ECLI:NL:RBAMS:2024:2211

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
HA ZA 23-559
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot terugbetaling van vorderingen door tandartsenpraktijk aan factoringbedrijf na retrocessies

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschappen Infomedics B.V. en Infomedics Finance B.V. (hierna: Infomedics c.s.) en een tandartsenpraktijk, vertegenwoordigd door [naam 1]. De kern van het geschil betreft een factoring- en clearingovereenkomst die op 1 augustus 2019 tussen partijen is gesloten. Infomedics c.s. heeft vorderingen van [naam 1] gecedeerd en vervolgens geprobeerd deze te incasseren. Echter, een aanzienlijk aantal van deze vorderingen is door Infomedics c.s. geretrocedeerd aan [naam 1] om verschillende redenen, waaronder onjuiste adresgegevens van debiteuren. Infomedics c.s. vorderde van [naam 1] de nominale waarde van de geretrocedeerde vorderingen, wat neerkomt op bijna 700.000 euro. [naam 1] betwistte de retrocessies en stelde tegenvorderingen in, maar de rechtbank oordeelde dat de retrocessies terecht waren en wees de tegenvorderingen af. De rechtbank concludeerde dat [naam 1] de vorderingen aan Infomedics c.s. moest terugbetalen, evenals de kosten die Infomedics c.s. had gemaakt in verband met vergeefse incassopogingen. De rechtbank heeft de vorderingen van [naam 1] in reconventie afgewezen en hem veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/735145 / HA ZA 23-559
Vonnis van 17 april 2024 (bij vervroeging)
in de zaak van
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
1.
INFOMEDICS B.V.,
gevestigd te Almere,
2.
INFOMEDICS FINANCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat: mr. C.O. Wenckebach te Haarlem.
tegen
[naam 1]
wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat: mr. E. Hermsen te Son en Breugel.
Partijen worden hierna Infomedics c.s. en [naam 1] genoemd.
De zaak en de beslissing van de rechtbank in het kort
Infomedics c.s. en [naam 1] hebben een factoring- en clearingovereenkomst gesloten. Op basis daarvan heeft [naam 1] vorderingen gecedeerd aan Infomedics c.s., waarna Infomedics c.s. heeft geprobeerd die vorderingen te incasseren bij de desbetreffende debiteuren. Infomedics c.s. heeft inmiddels honderden van die vorderingen om verschillende redenen geretrocedeerd aan [naam 1] . Volgens Infomedics c.s. moet [naam 1] de nominale waarde van al die geretrocedeerde vorderingen aan haar betalen. [naam 1] is het daar niet mee eens en heeft van 74 retrocessies aangevoerd dat die onterecht waren. De rechtbank komt tot de conclusie dat die retrocessies wel terecht waren en veroordeelt [naam 1] tot betaling van bijna 7 ton.
[naam 1] heeft ook tegenvorderingen ingesteld. [naam 1] baseert die vorderingen op de stelling dat Infomedics c.s. onrechtmatig heeft tegenover hem gehandeld, omdat zij ten onrechte vorderingen aan hem heeft geretrocedeerd. De rechtbank wijst de tegenvorderingen af, omdat de retrocessies terecht waren.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 4 april 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende vermeerdering van eis, met producties,
- antwoordakte vermeerdering eis van [naam 1] , met producties,
- het tussenvonnis van 8 november 2023 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de op 22 januari 2024 binnengekomen akte producties en wijziging/vermeerdering van eis van Infomedics c.s.,
- de op 22 januari 2024 binnengekomen antwoordakte houdende in het geding brengen producties van [naam 1] ,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 februari 2024 en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Op de mondelinge behandeling is bepaald dat op 20 maart 2024 het vonnis wordt uitgesproken. Die datum heeft de rechtbank niet gehaald. De rechtbank heeft partijen daarna laten weten dat het vonnis met een paar weken is aangehouden.

2.De feiten

2.1.
Infomedics c.s. is een factoringbedrijf. De door Infomedics c.s. verleende diensten komen erop neer dat vorderingen van zorgverleners op patiënten en zorgverzekeraars in verband met verleende zorg aan Infomedics c.s. worden verkocht en overgedragen (gecedeerd), waarna Infomedics c.s. deze vorderingen bij die patiënten en zorgverzekeraars (debiteuren) incasseert.
2.2.
[naam 1] exploiteert een tandartspraktijk te [woonplaats 2] . Hij handelt onder de naam [naam tandartspraktijk] .
2.3.
