Op 17 april 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van Apple-artikelen, gepleegd op 23 december 2023 in Amsterdam. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 3 april 2024 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. J.M.R.F. Raab van Canstein, de vordering heeft ingediend. De verdachte, geboren in 1988 en thans gedetineerd, heeft de goederen van de Apple Store weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie gevolgd en geoordeeld dat de verdachte de tenlastegelegde winkeldiefstal heeft gepleegd. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, die een geschiedenis van vermogensdelicten heeft en geen rechten heeft opgebouwd in Nederland. De officier van justitie heeft een ISD-maatregel van twee jaar geëist, wat de rechtbank heeft opgelegd, gezien het hoge recidiverisico en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft ook de mogelijkheid van repatriëring naar Roemenië in overweging genomen, gezien de status van de verdachte als EU-onderdaan zonder sociale rechten in Nederland.
De rechtbank heeft de maatregel voor de maximale termijn van twee jaar opgelegd, zonder de tijd in voorlopige hechtenis in mindering te brengen. De beslissing is gegrond op de artikelen 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte is veroordeeld tot de ISD-maatregel, waarmee de rechtbank de veiligheid van de maatschappij vooropstelt.