ECLI:NL:RBAMS:2024:2259
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- E.A. Messer
- M.A.H. Verburgh
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor inschrijving middelbare school en hoofdverblijfplaats van minderjarige
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vorderde de vader vervangende toestemming om zijn minderjarige kind in te schrijven op het Leidsche Rijn College in Utrecht. De moeder voerde verweer en had een tegenvordering ingesteld om de hoofdverblijfplaats van het kind bij haar in Amsterdam te laten bepalen. De ouders zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag over hun kind, dat in 2012 is geboren. De vader en moeder hebben in het verleden afspraken gemaakt over de zorgregeling en de schoolkeuze van hun kind, maar zijn het nu niet eens over de middelbare school waar het kind na de basisschool naartoe moet gaan. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het in het belang van het kind is om ingeschreven te worden op het Leidsche Rijn College, gezien de sociale omgeving van het kind en de praktische situatie. De vordering van de vader is toegewezen, terwijl de tegenvorderingen van de moeder zijn afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.