Partijen hebben op 1 augustus 2019 een factoring- en clearingovereenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten. De overeenkomst bepaalt onder meer het volgende:
4. Retrocessie
Finance heeft onder de in de Algemene Voorwaarden beschreven omstandigheden het recht om vorderingen te retrocederen. In geval van retrocessie zal Opdrachtgever aan Finance een koopsom gelijk aan de nominale waarde van de geretrocedeerde Vordering verschuldigd zijn.”
2.4.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Infomedics van toepassing verklaard. De algemene voorwaarden van Infomedics luiden onder meer als volgt:
Artikel 2. Scope werkzaamheden, en de cessie
(…)
3.
Indien u ons een Uitgesloten Vordering aanlevert, kunnen wij deze in behandeling nemen of deze weigeren. Als wij een Uitgesloten Vordering in behandeling nemen, geldt deze als Vordering voor toepassing van de Overeenkomst (en verkrijgt Finance derhalve het juridische eigendom), maar kan die Vordering op ieder moment aan u Retrocederen. De Uitgesloten Vorderingen zijn:
(…)
a.
b.
c.
d.
Vorderingen waarover discussie of twijfel bestaat dat ze voldaan zullen worden;
(…)
g.
Vorderingen die u om welke reden dan ook niet toekomen (…)
(…)
Artikel 4. Retrocessie en terugbetaling
1.
U verleent aan Finance een onherroepelijk volmacht (…) tot retrocessie op basis waarvan Vorderingen aan u terug overgedragen kunnen worden (retrocederen) indien:
a.
De Vordering een Uitgesloten Vordering is (zie artikel 2 lid 3);
(…)
d. u ons verzoekt een bepaalde Vordering niet langer te incasseren (al dan niet door het stoppen via het Portaal)
(…)
b.
c.
d.
e.
f.
de debiteur de Vordering geheel of gedeeltelijk betwist en u ofwel daarin berust ofwel u niet in staat bent om de betwisting binnen 10 werkdagen nadat wij u over de betwisting informeerden, te weerleggen;
(…)
2.
Als een Vordering aan u geretrocedeerd wordt, dient u de nominale waarde van de vordering aan Finance te voldoen. (…)
Artikel 10. Aansprakelijkheid
1.
Wij of Finance kunnen uit hoofde van de Overeenkomst aansprakelijk zijn tot een bedrag van maximaal € 10.000,-- gezamenlijk. Wij of Finance zijn nimmer aansprakelijk voor enige indirecte schade van u, waaronder begrepen gevolgschade, gederfde omzet en winst en verlies van gegevens. Wij of Finance zijn tevens niet aansprakelijk voor tekortkomingen die hun oorzaak vinden in externe omstandigheden of omstandigheden waarop wij of Finance geen invloed hebben of die hun oorzaak vinden in factoren die anderszins niet aan ons of Finance toerekenbaar zijn.
2.
Als u van mening bent dat wij of Finance onze verplichtingen uit de Overeenkomst niet of niet tijdig nakomen, dan dient u dat binnen 4 weken door middel van een aangetekende brief aan ons of Finance te melden.”
2.5.
[naam 1] heeft daarna op grond van de overeenkomst vorderingen uit hoofde van door hem verleende diensten aan Infomedics c.s. gecedeerd. Infomedics c.s. heeft geprobeerd die vorderingen te incasseren bij de desbetreffende debiteuren.
2.6.
In een brief van 20 maart 2023 heeft Infomedics c.s. onder meer het volgende aan [naam 1] geschreven:
“Mede na aanleiding van het toenemend aantal klachten van patiënten heeft Infomedics de adressen van de openstaande vorderingen gecontroleerd. Hieruit is gebleken dat in ieder geval van 167 nota’s (…) het door u opgegeven adres onjuist is. Deze nota’s dienen te worden gekwalificeerd als uitgesloten vorderingen zoals opgenomen in artikel 2 lid 3 van de algemene voorwaarden en zullen derhalve aan u worden geretrocedeerd. (…)”
2.7.
Infomedics c.s. heeft op 21 maart 2023 – na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank – conservatoir (derden)beslag doen leggen op aan [naam 1] toebehorende onroerende zaken en bankrekeningen.
2.8.
Op 23 maart 2023 heeft een bespreking van partijen plaatsgevonden op de tandartspraktijk van [naam 1] .
2.9.
Op 24 maart 2023 heeft Infomedics c.s. onder meer het volgende aan [naam 1] gemaild:
“Gisteren hebben we met elkaar afgesproken dat [naam tandartspraktijk] informatie aanlevert waaruit blijkt welke rekeningen wel en welke rekeningen niet correct zijn. Bijgaand treft u een Exceloverzicht met 2 tabbladen.

