Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 april 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 april 2024.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van Amsterdam, verzocht om compensatie van de kinderopvangtoeslag over de jaren 2009 tot en met 2011. De Dienst Toeslagen heeft in eerdere besluiten, gedateerd 17 november 2021, bepaald dat eiseres geen recht heeft op compensatie voor het toeslagjaar 2011. Dit besluit is later bevestigd in een bestreden besluit van 29 december 2023, waarin het bezwaar van eiseres ongegrond werd verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, wat leidde tot een zitting op 2 april 2024.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in 2020 om compensatie heeft verzocht, en dat er voor de jaren 2009 en 2010 een compensatiebedrag van € 34.858 is vastgesteld. Echter, voor het jaar 2011 heeft de Dienst Toeslagen de aanvragen afgewezen, omdat er geen sprake zou zijn van institutionele vooringenomenheid of hardheid van het stelsel. Eiseres betwist deze afwijzing en stelt dat zij door de Dienst Toeslagen ernstig benadeeld is, wat heeft geleid tot psychische klachten en financiële problemen.
De rechtbank heeft de argumenten van eiseres en de standpunten van de Dienst Toeslagen zorgvuldig gewogen. Het oordeel van de rechtbank is dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in 2011 gedupeerd is door de besluiten van de Dienst Toeslagen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van de compensatie voor het jaar 2011 terecht is, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van de wet rechtvaardigen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.