Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Beschuldiging
24 januari 2023 tot en met 13 juli 2023;
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
bijlage IIen rubriek 3.4.2. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
- [benadeelde partij 5] met een vordering van € 1.538,- aan materiële schade;
- [benadeelde partij 2] met een vordering van € 1.000,- aan materiële schade;
- [benadeelde partij 4] met een vordering van € 21.400,05 aan materiële schade en
(€ 1.400,05) in een te ver verwijderd verband staat van het tenlastegelegde. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat de € 4.400,- die [benadeelde partij 4] heeft ontvangen in het kader van een coulance regeling van ABN Amro, in mindering dient te worden gebracht op het toe te wijzen materiële schadevergoedingsbedrag. Uit het schade-onderbouwingsformulier van de benadeelde valt niet op te maken dat dit een voorschot betreft.
€ 20.000,-. De niet betwiste onderdelen van de vordering zijn voldoende onderbouwd. Het bedrag dat [benadeelde partij 4] heeft ontvangen in het kader van een coulance regeling van ABN Amro (€ 4.400,-) zal niet worden afgetrokken van het schadevergoedingsbedrag, aangezien dit een voorschot betreft. Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de gevorderde schade voor het installeren van een alarmsysteem (€ 1.400,05) in een te ver verwijderd verband staat van het bewezenverklaarde. Dit onderdeel van de vordering zal daarom worden afgewezen.
9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
20 (twintig) maanden.
5 (vijf) maanden, niet tenuitvoergelegd zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
3 (drie) jarenvast.
€ 20.600,- (twintigduizendzeshonderd euro) te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander/anderen is betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 138 (honderdachtendertig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
€ 1.450,- (veertienhonderdvijftig euro) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (29 juli 2023) tot aan de dag van betaling.