Het eerste tabblad ‘Geretrocedeerd op 19mrt’ bevat de rekeningen die Infomedicsop 19 maartaan [naam tandartspraktijk] heeft geretrocedeerd nadat zij van EDR-DAS terugkreeg dat de betreffende debiteur niet woonachtig is op het opgegeven adres. (…) Deze rekeningen kwalificeren als Uitgesloten Vorderingen, omdat de adresgegevens niet kloppen. Infomedics heeft op grond van de algemene voorwaarden de mogelijkheid de Uitgesloten Vorderingen te retrocederen.
(…).
Gezien de omvang verzoek ik u eerst om informatie aan te leveren over de rekeningen die op het eerste tabblad ‘Geretrocedeerd op 19mrt’ staan. (…). Als er volgens u rekeningen zijn die wel terecht zijn en waarbij u dit kunt aantonen, dan kunnen wij in gezamenlijk overleg besluiten om een nieuwe rekening te sturen naar de betreffende debiteur.”
2.10.
Aan die e-mail van Infomedics c.s. heeft [naam 1] geen gehoor gegeven.
2.11.
Infomedics c.s. heeft inmiddels honderden vorderingen aan [naam 1] geretrocedeerd.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Infomedics c.s. vordert na eisvermeerdering – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [naam 1] veroordeelt tot betaling van:
€ 699.996,59, vermeerderd met de wettelijke rente,
een schadevergoeding en een kostenvergoeding in verband met vergeefse incassotrajecten, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
een vergoeding van de door Infomedics c.s. gemaakte (onderzoeks)kosten ter vaststelling van de (aard en omvang van de) aansprakelijkheid,
e proceskosten, de beslagkosten daaronder begrepen.
3.2.
[naam 1] voert verweer. [naam 1] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Infomedics c.s., dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Infomedics c.s., met een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Infomedics c.s. in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, indien nodig, ingegaan.
in reconventie
3.4.
[naam 1] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Infomedics c.s. veroordeelt:
tot betaling van € 19.420,50 aan onderzoekskosten, vermeerderd met de wettelijke rente,
tot opheffing van de door haar ten laste van [naam 1] gelegde beslagen, op straffe van een dwangsom,
tot vergoeding van de overige schade die [naam 1] heeft geleden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
tot betaling van de proceskosten.
3.5.
Infomedics c.s. voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, indien nodig, ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Retrocessies
4.1.
[naam 1] heeft op basis van de overeenkomst vorderingen gecedeerd aan Infomedics c.s. waarna Infomedics c.s. die vorderingen heeft geprobeerd te incasseren bij de desbetreffende debiteuren. Infomedics c.s. heeft inmiddels honderden van die vorderingen om verschillende redenen geretrocedeerd aan [naam 1] . Volgens Infomedics c.s. moet [naam 1] nu de nominale waarde van al die geretrocedeerde vorderingen aan haar betalen.
4.2.
In de tekst van zijn conclusie van antwoord heeft [naam 1] 10 geretrocedeerde vorderingen besproken en betwist dat Infomedics c.s. die aan hem mocht retrocederen. In productie 7 bij zijn conclusie van antwoord heeft hij nog eens 64 retrocessies betwist. [1] Infomedics c.s. heeft op haar beurt die betwistingen van [naam 1] weersproken.
4.3.
[naam 1] betoogt dat uit het feit dat de door hem weersproken retrocessies niet juist zijn blijkt dat geen van de retrocessies juist is. Dit betoog gaat niet op, voor zover [naam 1] retrocessies niet concreet heeft betwist gaat de rechtbank uit van de juistheid daarvan.
4.4.
De vraag die voorligt is dus of de door [naam 1] betwiste retrocessies terecht waren. De rechtbank zal hierna eerst de 10 retrocessies bespreken die [naam 1] in de tekst van zijn conclusie van antwoord heeft genoemd. Daarna zal de rechtbank ingaan op de 64 retrocessies die [naam 1] heeft genoemd in productie 7 bij zijn conclusie van antwoord. Daarbij zal de rechtbank de retrocessies zoveel mogelijk behandelen volgens de volgorde, nummering en benaming die partijen aanhouden.
Retrocessies: de in de tekst van de conclusie van antwoord genoemde gevallen
4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank waren geen van de 10 retrocessies die [naam 1] in de tekst van zijn conclusie van antwoord noemt, onterecht. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dat oordeel komt.
Vorderingen betwist door debiteuren
4.6.
[naam 1] heeft aangevoerd dat Infomedics c.s. de vorderingen op [naam 2] (1) [naam 3] (4) [naam 4] (5) [naam 5] (6) [naam 6] (7) en [naam 7] (10) ten onrechte aan hem heeft geretrocedeerd.
4.7.
