ECLI:NL:RBAMS:2024:2306
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van huurwoning in kort geding met betwisting van huwelijk en onderhuur
In deze zaak vordert de man dat de vrouw zijn huurwoning verlaat en zich uitschrijft van het adres. De vrouw voert aan dat zij gehuwd zijn, maar dit is niet aannemelijk gemaakt. De man, die sinds 1988 de woning huurt, stelt dat hij zich bedreigd voelt door de vrouw, die in 2021 bij hem is ingetrokken. De vrouw heeft een melding gedaan bij het Buurtteam over de situatie en de man heeft de gemeente geïnformeerd over een onjuiste inschrijving van de vrouw. De vrouw heeft verweer gevoerd en stelt dat zij recht heeft op de woning. De voorzieningenrechter oordeelt dat de man voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn vorderingen in een bodemprocedure zouden worden toegewezen. De vrouw heeft niet kunnen aantonen dat zij gehuwd is met de man en haar beroep op onderhuur is niet aannemelijk. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de man toe, met dwangsommen voor het verlaten van de woning en uitschrijving bij de gemeente. De proceskosten worden gecompenseerd.