Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
€ 2.428,00 (2 punten x tarief IV € 1.214,00)
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker], een apotheker, en Hessen Apotheek B.V. [verzoeker] was in dienst bij Hessen Apotheek en verzocht om een billijke vergoeding en transitievergoeding na zijn ontslag. Hessen Apotheek stelde dat het ontslag terecht was, omdat [verzoeker] ernstig verwijtbaar had gehandeld door zijn ontslag op staande voet bij een vorige werkgever te verzwijgen en nevenactiviteiten te verrichten die in strijd waren met zijn arbeidsovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat er voldoende grond was voor het ontslag en wees de verzoeken van [verzoeker] af. In het tegenverzoek van Hessen Apotheek werd [verzoeker] veroordeeld tot schadevergoeding van € 73.794,88 wegens wanprestatie en onrechtmatige daad. De rechtbank concludeerde dat er geen herplaatsingsplicht was vanwege de vertrouwensbreuk die was ontstaan door het verzwegen arbeidsverleden van [verzoeker]. De rechtbank wees ook de verzoeken van [verzoeker] tot het verbieden van negatieve uitlatingen door Hessen Apotheek af, omdat deze niet onderbouwd waren. De proceskosten werden toegewezen aan Hessen Apotheek, die in het gelijk werd gesteld.