Daarin wordt [naam 1] niet gevolgd. Op grond van artikel 4 lid 1 onder f algemene voorwaarden mag Infomedics c.s. een vordering retrocederen indien de debiteur de vordering geheel of gedeeltelijk betwist en [naam 1] daarin ofwel berust ofwel die betwisting niet heeft weerlegd binnen tien werkdagen nadat Infomedics c.s. hem daarover heeft geïnformeerd. Infomedics c.s. heeft toegelicht dat alle hiervoor genoemde debiteuren bezwaar hebben gemaakt tegen de vorderingen die zij bij hen heeft ingediend. In de gevallen van [naam 2] , [naam 4] en [naam 5] heeft Infomedics c.s. toegelicht dat [naam 1] die bezwaren heeft gehonoreerd. In de gevallen van [naam 3] , [naam 6] , en [naam 7] heeft Infomedics c.s. toegelicht dat [naam 1] hun bezwaren niet heeft weerlegd binnen tien werkdagen nadat zij [naam 1] daarover had geïnformeerd. [naam 1] heeft dit alles niet weersproken. Dit brengt mee dat Infomedics c.s. de hiervoor in 4.6 genoemde vorderingen terecht aan [naam 1] heeft geretrocedeerd.
Incasso van vorderingen op verzoek van [naam 1] stopgezet
4.8.
[naam 1] heeft aangevoerd dat Infomedics c.s. de vorderingen op [naam 8] (2) en [naam 9] (3) ten onrechte aan hem heeft geretrocedeerd, omdat zij – volgens [naam 1] – hun vorderingen reeds hebben betaald.
4.9.
Daarin wordt [naam 1] niet gevolgd. Op grond van artikel 4 lid 1 onder d algemene voorwaarden, mag Infomedics c.s. een vordering retrocederen indien [naam 1] haar verzoekt die vordering niet langer te incasseren. Over bovengenoemde vorderingen heeft Infomedics c.s. onvoldoende weersproken toegelicht dat [naam 1] haar verzocht heeft de incasso van (het restant van) die vorderingen te stoppen. Dit betekent dat Infomedics c.s. de vorderingen op [naam 8] en [naam 9] terecht aan [naam 1] heeft geretrocedeerd.
Onjuist adres
4.10.
Volgens [naam 1] heeft Infomedics c.s. de vordering op [naam 10] (8) ten onrechte aan hem heeft geretrocedeerd. [naam 1] heeft daarover toegelicht dat hij deze vordering opnieuw bij Infomedics c.s. heeft ingediend en door haar heeft laten verzenden naar een gewijzigd adres. Daarin wordt [naam 1] niet gevolgd. Daartoe is het volgende redengevend.
4.11.
Uit het dossier blijkt dat [naam 1] de vordering op [naam 10] eerst op 16 november 2022 door Infomedics c.s. heeft laten verzenden naar een adres te [woonplaats 3] . De bewoner van dat adres heeft Infomedics c.s. laten weten dat [naam 10] daar al twee jaar niet meer woonde. Dat heeft Infomedics c.s. op 24 november 2022 teruggekoppeld aan [naam 1] . Daarna heeft [naam 1] op 30 november 2022 de vordering opnieuw ingediend en door Infomedics c.s. laten verzenden naar een adres te [woonplaats 4] , waarna Infomedics c.s. die retour ontving. Vervolgens heeft Infomedics c.s. [naam 1] op 4 januari 2023 verzocht het op de vordering vermelde adres te controleren. Daarna heeft [naam 1] het adres op 17 januari 2023 vervangen door het oude adres te [woonplaats 3] , waarvan de huidige bewoner reeds bij Infomedics c.s. had aangegeven dat [naam 10] daar niet woonde.
4.12.
Uit deze gang van zaken leidt de rechtbank af dat [naam 1] (steeds) een onjuist adres bij Infomedics c.s. heeft aangeleverd, waardoor Infomedics c.s. de vordering op [naam 10] niet kon incasseren. Bij deze stand van zaken houdt de rechtbank het ervoor dat deze vordering niet aan [naam 1] toekwam, zodat Infomedics c.s. die – op grond van artikel 2 lid 3 onder g algemene voorwaarden – terecht aan hem heeft geretrocedeerd.
Overig
4.13.
Verder heeft [naam 1] aangevoerd dat Infomedics c.s. een tweetal vorderingen – ten bedrage van € 185,17 respectievelijk € 2.714,15 – op [naam 11] (9) ten onrechte aan hem heeft geretrocedeerd. Daarin wordt hij niet gevolgd. Daartoe is het volgende redengevend.
4.14.
