoende onderbouwd dat ABN AMRO haar klantonderzoek niet kon voltooien.
4.23
Het betoog van [eisers] dat niet duidelijk was welke informatie moest worden verstrekt en dat het maar aan ABN AMRO was om in Colombia stukken op te vragen, desgewenst stukken te laten vertalen, en op de website van Cloud Services na te lezen wat haar zakelijke activiteiten waren, kan niet worden gevolgd. De vragen die ABN AMRO stelde waren relatief eenvoudig en duidelijk. [eisers] miskennen voorts dat zij verplicht zijn mee te werken aan het klantonderzoek en dat het aan hen is om ABN AMRO in de verzochte documentatie te voorzien, en niet aan ABN AMRO om zelf op zoek te gaan naar de documentatie of die te laten vertalen.
4.24
Uit het voorgaande volgt dat de opzegging door ABN AMRO van de bankrelatie met [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, in strijd met zorgplicht, of onrechtmatig is. De primaire vorderingen onder (1)-(3) ook ten aanzien van [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services zullen worden afgewezen. De overige stellingen van partijen in dit verband behoeven geen bespreking.
Opneming op de CAAML-Lijst
4.25
[eisers] vorderen voorts dat hun gegevens uit de CAAML-Lijst worden verwijderd. Van witwassen of terrorismefinanciering of risico’s daaromtrent is immers geen sprake. Indien men eenmaal in een dergelijk register komt te staan zijn de kansen om bij de ABN AMRO of haar dochterondernemingen, of bij andere banken nog producten of diensten af te nemen bovendien nihil. Daarnaast is opname in op de CAAML-Lijst voor de duur van vijf jaar in strijd met de zorgplicht en met eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
4.26
Naar het oordeel van de rechtbank hoeft ABN AMRO [eisers] niet te verwijderen van de CAAML-Lijst. Daartoe is het volgende redengevend.
4.27
[eisers] hebben, als gezegd, aan hun vordering tot verwijdering van de CAAML-Lijst ten grondslag hebben gelegd dat de registratie van hun gegevens in deze lijst onrechtmatig is als gevolg van de opzegging door ABN AMRO in strijd met de bancaire zorgplicht. Zoals eerder overwogen heeft ABN AMRO de bankrelatie met [eiser 3] , Xlab, en Advanced Security niet opgezegd zodat onvoldoende gemotiveerd is onderbouwd waarom de registratie op de CAAML-Lijst als gevolg van die opzegging wegens strijd met de bancaire zorgplicht ongedaan gemaakt moet worden. Ten aanzien van [eiser 1] , [eiser 2] en Cloud Services blijkt uit het voorgaande dat die opzegging niet in strijd met de bancaire zorgplicht was omdat zij daarbij een zwaarwegend belang had.
4.28
Voorts is niet gebleken welk belang [eisers] hebben bij verwijdering uit de CAAML-Lijst. ABN AMRO heeft gemotiveerd betwist dat de CAAML-Lijst wordt gedeeld met andere banken. Het betreft een interne lijst waarin ABN AMRO registreert van welke klanten ze afscheid heeft genomen omdat ze het klantonderzoek niet kon voltooien. De informatie daarop wordt niet met andere banken gedeeld. Dat andere banken rekeningen van [eisers] hebben opgezegd (of daartoe het voornemen hebben) is ook niet gebleken, ondanks dat de registratie al meer dan een jaar duurt. Bovendien is de opname in tijd beperkt (vijf jaar), namen [eisers] geen andere producten van ABN AMRO af of hadden zij daarvoor aanvragen lopen, en is registratie slechts één van de factoren die ABN AMRO meeweegt bij de beoordeling van een nieuwe aanvraag voor een product. Het is aldus een relatief lichte maatregel, waarvan de gevolgen voor [eisers] beperkt zijn. ABN AMRO heeft daarentegen een zwaarwegend belang bij het op deze lijst plaatsen van [eisers] Het is evident dat het bij de beoordeling van een eventuele aanvraag voor een nieuwe bankrekening voor ABN AMRO van belang is te weten dat zij een eerder geïndiceerd klantenonderzoek naar de betreffende persoon of vennootschap niet heeft kunnen afronden. Dat het daarmee samenhangende integriteitsrisico ook uitstraalt naar Xlab, Advanced Security en [eiser 3] vanwege hun onderlinge verwevenheid, is door [eisers] niet (voldoende) weersproken. Ten slotte slaagt ook niet de stelling van [eiser 1] dat zijn vrouw [eiser 2] niets met zijn ondernemingen te maken heeft en daarom niet op de CAAML-Lijst zou mogen voorkomen. Uit het voorgaande volgt dat de transacties zijn verricht op rekeningen waarvan zij mede-rekeninghouder was en dat zij heeft nagelaten de daarover mede aan haar gestelde vragen adequaat te beantwoorden waardoor ABN AMRO haar klantenonderzoek naar beide rekeninghouders niet kon afronden. Ook als zij niet bij de zaken van haar man was betrokken, ontslaat dat haar niet van haar verplichtingen als mede-rekeninghouder naar ABN AMRO.
4.29
Dit leidt ertoe dat de primaire vordering onder (4) zal worden afgewezen.
(Basis)rekening
4.3
[eisers] vorderen tot slot dat ABN AMRO hen een “(basis)rekening” verschaft. De rechtbank begrijpt dat zij zich beroepen op het bestaan van een soort grondrecht om over een bankrekening te beschikken, welk grondrecht zowel aan consumenten als aan ondernemingen zou toekomen.
4.31
De rechtbank zal ook deze vordering afwijzen. Los van de vraag of sprake is van een soort grondrecht, staat immers vast dat [eisers] over meerdere bankrekeningen bij Nederlandse banken beschikken.
4.32
Voor zover [eisers] met deze vordering ook bedoeld hebben een beroep te doen op artikel 4:71 Wft, faalt dat eveneens. In de eerste plaats omdat de daarin genoemde basisbetaalrekening bedoeld is voor consumenten, zodat [eiser 3] , Xlab, Cloud Services en Advanced Security reeds die grond geen aanspraak kunnen maken op een basisbetaalrekening. [eiser 1] en [eiser 2] hebben, in hun hoedanigheid als consument, evenmin recht op een basisbetaalrekening op grond van deze wet. Artikel 4:71g lid 2 onder b Wft bepaalt immers dat een bank het openen van een basisbetaalrekening mag weigeren indien de aanvrager, kort gezegd, al betaalrekeningen aanhoudt bij een andere in Nederland gevestigde bank. Nu aan deze voorwaarde is voldaan is ABN AMRO dus evenmin op grond van de Wft gehouden een basisbetaalrekening te verschaffen.
4.33
De subsidiaire vordering onder a. zal daarom ook worden afgewezen.
Slotsom
4.34
[eisers] zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van ABN AMRO worden begroot op:
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2,00 punten × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.279,00
4.35
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.36
De veroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1
wijst de vorderingen van [eisers] af,
5.2
veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de proceskosten van € 4.279,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eisers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3
veroordeelt [eisers] hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4
verklaart dit vonnis wat betreft de veroordelingen onder 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.M. Visser, rechter, bijgestaan door mr. R.T. van Ginneken, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2024.

Voetnoten

1.CAAML staat voor ‘Client Acceptance and Anti Money Laundering’, rb.