In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen [gerekwestreerde] B.V. betreffende het ontslag van [verzoeker] als statutair bestuurder. [verzoeker] heeft op 7 augustus 2023 een verzoekschrift ingediend tot toekenning van een billijke vergoeding, transitievergoeding, vakantiebijslag en bonusuitkeringen, na zijn ontslag dat op 5 juli 2023 tijdens een algemene vergadering van aandeelhouders is besloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gerekwestreerde] niet is verschenen en geen verweer heeft gevoerd. De rechtbank heeft de verzoeken van [verzoeker] toegewezen, waarbij [gerekwestreerde] is veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 195.000,00, een transitievergoeding van € 9.155,00, vakantiebijslag van € 19.641,28 en bonusuitkeringen van € 32.140,30, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast heeft de rechtbank de rechtshandelingen die hebben geleid tot de overdracht van merkenregistraties aan een derde partij vernietigd, omdat deze handelingen als paulianeus zijn aangemerkt. De rechtbank heeft ook de proceskosten van [verzoeker] toegewezen, die in totaal € 67.385,27 bedragen, en deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.