Uit het dossier blijkt dat Infomedics c.s. de incasso van de vordering ten bedrage van € 185,17 op enig moment heeft overgedragen aan een deurwaarder. [naam 11] heeft daarna € 28,26 aan de deurwaarder betaald en het restant van de vordering onbetaald gelaten. Daarna is de incasso van deze vordering door de deurwaarder op verzoek van Infomedics c.s. gestopt en heeft Infomedics c.s. het restant van de vordering geretrocedeerd aan [naam 1] . Naar het oordeel van de rechtbank mocht Infomedics c.s. dit ook doen, omdat er twijfel bestond of deze vordering voldaan zou worden in de zin van artikel 2 lid 3 onder d algemene voorwaarden.
4.15.
Over de vordering ten bedrage van € 2.714,51 heeft Infomedics c.s. afdoende toegelicht dat zij die aan [naam 1] heeft geretrocedeerd, omdat niet kon worden aangetoond dat [naam 11] de behandeling had ondergaan waarop de vordering zag. Bij deze stand van zaken houdt de rechtbank het ervoor dat deze vordering niet aan [naam 1] toekwam, zodat Infomedics c.s. die – op grond van artikel 2 lid 3 onder g algemene voorwaarden – terecht aan hem heeft geretrocedeerd.
Retrocessies: tussenconclusie
4.16.
Al het voorgaande leidt tot de tussenconclusie dat geen van de door [naam 1] in de tekst van zijn conclusie van antwoord genoemde retrocessies onterecht waren.
Retrocessies: de in productie 7 bij de conclusie van antwoord genoemde gevallen
4.17.
Naar het oordeel van de rechtbank waren geen van de door [naam 1] genoemde 64 retrocessies in productie 7 bij de conclusie van antwoord, onterecht. Dat oordeel wordt hierna toegelicht.
Debiteuren niet bekend op de door [naam 1] opgegeven adressen
4.18.
[naam 1] heeft – samengevat – betwist dat Infomedics c.s. de vorderingen op de volgende debiteuren aan hem mocht retrocederen:
1. [naam 12]
2. [naam 13]
3. [naam 14]
4. [naam 15]
5. [naam 16]
6. [naam 17]
7. [naam 18]
11. [naam 19]
12. [naam 20]
13. [naam 21]
15. [naam 22]
16. [naam 23]
18. [naam 24]
20. [naam 25]
21. [naam 26]
22. [naam 27]
23. [naam 10]
24. [naam 28]
25. [naam 29]
26. [naam 30]
27. [naam 31]
30. [naam 31]
31 en 36. [naam 32]
32. [naam 33]
33. [naam 34]
34. [naam 35]
35. [naam 36]
41. [naam 37]
37. [naam 38]
38. [naam 39]
39. [naam 40]
42. [naam 41]
43. [naam 42]
44. [naam 43]
45. [naam 44]
46. [naam 45]
47. [naam 46]
48. [naam 47]
49. [naam 48]
51. [naam 49]
53. [naam 50]
54. [naam 51]
55. [naam 52]
57. [naam 53]
58. [naam 54]
59. [naam 55]
60. [naam 56]
61. [naam 57]
64. [naam 58]
65. [naam 59]
4.19.
Infomedics c.s. heeft over al deze vorderingen toegelicht dat zij die aan [naam 1] heeft geretrocedeerd op basis van een EDR adresverificatie, omdat de debiteuren van die vorderingen niet bekend waren op de door [naam 1] opgegeven adressen. Infomedics c.s. heeft er in dit verband op gewezen dat zij op 24 maart 2023 een Excellijst van de (tot dan toe) geretrocedeerde vorderingen aan [naam 1] heeft gemaild en hem heeft verzocht de daarin opgenomen adresgegevens te controleren. Infomedics c.s. heeft daarnaast aangeboden om – indien [naam 1] de juistheid van de door hem opgegeven adressen aantoonde – de vorderingen nogmaals te versturen naar de desbetreffende debiteuren. [naam 1] heeft niet meer op deze Excellijst gereageerd. Aldus steeds Infomedics c.s.
4.20.
Bij de beoordeling van deze retrocessies staat voorop dat Infomedics c.s. op grond van artikel 2 lid 3 onder g algemene voorwaarden op ieder moment een vordering mag retrocederen indien die vordering om welke reden dan ook niet aan [naam 1] toekomt. Het feit dat de debiteuren niet bekend waren op de door [naam 1] opgegeven adressen, vormt een aanwijzing dat deze vorderingen niet aan [naam 1] toekwamen. De vraag of Infomedics c.s. bepaalde vorderingen te vroeg aan [naam 1] heeft geretrocedeerd, kan in het midden blijven, omdat Infomedics c.s. onweersproken heeft toegelicht dat een reactie van [naam 1] op haar verzoek om de in de Excellijst opgenomen adressen te controleren, uitbleef.
4.21.
Voor zover [naam 1] in dit verband de juistheid van een aantal van de door hem opgegeven adressen probeert aan te tonen met uitdraaien uit de systemen ZorgSom en Vecozo, wordt hij daarin niet gevolgd. Infomedics c.s. heeft namelijk onvoldoende weersproken toegelicht dat het niet mogelijk is om met die systemen adressen van debiteuren te achterhalen.
4.22.
Ten aanzien van [naam 13] (2) [naam 14] (3) en [naam 15] (4) heeft [naam 1] naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk gemaakt dat zij op de door hem opgegeven adressen woonden. Dat maakt de retrocessies echter niet onterecht, omdat Infomedics c.s. op grond van de door voor haar door een daarin gespecialiseerd bureau uitgevoerde adresverificatie van de onjuistheid van die adressen mocht uitgaan, tot [naam 1] de juistheid van die adressen aannemelijk maakte. [naam 1] heeft dat niet gedaan, hij heeft pas in het kader van deze procedure aannemelijk gemaakt dat betrokkenen wel op het opgegeven adres woonden. Hij heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid die Infomedics c.s. hem bood om – indien [naam 1] de juistheid van de door hem opgegeven adressen aantoonde – de vorderingen nogmaals te versturen naar de desbetreffende debiteuren. [naam 1] heeft immers niet op de hem toegezonden Excellijst met onjuiste adressen gereageerd.
4.23.
Dit alles leidt tot het oordeel dat Infomedics c.s. in de gegeven omstandigheden alle hiervoor onder 4.18 genoemde vorderingen aan [naam 1] mocht retrocederen. Alle overige door [naam 1] in dit verband genoemde maar niet relevant geachte feiten en omstandigheden, maken dat niet anders.
Vorderingen betwist door debiteuren
4.24.
[naam 1] heeft onder meer aangevoerd Infomedics c.s. de vorderingen op de volgende debiteuren ten onrechte aan hem heeft geretrocedeerd:
17. [naam 60]
19. [naam 61]
29. [naam 62]
52. [naam 63]
4.25.
Daarin wordt [naam 1] niet gevolgd. Op grond van artikel 4 lid 1 onder f algemene voorwaarden mag Infomedics c.s. een vordering retrocederen indien de debiteur de vordering geheel of gedeeltelijk betwist en [naam 1] daarin ofwel berust ofwel die betwisting niet heeft weerlegd binnen tien werkdagen nadat Infomedics c.s. hem daarover heeft geïnformeerd. Infomedics c.s. heeft toegelicht dat alle hiervoor genoemde debiteuren bezwaar hebben gemaakt tegen de vorderingen die zij bij hen heeft ingediend. In het geval van [naam 60] (17) heeft Infomedics c.s. toegelicht dat [naam 1] niet heeft gereageerd op haar bezwaar, zodat Infomedics c.s. die vordering op voornoemde grond aan hem mocht retrocederen. In het geval van [naam 61] (19) heeft Infomedics c.s. toegelicht dat deze vordering – na bezwaar daartegen van [naam 61] – op verzoek van [naam 1] zelf aan hem is geretrocedeerd. De rechtbank vat dit op als een berusting van [naam 1] in de betwisting van [naam 61] in de zin van aritkel 4 lid 1 onder f algemene voorwaarden. In de gevallen van [naam 62] (29) en [naam 63] (52) heeft Infomedics c.s. toegelicht dat [naam 1] die bezwaren heeft gehonoreerd.
4.26.
Dit alles brengt mee dat Infomedics c.s. de vorderingen op de hiervoor in 4.24 genoemde debiteuren terecht aan [naam 1] heeft geretrocedeerd.
Overleden debiteuren
4.27.
[naam 1] heeft verder aangevoerd dat Infomedics c.s. de vorderingen op de volgende debiteuren ten onrechte aan hem heeft geretrocedeerd:
9. [naam 64]
14 en 40. [naam 65]
28. [naam 66]
56. [naam 67]
62. [naam 68]
63. [naam 69]
4.28.
Daarin wordt [naam 1] niet gevolgd. Infomedics c.s. heeft over voornoemde vorderingen namelijk onvoldoende weersproken toegelicht dat de debiteuren daarvan reeds waren overleden op het moment van de door [naam 1] opgegeven behandeldata. Bij deze stand van zaken kwamen de vorderingen op voornoemde debiteuren niet aan [naam 1] toe in de zin van artikel 2 lid 3 onder g algemene voorwaarden en mocht Infomedics c.s. die dan ook op die grond aan hem retrocederen.
Overig
4.29.
