Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
Los het aub zelf op. Ik heb geen waterlekkage zoals eerder gemeld. Met vr. groet”
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 9 april 2024, hebben eisers, eigenaren van een woning, een kort geding aangespannen tegen de huurders van een naastgelegen pand. De eisers hebben sinds september 2022 last van ernstige vochtschade en schimmelgroei in hun woning, die zij toeschrijven aan lekkage vanuit de badkamer van het naastgelegen pand, eigendom van [naam 2]. Ondanks herhaalde verzoeken aan [naam 2] om de lekkage te verhelpen, heeft zij geen actie ondernomen. De eisers hebben hun verzekeraar ingeschakeld, die bevestigde dat de vochtschade vermoedelijk afkomstig is van de badkamer van [naam 2].
Tijdens de zitting op 4 april 2024 hebben de eisers hun vorderingen toegelicht, waarbij gedaagde sub 2, die in de woning van [naam 2] verblijft, verweer heeft gevoerd. De eisers vorderen dat het gebruik van de badkamer door de gedaagden onmiddellijk wordt gestaakt, op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de situatie onleefbaar is voor de eisers en dat er snel maatregelen moeten worden getroffen om verdere schade en gezondheidsrisico's te voorkomen.
De voorzieningenrechter heeft besloten dat het gebruik van de badkamer door gedaagde sub 1 moet worden gestaakt totdat de lekkage is verholpen, en heeft een dwangsom van € 1.000,00 per overtreding opgelegd, met een maximum van € 20.000,00. Gedaagde sub 2, die heeft verklaard de badkamer niet meer te gebruiken, is niet aan een dwangsom verbonden. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 9 april 2024.