ECLI:NL:RBAMS:2024:2103

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 april 2024
Publicatiedatum
12 april 2024
Zaaknummer
AMS 24/135
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de legesaanslag voor een omgevingsvergunning door de rechtbank Amsterdam

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 11 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de legesaanslag voor een omgevingsvergunning beoordeeld. Eiser, erfpachter van een perceel in Amstelveen, had een omgevingsvergunning aangevraagd voor een schuur, brug en hekwerk. De heffingsambtenaar legde een legesaanslag op van € 12.170,75, welke eiser betwistte. De rechtbank oordeelt dat zij enkel kan toetsen of de legesaanslag correct is vastgesteld, en niet of de vergunningprocedure juist is verlopen. Eiser had de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de omgevingsvergunning, maar heeft dit niet gedaan, waardoor de vergunning onherroepelijk is geworden. De rechtbank concludeert dat de gemeente Amstelveen de bevoegdheid heeft om zelf heffingsmaatstaven te kiezen en dat de gekozen bedragen niet in strijd zijn met de wet of rechtsbeginselen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding voor proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 24/135

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 april 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit Amstelveen, eiser

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen, de heffingsambtenaar

( [heffingsambtenaar] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 24 november 2023.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft aan eiser een legesaanslag opgelegd.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiser hiertegen ongegrond verklaard (de bestreden uitspraak).
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 7 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar deelgenomen.

Beoordeling door de rechtbank

Wat aan deze procedure voorafging
2. Eiser is erfpachter van het terrein tegenover het perceel [adres] [huisnummer] in Amstelveen.
3. Op 11 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen (het college) eiser medegedeeld dat de schuur, brug en hekwerk met toegangsdeur die op het perceel staan en de verharding van het terrein bij de schuur, vergunningplichtig zijn.
4. Op 22 maart 2022 heeft eiser ter legalisatie een omgevingsvergunning aangevraagd. Op 21 juni 2022 heeft het college eiser medegedeeld dat de behandeling van zijn aanvraag verder plaatsvindt met de uitgebreide voorbereidingsprocedure.
5. Op 22 maart 2023 heeft het college de omgevingsvergunning aan eiser verleend. Op 30 maart 2023 heeft de heffingsambtenaar eiser een aanslag leges omgevingsvergunning opgelegd van € 12.170,75, bestaande uit € 145,- voor bouwactiviteiten, € 11.827,50 voor buitenplanse afwijking, € 125,75 voor aanlegactiviteiten en € 72,50 voor het indienen van een aanvraag na aanvang of gereed komen van. Eiser is het met de hoogte van de legesaanslag niet eens.
Het oordeel van de rechtbank
6. De rechtbank beoordeelt of de heffingsambtenaar de hoogte van de legesaanslag terecht op € 12.170,75 heeft vastgesteld. Zij doet dat aan de hand van de argumenten van eiser.
De uitgebreide voorbereidingsprocedure
7. Eiser voert aan dat het college ten onrechte de uitgebreide voorbereidingsprocedure heeft toegepast. Eiser heeft namelijk nooit om deze procedure gevraagd, maar een reguliere bouwvergunning aangevraagd.
8. De rechtbank kan in deze procedure alleen beoordelen of de heffingsambtenaar de legesaanslag naar het juiste bedrag heeft vastgesteld. De wijze waarop de procedure tot het verlenen van de omgevingsvergunning is verlopen, staat niet ter beoordeling van de belastingrechter, maar van de algemene bestuursrechter. Eiser had in een procedure tegen de verleende omgevingsvergunning kunnen aanvoeren dat het college ten onrechte de uitgebreide voorbereidingsprocedure heeft toegepast. Nu hij tegen de omgevingsvergunning geen bezwaar heeft gemaakt, is de omgevingsvergunning (en de gevolgde procedure) onherroepelijk. De rechtbank volgt eiser daarom niet in zijn standpunt.
De hoogte van het bedrag
9. Eiser voert verder aan dat de hoogte van de leges niet in verhouding staat tot het bouwwerk. Het bedrag kan nooit de werkelijke kosten zijn voor het gedane werk. Er wordt op deze wijze winst gemaakt over de rug van burgers, aldus eiser.
10. De wetgever heeft aan gemeenten de bevoegdheid gegeven om, onder enkele voorwaarden, zelf heffingsmaatstaven te kiezen voor de gemeentelijke belastingen en rechten die zij in verordeningen moeten opnemen. Het staat gemeenten in principe vrij die heffingsmaatstaven op te nemen die zich het beste verstaan met het gemeentelijk beleid en de plaatselijke praktijk van de belastingheffing. Voor onverbindendverklaring is alleen plaats als een regeling is getroffen die in strijd is met de wet of enig algemeen rechtsbeginsel.
11. De gemeente Amstelveen heeft ervoor gekozen om voor een zogenoemde buitenplanse afwijking (waarvan hier sprake is) een vast bedrag van € 11.827,50 te hanteren. De gemachtigde van de heffingsambtenaar heeft op de zitting toegelicht dat dit bedrag zo hoog is, omdat er meerdere stappen aan de uitgebreide voorbereidingsprocedure zitten, zoals terinzagelegging van het ontwerpbesluit, het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing (die de gemeente Amstelveen zelf maakt), het indienen van zienswijzen en een verzwaarde toetsing en motivering.
12. Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee geen sprake van een regeling die in strijd is met de wet of enig algemeen rechtsbeginsel. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de bepaling buiten toepassing te laten. De grond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

13. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Sullivan, rechter, in aanwezigheid van
mr. T.W. Steenhoff, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 april 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Amsterdam waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Amsterdam vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.