[naam 1] heeft verder betwist dat Infomedics c.s. de vordering op [naam 70] (8) aan hem mocht retrocederen. Daarin wordt hij niet gevolgd. Infomedics c.s. heeft namelijk onvoldoende weersproken toegelicht dat zij de nota van deze vordering retour had ontvangen en [naam 1] daarna heeft verzocht het daarop vermelde adres binnen tien dagen te controleren. [naam 1] heeft op dat verzoek niet gereageerd. Het feit het door [naam 1] opgegeven adres onjuist was, vormt een aanwijzing dat deze vordering niet aan hem toekwam in de zin van artikel 2 lid 3 onder g algemene voorwaarden. Nu Infomedics c.s. [naam 1] de gelegenheid heeft gegeven het adres te controleren, maar [naam 1] daarop niet heeft gereageerd, mocht Infomedics c.s. deze vordering in de gegeven omstandigheden aan hem retrocederen.
4.30.
Daarnaast heeft [naam 1] betwist dat Infomedics c.s. de vordering op [naam 71] (10) aan hem mocht retrocederen. Ook daarin wordt [naam 1] niet gevolgd. Infomedics c.s. heeft namelijk onvoldoende weersproken toegelicht dat deze vordering op verzoek van [naam 1] zelf aan hem is geretrocedeerd. Bij deze stand van zaken valt niet in te zien dat de retrocessie van deze vordering onterecht was.
Retrocessies: conclusie
4.31.
Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat alle retrocessies terecht waren, zodat het gevorderde bedrag van € 699.996,59 wordt toegewezen. De daarover gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen op de wijze zoals hierna in de beslissing vermeld.
Schade- en kostenvergoeding: verwijzing naar de schadestaatprocedure?
4.32.
Infomedics c.s. vordert verder een schadevergoeding en een kostenvergoeding in verband met vergeefse incassotrajecten, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Infomedics c.s. legt daaraan ten grondslag dat [naam 1] onrechtmatig tegenover haar heeft gehandeld door aan haar valse vorderingen voor niet uitgevoerde behandelingen of niet bestaande of reeds overleden debiteuren te cederen. Volgens Infomedics c.s. waren haar pogingen tot incasso van die vorderingen dan ook tevergeefs en heeft zij daardoor schade geleden en onnodige kosten gemaakt zoals interne bedrijfskosten, deurwaarderskosten en griffierechten. Infomedics c.s. stelt dat deze schade nog niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, zij begroot de door haar geleden schade en gemaakte kosten voorlopig gezamenlijk op ongeveer € 75.000,00.
4.33.
[naam 1] heeft de gestelde onrechtmatigheid impliciet betwist door het betwisten van de geldigheid van de retrocessies. Die blijken echter terecht en in de meeste gevallen moet worden aangenomen dat dit was omdat [naam 1] op de betrokken debiteur geen vordering had, althans niet in de omvang waarvoor hij een factuur had uitgeschreven. Dit kan gezien het aantal gevallen waarin dat is gebeurd niet anders dan opzettelijk zijn gedaan. De rechtbank acht het door [naam 1] opzettelijk cederen van niet bestaande vorderingen een onrechtmatige daad jegens Infomedics c.s.
4.34.
Op grond van artikel 612 Rv begroot de rechter die een veroordeling tot schadevergoeding uitspreekt, voor zover hem dit mogelijk is, de schade zoveel mogelijk in het vonnis. Indien begroting in het vonnis hem niet mogelijk is, spreekt hij een veroordeling uit tot schadevergoeding op te maken bij staat. Voor een verwijzing naar de schadestaatprocedure moet het bestaan of de mogelijkheid van schade aannemelijk zijn.
4.35.
Aan het hiervoor in 4.34 genoemde criterium voor verwijzing naar de schadestaatprocedure, is evenwel voldaan. Infomedics c.s. heeft – tegenover de generieke betwisting van [naam 1] – voldoende toegelicht dat [naam 1] een grote hoeveelheid oninbare vorderingen aan haar heeft gecedeerd en dat zij door de gepoogde incasso daarvan schade heeft geleden en vergeefse kosten heeft gemaakt, zoals eigen interne kosten, deurwaarderskosten en griffierechten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Infomedics c.s. daarmee de mogelijkheid en het bestaan van schade aannemelijk gemaakt.
4.36.
Dit alles leidt ertoe dat de vordering van Infomedics c.s. – tot veroordeling van [naam 1] tot vergoeding van de door haar geleden schade en gemaakte kosten in verband met vergeefse incassotrajecten, nader op te maken en te vereffenen volgens de wet – wordt toegewezen.
Kosten
4.37.
