Op 10 april 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Stadsparket Sofia, Bulgarije. De zaak betreft een verzamelstraf van zes jaar, opgelegd op 29 november 2021, waarin verschillende eerdere straffen zijn verdisconteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon aanwezig was bij de relevante procedures en dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW niet van toepassing is. De rechtbank heeft ook beoordeeld of de opgeëiste persoon gelijkgesteld kan worden met een Nederlander op basis van artikel 6a OLW. De rechtbank concludeert dat de opgeëiste persoon voldoet aan de voorwaarden voor gelijkstelling en dat de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf in Nederland kan worden overgenomen. De rechtbank weigert echter de overlevering, omdat de opgeëiste persoon voldoende economische en familiale banden met Nederland heeft, wat een rechtmatig belang voor de tenuitvoerlegging van de straf in Nederland rechtvaardigt. De rechtbank beveelt de gevangenhouding van de opgeëiste persoon tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf.