Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
beeldopnamen van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] en hun bezoekers wanneer zij zich
nietbevinden op (het dek of de loopbrug van) de woonboot van [eiser] . Onder dit verbod valt ook het maken van beeldopnamen van (die gedeelten van) de woonboot van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] waar zich personen
kunnenbevinden of zichtbaar
kunnenzijn, zoals de stuurhut of het dek of de ramen, omdat zulke opnamen een onaanvaardbare inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] . Het verbod geldt niet voor het maken van
geluidopnamen. Niet valt in te zien waarom het [eiser] niet vrij zou staan op zijn boot opnamen te maken van geluid dat hij ondervindt van zijn omgeving en dat zijn persoonlijke levenssfeer binnendringt, ook al is dat geluid afkomstig van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] vanaf hun boot. Wel zal het hof, met het oog op de privacy van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] en hun bezoekers, [eiser] verbieden de door hem gemaakte beeld- en geluidopnamen langer dan vijf dagen te bewaren, uitgezonderd opnamen van incidenten en inbreuken op zijn persoonlijke levenssfeer die [eiser] langer mag bewaren en gebruiken voor de bescherming en handhaving van zijn rechten en die van zijn gezinsleden.
beeldopnamen te maken van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] en hun bezoekers wanneer die zich
nietop (het dek of de loopbrug van) de eigen woonboot van [eiser] alsmede - waarvandaan dan ook - beeldopnamen te maken van de gedeelten van de woonboot van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] waar zich personen
kunnenbevinden of zichtbaar
kunnenzijn, zoals de stuurhut of het dek of de ramen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag met een maximum van € 10.000,-;
(…) Verder: ik meende dat wij hebben besproken dat een executiegeschil zou worden aangehouden tot in hoger beroep meer duidelijkheid komt. Hoe moet ik dit dan zien?”.
In navolging van ons gesprek van zojuist laat ik u hierbij weten dat het ‘parkeren/aanhouden van dit executiegeschil’ in ieder geval totdat het gerechtshof Amsterdam in het lopende hoger beroep arrest heeft gewezen (zoals in uw onderstaande mail van 13 november jl. is aangegeven), ook vanuit deze zijde de voorkeur geniet. Dit betekent dat – zolang het gerechtshof geen arrest in het lopende hoger beroep heeft gewezen – afgesproken is dat cliënten zodoende nu geen executie kort geding zullen opstarten en dat uw cliënten zodoende het eerder aangekondigde executietraject nu niet zullen doorzetten. Nadat het hof arrest heeft gewezen, treden wij in overleg over de stand van zaken op dat moment en de (eventuele) consequenties voor onderhavig executiegeschil.”.
on hold’ te zetten en dat [eiser] niet in strijd handelt met het arrest.