De door Infomedics c.s. gevorderde vergoeding van onderzoekskosten wordt afgewezen, omdat zij niet heeft onderbouwd dat zij die kosten heeft gemaakt.
4.38.
Omdat [naam 1] ongelijk krijgt, moet hij de proceskosten van Infomedics c.s. betalen. De proceskosten van Infomedics c.s. worden tot op heden begroot op:
- explootkosten: € 106,73
- griffierecht: € 5.061,00
- beslagkosten: € 3.179,34
- salaris advocaat: € 7.004,00 (2,0 punten x tarief VII: € 3.502,00)
- nakosten:
€ 178,00(plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld)
- totaal: € 15.529,07
Uitvoerbaar bij voorraad
4.39.
De veroordelingen worden uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de veroordelingen ook moeten worden uitgevoerd als tegen dit vonnis hoger beroep wordt ingesteld en zolang daarop niet anders is beslist.
in reconventie
Artikel 10.1 en 10.2 algemene voorwaarden
4.40.
Infomedics c.s. beroept zich op artikel 10.1 en 10.2 algemene voorwaarden en stelt dat de vorderingen van [naam 1] reeds op grond daarvan – zonder inhoudelijke behandeling – moeten worden afgewezen. Daarin wordt Infomedics c.s. niet gevolgd. De aansprakelijkheidsbeperking komt echter pas aan de orde als vast komt te staan dat Infomedics c.s. op grond van de wet aansprakelijk is. Dat zal eerst beoordeeld worden.
Onderzoekskosten
4.41.
[naam 1] vordert onder meer betaling van € 19.420,50 aan onderzoekskosten. Deze vordering wordt afgewezen. De retrocessies waren naar de rechtbank in conventie heeft geoordeeld terecht. Één van de medewerkers van [naam 1] – [naam 72] – heeft veel werk besteed aan de beoordeling van de door Infomedics c.s. geretrocedeerde vorderingen. De kosten daarvan zouden slechts voor vergoeding in aanmerking kunnen komen als dit zou hebben bijgedragen aan het oordeel dat de retrocessies onterecht waren en Infomedics c.s. door die retrocessies onrechtmatig jegens [naam 1] zou hebben gehandeld. Maar dat is niet zo.
Opheffing beslagen
4.42.
De vordering van [naam 1] tot opheffing van de door Infomedics c.s. ten laste van hem gelegde beslagen worden afgewezen. Uit de overwegingen in conventie volgt namelijk dat de vordering waarvoor Infomedics c.s. beslag heeft gelegd wordt toegewezen, zodat die beslagen niet ten onrechte zijn gelegd.
Overige schade: verwijzing naar de schadestaatprocedure?
4.43.
Verder vordert [naam 1] een veroordeling van Infomedics c.s. tot vergoeding van door hem geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Voor een verwijzing naar de schadestaatprocedure moet onrechtmatig handelen vaststaan en het bestaan of de mogelijkheid van schade aannemelijk zijn. Aan dit criterium is niet voldaan, omdat de retrocessies terecht waren en Infomedics c.s. door die retrocessies niet onrechtmatig jegens [naam 1] heeft gehandeld. Deze vordering wordt dan ook afgewezen.
Conclusie
4.44.
Al het voorgaande brengt mee dat de vorderingen van [naam 1] worden afgewezen.
Kosten
4.45.
[naam 1] krijgt dus ongelijk en moet daarom de proceskosten van Infomedics c.s. betalen. De rechtbank begroot die kosten op:
  • salaris advocaat: € 614,00 (2,0 punten x factor 0,5 x tarief II: € 614,00)
  • nakosten:
  • totaal: € 714,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [naam 1] tot betaling van € 699.996,59 aan Infomedics c.s., vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf de datum van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [naam 1] tot vergoeding van de door Infomedics c.s. geleden schade en gemaakte kosten in verband met de vergeefse incassotrajecten, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
5.3.
veroordeelt [naam 1] in de proceskosten, aan de kant van Infomedics c.s. tot op heden begroot op € 15.529,07, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [naam 1] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [naam 1] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.4.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af,
5.7.
veroordeelt [naam 1] in de proceskosten, aan de kant van Infomedics c.s. tot op heden begroot op € 741,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel, rechter, bijgestaan door mr. L.J.P.C. Silven, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2024.

Voetnoten

1.Partijen gaan er zelf van uit dat [naam 1] in zijn productie 7 bij de conclusie van antwoord 65 retrocessies heeft betwist, maar omdat de retrocessie ontbreekt die in dit verband logischerwijs als vijftigste had moeten worden besproken, gaat de rechtbank ervan uit dat [naam 1] in zijn productie 7 bij de conclusie van antwoord 64 retrocessies heeft betwist.